Beslag op vermeende namaakwodka, schending artikel 21 Rv geen grond voor opheffing

Hof Den Haag 29 april 2025, IEF 22720; ECLI:NL:GHDHA:2025:759 (Sasha tegen Polmos). Hoger beroep in kort geding. Polmos, onderdeel van Moët Hennesy Group, is houder van verschillende woord- en beeldmerken voor Belvedere wodka. Sasha Enterprises (hierna: Sasha) treedt op als internationale handelaar in alcoholhoudende dranken. In juni 2022 heeft Polmos vernomen dat Sasha namaakwodka onder de naam Belvedere verhandelt. Naar aanleiding daarvan liet Polmos op 9 augustus 2022 onder Loendersloot Internationale Expeditie B.V. (hierna: Loendersloot) beslag leggen op 60 pallets met in totaal 30.120 flessen vermeende namaakwodka. Op 4 januari 2024 verzocht Polmos de rechtbank Rotterdam om verlof te verlenen om conservatoir beslag te leggen op de handelsvoorraad van Sasha bij Loendersloot. In het beslagrekest heeft Polmos haar schade begroot op €50 per fles. Deze begroting achtte de voorzieningenrechter onvoldoende onderbouwd, mede gelet op het feit dat in een eerdere, soortgelijke zaak dezelfde schadebegroting door de rechtbank al was afgewezen. De rechtbank oordeelde verder dat Polmos in strijd met de waarheidsplicht uit artikel 21 Rv had gehandeld wegens het verzwijgen van een eerder verstekvonnis, matigde het beslagbedrag tot €500.000 inclusief rente en kosten en verplichtte Polmos om binnen twee weken zekerheid te stellen op straffe van verval van het beslag. In hoger beroep vordert Sasha vernietiging van het vonnis en alsnog volledige dan wel verdere opheffing van het beslag.