Merkenrecht  

IEF 22935

Gerecht: 'OMV' is een merk met uitzonderlijke mate van bekendheid

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 sep 2025, IEF 22935; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-omv-is-een-merk-met-uitzonderlijke-mate-van-bekendheid

Gerecht EU 3 september 2024, IEF 22935; IEFbe 3983; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International). De Kamer van Beroep oordeelde dat de merken visueel in grote mate overeenstemmen, auditief 'slechts' gemiddeld overeenstemmen en begripsmatig niet overeenstemmen. Het Gerecht volgt deze redenering. Merkhouder OMV AG voert aan dat het EUIPO bij zijn beoordeling had moeten erkennen dat het oudere merk een uitzonderlijke mate van bekendheid heeft, die niet beperkt is tot de ingeschreven klassen. Hier sluit het Gerecht zich bij aan, door te oordelen dat de Kamer van Beroep een beoordelingsfout heeft gemaakt. Uit het voorgelegde bewijsmateriaal bleek dat deze merken van OMV AG een uitzonderlijke bekendheid genoten die verder reikte dan het relevante publiek voor de waren en diensten waarvoor deze merken waren ingeschreven.

IEF 22933

RME maakt geen inbreuk op de IE-rechten van PMC

Rechtbank Den Haag 16 sep 2025, IEF 22933; ECLI:NL:RBDHA:2025:17010 (PMC tegen RME), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rme-maakt-geen-inbreuk-op-de-ie-rechten-van-pmc

Vzr. Rb. Den Haag 16 september 2025, IEF 22933; ECLI:NL:RBDHA:2025:17010 (PMC tegen RME). Promotion Care (hierna: PMC) wil met dit kort geding dat RME Solutions (hierna: RME) per direct stopt met het schenden van auteursrechten, de merk- en handelsnaamrechten van PMC. PMC houdt zich bezig met het ontwerpen, ontwikkelen en verhandelen van bedrijfswageninrichtingen. Klanten kiezen uit een aantal standaarden, op basis daarvan ontwerpt PMC een inrchting op maat. PMC is houder van twee Benelux merken (waaronder het woordmerk 'Transportainer'). RME is in mei 2023 opgericht en houdt zich bezig met het vervaardigen van werkplaatsinrichtingen en het vervaardigen van de inrichting van bedrijfswagens. PMC heeft RME op 30 december 2024 gesommeerd de inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten te staken en gestaakt te houden. Volgens PMC maakt RME met het aanbieden van haar bedrijfswageninrichtingen en onderdelen daarvan inbreuk op de auteursrechten van PMC. Mocht er geen sprake zijn van auteursrechtelijke bescherming, dan is sprake van onrechtmatige slaafse nabootsing van de bedrijfswageninrichtingen van PMC door RME. Daarnaast maakt RME inbreuk op de merkrechten en handelsnaamrechten van PMC door het teken ‘Transportainer’ te gebruiken in haar Google-advertenties. 

IEF 22931

Parallelimport en verwijderde codes geen gegronde reden voor merkinbreuk

Antilliaanse Gerechten 17 mei 2013, IEF 22931; ECLI:NL:OGHACMB:2013:80 (Rémy Martin tegen Cardinal), https://www.ie-forum.nl/artikelen/parallelimport-en-verwijderde-codes-geen-gegronde-reden-voor-merkinbreuk

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 17 mei 2013, ECLI:NL:OGHACMB:2013:80 (Rémy Martin tegen Cardinal). Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie behandelt een hoger beroep van Rémy Martin, merkhouder van luxe cognac, tegen Cardinal Gift Shop N.V. op Sint Maarten. De zaak draait om parallelimport van flessen cognac waarvan de aangebrachte identificatiecodes zijn verwijderd. Rémy Martin vordert dat deze handel wordt verboden, omdat de verwijdering van de codes haar merkrechten schendt op grond van artikel 23 lid 8 Merkenlandsverordening (Mlv), dat merkhouders toestaat zich te verzetten bij “gegronde redenen”. Cardinal betoogt dat er geen sprake is van aantasting van het merk en wijst op het belang van vrije parallelhandel. In eerste aanleg wijst het Gerecht in Eerste Aanleg (GEA) de vorderingen af, onder verwijzing naar de eerdere Diageo-uitspraak van het Hof (IEF 11268), waarin is beslist dat het verwijderen van codes niet automatisch een gegronde reden oplevert. Rémy Martin gaat hiertegen in beroep en voert zeven grieven aan, onder meer dat de codes legitieme doeleinden dienen, zoals kwaliteitsbewaking en opsporing van parallelimport.

IEF 22930

Hof: GFT c.s. krijgt inzage in gegevens SFT om (dreigende) merkinbreuk te onderbouwen

Hof Den Haag 13 sep 2025, IEF 22930; ECLI:NL:GHDHA:2025:1752 (GFT c.s. tegen SFT c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-gft-c-s-krijgt-inzage-in-gegevens-sft-om-dreigende-merkinbreuk-te-onderbouwen

Hof Den Haag 13 september 2025, IEF 22930; ECLI:NL:GHDHA:2025:1752 (GFT c.s. tegen SFT c.s.). Deze zaak gaat om een inzagevordering volgens artikel 843a Rv die is ingesteld in het hoger beroep van een door GFT c.s. tegen SFT c.s. en Global Choice Foods B.V. (hierna: GCF) ingestelde merkinbreukprocedure. GFT c.s. en SFT zijn alle ondernemingen die zich bezighouden met de handel in Indiase voedingsmiddelen, waaronder samosa’s, een driehoekige gevulde deegsnack. GFT c.s. wil met inzage de door haar gestelde (dreigende) inbreuken op haar Karrara- en Brjka-merken onderbouwen en vordert inzage en afschrift van bij SFT in beslag genomen en bij DigiJuris in gerechtelijke bewaring gegeven (digitale) gegevens. GFT c.s. vordert verder dat SFT wordt verplicht om na betekening van dit vonnis toestemming te geven voor het nemen van inzage in het op 12 februari 2025 in beslag genomen bewijsmateriaal en om inzage te verlenen in de selectie van dat materiaal, op straffe van een dwangsom. 

IEF 22928

Gerecht: accessoire voor waterpijp valt onder dezelfde categorie als waterpijp

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 sep 2025, IEF 22928; Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH (Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-accessoire-voor-waterpijp-valt-onder-dezelfde-categorie-als-waterpijp

Gerecht EU 3 september 2025, IEF 22928; IEFbe 3979; ECLI:EU:T:2025:826 (Starbuzz Tobacco Inc. tegen EUIPO, Mayflix GmbH). Het Gerecht van de EU behandelt een merkenconflict tussen partijen Starbuzz Tobacco Inc. en Mayflix GmbH. Starbuzz Tobacco Inc. heeft een merkregistratie gedaan voor het woordmerk 'Discovery' (klasse 4, 21 en 34) in 2015. Mayflix GmbH vorderde intrekking van het merk wegens verval artikel 58, lid 1, onder a) van Verordening 2017/1001. De nietigheidsafdeling honoreerde dit verzoek behalve voor bepaalde producten in klasse 34 (meer specifiek: waterpijpen). Op grond van artikel 58, lid 1, onder a), van Verordening 2017/1001 kunnen de rechten van de houder van een EU-merk op verzoek bij het EUIPO of op basis van een tegenvordering in een inbreukprocedure vervallen worden verklaard indien het merk gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar niet daadwerkelijk in de Europese Unie is gebruikt voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, en er geen geldige redenen zijn voor het niet-gebruik. Er is sprake van normaal gebruik van een merk wanneer het merk wordt gebruikt in overeenstemming met zijn wezenlijke functie, namelijk het waarborgen van de identiteit van de herkomst van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, teneinde een afzetmarkt voor die waren of diensten te creëren of te behouden. Normaal gebruik omvat geen symbolisch gebruik met als enig doel de door het merk verleende rechten te behouden. Er moet bij deze beoordeling gekeken worden naar alle relevante omstandigheden van het geval, ook wat er in de sector gangbaar is.

IEF 22924

Gerecht: geen link tussen ZARA en pastaZARA

Gerecht EU (voorheen GvEA) 10 sep 2025, IEF 22924; ECLI:EU:T:2025:849 (Ffauf Italia SpA tegen EUIPO, Inditex), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-geen-link-tussen-zara-en-pastazara

Gerecht EU 10 september, IEF 22924; IEFbe 3978; ECLI:EU:T:2025:849 (Ffauf Italia SpA tegen EUIPO, Inditex). Het Gerecht van de EU (zaak T-425/24) behandelt een merkenconflict tussen Ffauf Italia SpA, producent van pasta, en Inditex, eigenaar van het modemerk ZARA. Ffauf had het merk pastaZARA Sublime voor pasta (klasse 30) geregistreerd. Inditex verzette zich hiertegen met een beroep op artikel 8(5) van Verordening 40/94, dat merken met een reputatie extra bescherming biedt, ook buiten hun eigen productcategorie (hier: kleding, klasse 25). De Kamer van Beroep van het EUIPO wees de oppositie toe. Ffauf ging in beroep bij het Gerecht. Het Gerecht erkent dat ZARA in 2008 (de aanvraagdatum) een bekend merk was, maar vernietigt de beslissing: de tekens zijn slechts beperkt vergelijkbaar (“ZARA” is in pastaZARA niet dominant; visueel laag, fonetisch gemiddeld, conceptueel laag), de producten liggen ver uit elkaar (kleding versus pasta), en er is geen bewijs dat er in 2008 economische samenhang bestond tussen mode en voeding. De Kamer baseerde zich bovendien ten onrechte op latere trends (uit 2024). Daarmee ontbreekt de vereiste “link” tussen de merken, waardoor de oppositie niet slaagt.

IEF 22920

Geen vreedzame co-existentie voor merken CFA en CEFA

Gerecht EU (voorheen GvEA) 10 sep 2025, IEF 22920; ECLI:EU:T:2025:851 (European Federation of Financial Analysts’ Societies tegen EUIPO ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-vreedzame-co-existentie-voor-merken-cfa-en-cefa

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22920; IEFbe 3976; ECLI:EU:T:2025:851 (European Federation of Financial Analysts’ Societies tegen EUIPO). De European Federation of Financial Analysts' Societies (hierna: EFFAS) vordert een vernietiging van een beslissing van het EUIPO waarin de aanvraag voor het woordmerk 'CEFA Certified European Financial Analyst' wordt afgewezen wegens het bestaan van een ouder merk, 'CFA' van CFA Institute. EFFAS betoogt dat de kamer van beroep in de bestreden beslissing artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 heeft geschonden door te oordelen dat er geen sprake was van vreedzaam naast elkaar bestaan van het aangevraagde merk en het oudere merk. 

IEF 22918

Toch verwarringsgevaar tussen beeldmerk 'Crax' en 'Krax'

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 sep 2025, IEF 22918; ECLI:EU:T:2025:815 (Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ tegen EUIPO ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/toch-verwarringsgevaar-tussen-beeldmerk-crax-en-krax

Gerecht EU 3 september 2025, IEF 22918; IEFbe 3973; ECLI:EU:T:2025:815 (Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ tegen EUIPO). Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ heeft op 13 juli 2007 een aanvraag tot inschrijving van een gemeenschapsmodel gedaan, zie ook ECLI:EU:T:2025:813 en ECLI:EU:T:2025:814. Star Foods E.M. SRL diende een vordering tot nietigverklaring in wegens strijd met oudere rechten. Deze oudere rechten, waaronder het beeldmerk "KRAX". Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ voert drie middelen aan, het eerste is ontleend aan schending van artikel 25, lid 1, onder e), van verordening nr. 6/2002 in de eerdere versie ervan, het tweede aan schending van de artikelen 94 en 95 van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB 2017, L 154, blz. 1) en artikel 40, lid 1, van de Roemeense merkenwet zoals gewijzigd (Monitorul Oficial al României, nr. 856 van 18 september 2020; hierna: „nieuwe Roemeense merkenwet”), en het derde aan schending van haar rechten van verdediging. 

IEF 22921

EU-gerecht wijst beroep op merk TUNA af

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 sep 2025, IEF 22921; ECLI:EU:T:2025:825 (VIKZ tegen EUIPO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/eu-gerecht-wijst-beroep-op-merk-tuna-af

Gerecht EU 3 september 2025, IEF 22921; IEFbe 3974; ECLI:EU:T:2025:825 (VIKZ tegen EUIPO). Het Gerecht beoordeelt het beroep van Verband der Islamischen Kulturzentren eV (VIKZ) tegen de beslissing van de Vijfde Kamer van Beroep van het EUIPO van 24 mei 2024, die het woordmerk TUNA ongeldig verklaart wegens misleiding (art. 52(1)(a) jo. 7(1)(g) Verordening 207/2009). Het merk wordt in 2013 aangevraagd, in 2016 geregistreerd en in 2022 bestreden door Inaba Shokuhin. In de waren- en dienstomschrijvingen (klassen 29–31, 35) staat telkens de beperking “all the aforesaid goods … other than in connection with tuna fish”. VIKZ voert twee middelen aan: (i) de registratie is niet misleidend en het Bureau past verkeerde maatstaven toe, en (ii) eerdere beoordelingen door EUIPO hebben gezag van gewijsde (art. 63(3) Verordening 2017/1001). Een verzoek van VIKZ om de lijst later (2024) te beperken tot “Halal-producten” wordt niet meegenomen, omdat dat de feitelijke context van de eerdere beslissing zou veranderen.

IEF 22914

Beeldteken 'Iceland' beschrijvend voor klasse 29, 30 en 35

HvJ EU 16 jul 2025, IEF 22914; ECLI:EU:T:2025:730 (Iceland Food Ltd & INTA tegen EUIPO & Icelandic Trademark Holding ehf), https://www.ie-forum.nl/artikelen/beeldteken-iceland-beschrijvend-voor-klasse-29-30-en-35

HvJ EU 16 juli 2025, IEF 22914; IEFbe 3972; ECLI:EU:T:2025:730 (Iceland Food Ltd & INTA tegen EUIPO & Icelandic Trademark Holding ehf). Icelandic Trademark Holding ehf heeft op 23 januari 2018 bij het EUIPO een vordering ingesteld tot nietigverklaring van het Uniemerk dat was ingeschreven naar aanleiding van een beeldteken, dit werd gehonoreerd. Op het beeldteken staat het woord 'Iceland'. Op 24 juli heeft verzoekster (Iceland Food Ltd ondersteund door INTA) beroep ingesteld bij het EUIPO tegen de nietigheidsbeslissing. De grote kamer van beroep heeft geoordeeld dat het litigieuze merk door het relevante publiek (het Engelstalige publiek) werd opgevat als aanwijzing dat de waren en diensten met die merk afkomstig waren uit IJsland. Beeldelementen veranderen dit niet omdat deze decoratief zijn. Verzoekster verzoekt het Gerecht deze beslissing te vernietigen. Zij voert hiertoe twee middelen aan: schending van artikel 7, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009 en schending van artikel 7, lid 1, onder b), van die verordening.