Uitleg vaststellingsovereenkomst en bereiken maximum dwangsom
Rechtbank Amsterdam 14 mei 2014, IEF 13951 (Belfabriek tegen MTTM)
Zie eerder IEF 13553, IEF 13415. Uitleg vaststellingsovereenkomst. Rectificatie. Vergelijkende Reclame. Verboden in kortgedingvonnis versterkt met dwangsom. Partijen hebben zich via de vaststellingsovereenkomst verbonden aan dit kortgedingvonnis en de uitleg die het hof aan dat vonnis heeft gegeven. Partijen hebben bij het aangaan van de vaststellingsovereenkomst de bedoeling gehad op overtreding van verboden een boete te stellen gelijk aan de in het vonnis bepaalde dwangsom tot het daarin vermelde maximum. MTTM c.s. zijn tekortgekomen in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst en dienen de gemaximeerde boete van €395.000 te betalen voor 97 overtredingen.
4.22. Ter comparitie heeft Belfabriek gesteld dat artikel 5 en 6 van de Vaststellingsovereenkomst kwalificeren als een boetebeding. Ter onderbouwing heeft de advocaat van Belfabriek, mr. Linssen, verklaard dat het destijds de bedoeling van partijen was om de verboden uit het vonnis en de bedragen die stonden op overtreding van die verboden vast te leggen in civiele afspraken tussen Belfabriek enerzijds en MTTM Partners en eventuele opvolgende entiteiten anderzijds. Mr. Linssen heeft voorts verklaard dat bij de totstandkoming van de Vaststellingsovereenkomst hierover ook is gesproken, en dat zij bij die totstandkoming zelf reeds als advocaat van Belfabriek was betrokken. Mr. Linssen heeft in dit kader aangeboden, voor zover dat nodig mocht zijn, zichzelf en een collega hierover als getuige te doen horen.
4.24. In het vonnis in incident is reeds geoordeeld (r.o. 5.17) dat het overtreden van de Vaststellingsovereenkomst niet is gekoppeld aan verbeurte van een dwangsom. De rechtbank stelt met MTTM Partners vast dat in de Vaststellingsovereenkomst evenmin met zoveel woorden is vastgelegd dat op overtreding van een verbod de in het vonnis opgenomen dwangsom van € 5.000,- per overtreding bij wijze van boete verbeurd zal worden. Zoals hiervoor reeds in r.o. 4.10 is overwogen, moet de Vaststellingsovereenkomst echter niet slechts naar de letter van de tekst worden uitgelegd maar moet ook gekeken worden naar de wederzijdse bedoelingen en verwachtingen van partijen bij het aangaan van de overeenkomst. Een boetebeding is bovendien niet aan vormvoorschriften gebonden, zodat deze ook besloten kan liggen in de bepaling dat een vonnis – met daarin een verbod op last van een dwangsom – ook jegens de contractspartij zal werken.4.26. Blijkens de Vaststellingsovereenkomst was van het totale maximum van € 500.000,- in 2007 reeds € 105.000,- verbeurd. Nu een boetebedrag geldt van € 5.000,- per overtreding, staat het thans nog maximaal te verbeuren bedrag van € 395.000,- gelijk aan 79 overtredingen. Nu hiervoor in r.o. 4.15 reeds is vastgesteld dat MTTM Partners verantwoordelijk is voor minimaal 97 overtredingen van verbod 7.2, is de maximale boete verschuldigd geworden. Een eventueel groter aantal overtredingen leidt niet tot een hoger bedrag aan boetes, zodat het belang bij het vaststellen van het precieze aantal overtredingen daarmee is komen te vervallen.
Mediarecht. Geen verbod uitlatingen. Uitzendingen zijn niet onrechtmatig. [X] is grondlegger van de ‘[X] methode’, geeft licenties uit aan trainers en leraren en int de verschuldigde licentievergoedingen. RTS heeft in actualiteitenprogramma
Jens van den Brink,
Octrooirecht. Contractenrecht. Shell werkt samen met Ruma Rubber voor diverse rubbere compounds en heeft een
De vordering tot nakoming is gebaseerd op het convenant dat buitengerechtelijk door de Gemeente werd vernietigd. De vordering tot rectificatie van een krantenartikel is gebaseerd op de stelling dat de gemeente gegeven enkele passages in het krantenbericht en het persbericht de eer en goede naam van eiser heeft aangetast. Voor een krantenartikel is de Gemeente niet verantwoordelijk. Voor het persbericht wel. De essentie van het bericht vindt voldoende steun in de feiten. Eiser kan dit vonnis gebruiken om verkeerde beelden recht te zetten.
Uitspraak ingezonden door Jurian van Groenendaal en Fulco Blokhuis,
Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel,
Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink,
Distributie. Imago. Waxxa verkoopt hair-, nail- en beautyproducten via haar webshops. Indian Gold verkoopt extensions en haarwerken. In 2011 hebben Indian Gold en Waxxa een distributieovereenkomst gesloten. Waxxa gebruikt niet door Indian Gold BV geautoriseerd beeldmateriaal onder vermelding van Indian Gold. De voorzieningenrechter bepaalt dat Indian Gold een voldoende zwaarwegend belang heeft bij het handhaven van het chique imago van haar merk en de goede kwaliteit van haar product. Het gevaar bestaat dat Waxxa hieraan afbreuk doet en heeft belang bij beëindiging van de distributieovereenkomst.
Bijdrage ingezonden door Wouter Pors,