Alle rechtspraak  

IEF 23175

Kort geding over licentie en merkregistratie voor game "Spider Tanks"

Rechtbank Amsterdam 30 jul 2025, IEF 23175; ECLI:NL:RBAMS:2025:7867 (Gamedia tegen Gala Games), https://www.ie-forum.nl/artikelen/kort-geding-over-licentie-en-merkregistratie-voor-game-spider-tanks

Rb. Amsterdam 30 juli 2025, IEF 23175; ECLI:NL:RBAMS:2025:7867 (Gamedia tegen Gala Games). Gamedia en Gala Games zijn een samenwerking aangegaan voor de ontwikkeling en publicatie van het spel ‘Spider Tanks’. Gamedia heeft het spel ontwikkeld en het spel is op het platform van Gala Games (via blockchain infrastructuur) gepubliceerd. Partijen hebben vanwege hun samenwerking een overeenkomst gesloten waarin is bepaald dat Gamedia Gala Games een licentie geeft voor drie jaar voor de exploitatie van het spel. Partijen zijn het niet eens over de ingangsdatum van de licentie en dus ook niet over de vraag wanneer de licentie afloopt. Gamedia stelt dat de licentie al is verlopen en Gala Games nu dus al inbreuk maakt op haar intellectuele eigendomsrechten. Gala Games stelt dat de licentie nog niet is verlopen en vraagt daarom ook dat Gamedia de samenwerking moet voortzetten. Daarnaast speelt ook dat Gala Games merkenrechten heeft aangevraagd, waarvan Gamedia stelt dat die aan haar toebehoren. Gamedia vordert in conventie staking van de gestelde inbreuken, overdracht van de merkregistraties en rectificatie. Gala Games vordert in reconventie onder meer nakoming van de overeenkomst, de terbeschikkingstelling van de broncode en hervatting van de spelontwikkeling. 

IEF 23173

LAV/Làv: EU-Gerecht corrigeert te strenge eisen aan bewijs van normaal gebruik

Gerecht EU (voorheen GvEA) 19 nov 2025, IEF 23173; ECLI:EU:T:2025:1049 (Gürok Turizm ve Madencilik AŞ tegen EUIPO en Olav GmbH), https://www.ie-forum.nl/artikelen/lav-lav-eu-gerecht-corrigeert-te-strenge-eisen-aan-bewijs-van-normaal-gebruik

Gerecht EU 19 november 2025, IEF 23173; ECLI:EU:T:2025:1049 (Gürok Turizm ve Madencilik AŞ tegen EUIPO en Olav GmbH). In deze zaak stond de vraag centraal of het Uniebeeldmerk LAV van Gürok normaal was gebruikt in de relevante vijfjaarsperiode. Nadat de Nietigheidsafdeling het merk deels in stand had gelaten (met name voor glas- en keukenwaren in klasse 21), vernietigde de Kamer van Beroep dat oordeel omdat volgens haar de omvang van het gebruik onvoldoende was aangetoond. Het EU-Gerecht fluit de Kamer van Beroep terug. Het benadrukt dat bewijs van normaal gebruik globaal en in onderlinge samenhang moet worden beoordeeld en dat geen buitensporige of onpraktische bewijslast mag worden opgelegd. Gürok had omvangrijk bewijs overgelegd (facturen, catalogi, productcodes en substantiële omzet in meerdere lidstaten), en het was onredelijk om te eisen dat duizenden factuurregels één-op-één aan catalogusproducten werden gekoppeld. Bovendien is het juridisch onjuist om bewijs van verkoop aan eindverbruikers te verlangen: ook B2B-gebruik kan normaal gebruik opleveren. Een te strenge bewijsstandaard kan bovendien strijd opleveren met het beginsel van behoorlijk bestuur (art. 41 Handvest). De beslissing van de Kamer van Beroep wordt vernietigd en EUIPO wordt in de kosten verwezen.

IEF 23171

CEFA/EFFAS vs CFA: Gerecht bevestigt verwarringsgevaar en wijst beroep af

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 nov 2025, IEF 23171; ECLI:EU:T:2025:1067 (EFFAS tegen EUIPO en CFA), https://www.ie-forum.nl/artikelen/cefa-effas-vs-cfa-gerecht-bevestigt-verwarringsgevaar-en-wijst-beroep-af

Gerecht EU 26 november 2025; IEF 23171; IEFbe 4069; ECLI:EU:T:2025:1067 (EFFAS tegen EUIPO en CFA). EFFAS vroeg een EU-beeldmerk aan met de woorden “CEFA EFFAS Certified European Financial Analyst” voor (o.a.) educatieve/publicatieproducten en opleidings- en examendiensten in klassen 9, 16 en 41. Het CFA Institute maakte oppositie op basis van het oudere EU-woordmerk “CFA” (met name voor klassen 16, 41 en 42). De Oppositieafdeling wees de aanvraag al deels af op grond van artikel 8(1)(b) EUTMR (verwarringsgevaar). In beroep oordeelde de Kamer van Beroep vervolgens dat er verwarringsgevaar bestaat, ten minste in Duitsland, voor vrijwel alle aangevraagde waren en diensten, behalve voor “stationery; writing instruments; writing materials” (klasse 16). EFFAS stapte daarna naar het Gerecht om die beslissing (voor het afgewezen deel) onderuit te halen.

IEF 23169

Hof van Justitie laat hoger beroep May OOO niet toe

Gerecht EU (voorheen GvEA) 11 nov 2025, IEF 23169; ECLI:EU:C:2025:869 (MAY OOO tegen Schweppes, EUIPO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-van-justitie-laat-hoger-beroep-may-ooo-niet-toe

Gerecht EU 11 november 2025, IEF 23169; IEFbe 4068; ECLI:EU:C:2025:869 (MAY OOO tegen Schweppes, EUIPO). Met dit hoger beroep verzoekt MAY OOO om vernietiging van een arrest van het Gerecht [IEF 22567]. In die beslissing van het Gerecht werd een verzoek tot nietigverklaring van MAY OOO over de "MAY TEA" merken van Schweppes afgewezen. Volgens MAY OOO heeft het Gerecht onterecht geoordeeld dat er geen sprake was van verwarringsgevaar. May OOO verzoekt nu het Hof van Justitie derhalve om verduidelijking van de criteria voor de beoordeling van het verwarringsgevaar tussen twee merken die conceptueel identiek zijn maar visueel verschillen wegens het gebruik van verschillende alfabetten. 

IEF 23168

G&G maakt inbreuk op het auteursrecht van LBC

Hof Arnhem-Leeuwarden 2 dec 2025, IEF 23168; ECLI:NL:GHARL:2025:7698 (LBC tegen G&G), https://www.ie-forum.nl/artikelen/g-g-maakt-inbreuk-op-het-auteursrecht-van-lbc

Hof Arnhem-Leeuwarden 2 december 2025, IEF 23168; ECLI:NL:GHARL:2025:7698 (LBC tegen G&G). Luxury Bedding Company (hierna: LBC) brengt onder het merk Serta bedden op de markt. G&G is concurrent van LBC en brengt bedden op de markt via de Norma-collectie. Partijen stonden al eerder tegenover elkaar. De rechtbank Overijssel moest toen oordelen of er auteursrecht op de bedden van LBC zat [IEF 21590]. Deze vraag werd ontkennend beantwoord en er werd een wapperverbod opgelegd.  LBC meent in hoger beroep de rechtbank bij de beoordeling van de auteursrechtelijke bescherming van de Serta Luxury collectie is uitgegaan van onjuiste criteria. Ook heeft zij bezwaar gemaakt tegen de toewijzing van de vorderingen van G&G. Doel van de grieven van LBC is dat het hof het gehele geschil tussen partijen opnieuw beoordeelt. 

IEF 23160

Uitspraak ingezonden door Sabin Tigu en Evianne Roos, Ploum

SWITCH-merk geldig; merkinbreuk door gebruik ‘SwitchMe’ voor programma en supplementen, niet als handelsnaam

Rechtbank Den Haag 3 dec 2025, IEF 23160; ECLI:NL:RBDHA:2025:23115 (EHF tegen [partij B]), https://www.ie-forum.nl/artikelen/switch-merk-geldig-merkinbreuk-door-gebruik-switchme-voor-programma-en-supplementen-niet-als-handelsnaam

Rb. Den Haag 3 december 2025, IEF 23160; ECLI:NL:RBDHA:2025:23115EHF (EHF tegen [partij B]). Nutrition B.V. en EHF Group B.V. bieden gezondheidsproducten en lifestyleprogramma’s aan rond het idee van de “metabolic switch” (overgang van suiker- naar vetverbranding). Voor dit concept is het Benelux-woordmerk SWITCH geregistreerd. De eerste registratie in 2024 stond op naam van een niet-bestaande vennootschap; in 2025 is het merk opnieuw ingeschreven op naam van EHF Group B.V. [partij B] exploiteert sportscholen en biedt een tiendaags trainings- en voedingsprogramma én voedingssupplementen aan onder de naam “SwitchMe”, met bijbehorende website en domeinnaam. EHF vordert een verbod op het gebruik van “SwitchMe” en diverse nevenvorderingen (opgave van afnemers en winst, recall, vernietiging, rectificatie en dwangsommen). [partij B] verweert zich onder meer met het argument dat de merkregistraties ongeldig zijn, dat EHF te kwader trouw heeft gehandeld, dat SWITCH beschrijvend en niet onderscheidend is, en dat EHF haar rechten heeft verwerkt.

IEF 23154

Gerecht: bewijs normaal gebruik merk ‘my own’ voldoende

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 nov 2025, IEF 23154; ECLI:EU:T:2025:1019 (Centex SpA tegen EUIPO en Adler Modemärkte GmbH), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-bewijs-normaal-gebruik-merk-my-own-voldoende

Gerecht EU 12 november 2025, IEF 23154; IEFbe 4063; ECLI:EU:T:2025:1019 (Centex SpA tegen EUIPO en Adler Modemärkte GmbH). Centex SpA diende in 2022 een aanvraag in voor het EU-beeldmerk OWN voor kleding (klasse 25). Adler Modemärkte stelde oppositie in op basis van het oudere Duitse woordmerk my own, eveneens voor kleding. De Oppositiedivisie wees de oppositie aanvankelijk af omdat normaal gebruik van het oudere merk niet zou zijn aangetoond. In hoger beroep oordeelde de Kamer van Beroep echter dat wél voldoende bewijs bestond voor gebruik van my own voor “outerwear for women” in klasse 25 en verwees de zaak terug naar de Oppositiedivisie voor verdere inhoudelijke beoordeling van de oppositie. Centex vocht die beslissing aan bij het Gerecht, met name omdat de Kamer van Beroep nieuw bewijs (extra website-screenshots) had toegelaten en volgens Centex het gebruik nog steeds niet genoeg was onderbouwd.

IEF 23152

Verwarringsgevaar tussen SILOG en Si Log International bevestigd

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 nov 2025, IEF 23152; ECLI:EU:T:2025:1070 (SiLog GmbH tegen EUIPO en Silog SAS), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-silog-en-si-log-international-bevestigd

Gerecht EU 26 november 2025, IEF 23152; IEFbe 4062; ECLI:EU:T:2025:1070 (SiLog GmbH tegen EUIPO en Silog SAS). Het Gerecht van de EU laat de nietigverklaring in stand van het Uniewoord-/beeldmerk Si Log International voor “transport of goods” (klasse 39), op verzoek van de Franse houder van het oudere woordmerk SILOG voor onder meer “leasing of utility vehicles” (klasse 36). De Kamer van Beroep had geoordeeld dat er ten minste een lage mate van overeenstemming is tussen de diensten (beide gericht op het vervoeren van goederen: ófwel via een eigen geleasede bestel- of vrachtwagen, óf via een vervoerder), dat ze zich tot hetzelfde professionele publiek in Frankrijk richten en elkaar functioneel kunnen vervangen. Dat die diensten in verschillende klassen zijn ingedeeld en contractueel iets anders zijn ingericht (huur van een voertuig vs. transportdienst) doet daar volgens het Gerecht niet aan af. Visueel zijn SILOG en het dominante element Si Log gemiddeld overeenstemmend (zelfde letters in dezelfde volgorde, slechts een spatie en wat grafische elementen erbij), fonetisch zelfs identiek of sterk overeenstemmend; begripsmatig blijft de vergelijking neutraal, omdat “silog” en “si log” in het Frans geen vaste betekenis hebben. Het element “international” en de sterren/kleuren in het beeldmerk worden gezien als bijkomstig en weinig onderscheidend. Het oudere merk SILOG heeft normale onderscheidingskracht. In samenhang leidt dat, ondanks een hoog aandachtsniveau van professionele afnemers, tot een reëel likelihood of confusion in Frankrijk in de zin van art. 8 lid 1 onder b UMVo, zodat de nietigverklaring op grond van art. 60 lid 1 onder a UMVo in stand blijft.

IEF 23151

EU-Gerecht: WASHTOWER-merk beschrijvend en daarom ongeldig

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 nov 2025, IEF 23151; ECLI:EU:T:2025:1016 (LG Electronics, Inc. tegen EUIPO en Washtower IP BV), https://www.ie-forum.nl/artikelen/eu-gerecht-washtower-merk-beschrijvend-en-daarom-ongeldig

Gerecht EU 12 november 2025, IEF 23151; IEFbe 4061; ECLI:EU:T:2025:1016 (LG Electronics, Inc. tegen EUIPO en Washtower IP BV). Het Gerecht van de EU vernietigt de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO over het Uniemerk WASHTOWER, een beeldmerk voor “meubels, namelijk kasten voor wasmachines of wasdrogers” in klasse 20. LG Electronics had nietigheidsactie ingesteld en voerde aan dat het teken beschrijvend en niet onderscheidend is. De Kamer van Beroep had wel erkend dat het woordelement “washtower” beschrijvend is (“wash” voor wasapparaten en “tower” voor de torenvormige opstelling), maar vond dat het figuratieve element, een soort wapenschild met diverse decoratieve elementen, de beschrijvendheid zou doorbreken en het merk als geheel onderscheidend maakte. Het Gerecht sluit zich aan bij de analyse dat voor de Engelstalige consument (o.a. in Ierland en Malta) “washtower” direct verwijst naar soort, vorm en bestemming van de kasten, zodat het woordelement op zichzelf duidelijk onder artikel 7 lid 1 onder c UMVo valt.

IEF 23150

Verwarringsgevaar tussen DALL en DALLI voor schoonmaak- en cosmeticaproducten

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 nov 2025, IEF 23150; ECLI:EU:T:2025:1064 (Lavrentios Lavrentiadis tegen EUIPO en Dalli-Werke GmbH & Co. KG), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-dall-en-dalli-voor-schoonmaak-en-cosmeticaproducten

Gerecht EU 26 november 2025; IEF 23150; IEFbe 4060; ECLI:EU:T:2025:1064 (Lavrentios Lavrentiadis tegen EUIPO en Dalli-Werke GmbH & Co. KG). Het Gerecht van de EU bevestigt de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO dat het aangevraagde Uniewoordmerk DALL niet kan worden ingeschreven voor waren in klasse 3 (schoonmaakmiddelen, wasmiddelen, cosmetica, parfums e.d.), vanwege verwarringsgevaar met het oudere Uniewoordmerk DALLI van Dalli-Werke. Alle aangevraagde waren in klasse 3 vallen volgens het Gerecht binnen de ruime, maar nog steeds voldoende duidelijke categorieën van het oudere merk (“cleaning preparations”, “polishing preparations”, “abrasive preparations”, “non-medicated cosmetics” enz.), zodat de waren als identiek of in elk geval soortgelijk worden beschouwd. Dat de producten van de aanvragen in Griekenland en die van Dalli in Duitsland zouden worden geproduceerd, verandert niets: bij de beoordeling telt de warenomschrijving in het register, niet de feitelijke herkomst, en consumenten oriënteren zich primair op merken en niet op de verplichte herkomstinformatie of productcategorie-codes op etiketten. Ook de klacht dat de warenomschrijvingen van DALLI te vaag zouden zijn en in strijd met artikel 33 UMVo wordt verworpen; de gebruikte algemene termen zijn volgens het Gerecht voldoende duidelijk en precies en mogen ruim worden uitgelegd binnen hun letterlijke betekenis.