Modellenrecht  

IEF 23114

Prejudiciële vragen gesteld over de advocatenvergoeding in een modellenzaak

HvJ EU 1 sep 2025, IEF 23114; C-573/25 (Suzhou Anri Child Products tegen Cybex), https://www.ie-forum.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-gesteld-over-de-advocatenvergoeding-in-een-modellenzaak

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJEU 1 september 2025, IEF 23114; IEFbe 4039; C-573/25 (Suzhou Anri Child Products tegen Cybex) via MinBuza. Cyber GmbH (hierna: verweerder) is een producent van kinderwagens en heeft twee Uniemodellen bij het EUIPO ingeschreven staan die onderdelen van de kinderwagens tonen. Volgens verweerder heeft Suzhou Anri Child Products Co. Ltd. (hierna: verzoeker), die ook producent is van kinderwagens, inbreuk gemaakt op haar Uniemodellen en vordert een voorlopige maatregel bij de Duitse rechter. De Duitse rechter wijst de vordering toe. Verzoeker stelt beroep in. Uiteindelijk trekt verweerder zijn vordering tot een voorlopige maatregel in, waardoor verzoeker met de gemaakte advocaatkosten blijft zitten, die aanzienlijk hoger zijn dan de standaardtarieven vanwege een uurtariefafspraak met haar advocaat. Als gevolg hiervan, vordert verzoeker vergoeding van haar advocaatkosten. De verwijzende rechter vraagt het Hof of de gemaakte kosten als gerechtskosten of schadevergoeding moeten worden aangemerkt onder het Unierecht en of de verzoeker van een voorlopige maatregel hiervoor aansprakelijk kan worden gesteld.

IEF 23109

Prejudiciële vragen gesteld inzake modellenrecht

HvJ EU 18 sep 2025, IEF 23109; (Elektrizace zeleznic Praha), https://www.ie-forum.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-gesteld-inzake-modellenrecht

Prejudiciële vragen aan het HvJEU 18 september 2025, IEF 23109; IEFbe 4036; C-616/25 (Elektrizace zeleznic Praha) via MinBuza. Verzoeker stelt dat verweerder een ongeoorloofde inbreuk maakt op haar Uniemodel-rechten. Verweerder had 10 dagen na de instelling van de vordering van verzoeker bij de rechtbank, maar voordat zij daarvan op de hoogte was gesteld, verzocht om nietigverklaring van de modellen bij het EUIPO Op basis van artikel 91, lid 1 Modellenverordening wordt de procedure bij de rechtbank normaliter geschorst wanneer bij het EUIPO al een vordering tot nietigverklaring is ingesteld. De verwijzende rechter vraagt zich af of hij de zaak nu ook moet schorsen, of dat de timing van de nietigheidsvordering in casu rechtvaardigt om dit niet te doen. 

IEF 23071

IE-Klassieker: Decaux/Mediamax

Hoge Raad 29 dec 1995, IEF 23071; ECLI:NL:HR:1995:ZC1942 (Decaux tegen Mediamax), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ie-klassieker-decaux-mediamax

HR 29 december 1995, IEF 23071; ECLI:NL:HR:1995:ZC1942 (Decaux tegen Mediamax)

Onderwerp:
Bescherming van stijl.

Feiten:
Decaux heeft een houder voor een reclamebord ontwikkeld, "Mupi Senior". Mediamax heeft ook een houder op de markt gebracht onder de naam "Billboard". Volgens Decaux maakt Mediamax daardoor inbreuk op haar auteursrechten en modelrechten. "Billboard" zou een nabootsing in gewijzigde vorm zijn van de "Mupi Senior", eentje die in beperkte mate afwijkt. De vraag was of Mediamax met haar "Billboard" voldoende afstand heeft genomen van de "Mupi Senior" van Decaux. 

Rechtsregel (r.o. 3.4):
Stijl wordt niet auteursrechtelijk/modelrechtelijk beschermd. 

IEF 23045

Rechtbank beveelt staking executie wegens misbruik executiebevoegdheid

Rechtbank Oost-Brabant 24 okt 2025, IEF 23045; ECLI:NL:RBOBR:2025:6908 (Cybex c.s. tegen Stokke c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-beveelt-staking-executie-wegens-misbruik-executiebevoegdheid

Rb. Oost-Brabant 24 oktober 2025, IEF 23045; ECLI:NL:RBOBR:2025:6908 (Cybex c.s. tegen Stokke c.s.). Cybex c.s. en Stokke c.s. staan in een executiegeschil naar aanleiding van het Gelderse kort-gedingvonnis over de “Iris Chair”. Stokke stelt dat Cybex dwangsommen verbeurt door (A) oude social-mediavideo’s, (B) een afnemersbrief van 10 juli en (C) het tonen/aanbieden van de Iris Chair op cybex-online.com op 8 juli; zij claimt € 2.000.000 per entiteit en legt derdenbeslagen. Cybex vordert opheffing van alle beslagen, teruggave van goederen en gelden, een executiestop en een verbod om boven € 2.000.000 te executeren, met proceskosten. Cybex voert aan dat het Gelderse vonnis alleen een “standstill” beoogt, dat A en B daarbuiten vallen, dat C vóór rechtsgeldige betekening plaatsvindt, dat Stokke misbruik van executiebevoegdheid maakt en dat het dwangsommaximum één gezamenlijk totaal van € 2.000.000 is. In reconventie vordert Stokke betaling van € 2.000.000 door ieder van de drie Cybex-entiteiten.

IEF 23031

Het prominent tonen van afbeeldingen van de Shuffle Showdown op de website is een vorm van ‘aanbieden’ van het model

Rechtbank Den Haag 19 sep 2025, IEF 23031; ECLI:NL:RBDHA:2025:18484 (Shuffly c.s. tegen Conductr), https://www.ie-forum.nl/artikelen/het-prominent-tonen-van-afbeeldingen-van-de-shuffle-showdown-op-de-website-is-een-vorm-van-aanbieden-van-het-model

Rb. Den Haag 19 september 2025, IEF 23031; ECLI:NL:RBDHA:2025:18484 (Shuffly c.s. tegen Conductr). In het vonnis van 3 juli 2025 [IEF 22805] is Shuffly c.s. uitdrukkelijk bevolen om het model Shuffle Showdown niet langer aan te bieden. Het prominent tonen van afbeeldingen van dit model op de landingspagina en bij het productoverzicht van de website wordt door de voorzieningenrechter aangemerkt als een vorm van “aanbieden” en valt daarmee onder het verbod. Anders dan Shuffly c.s. betoogt, kan uit r.o. 5.8 van het eerdere vonnis niet a contrario worden afgeleid dat het tonen van de Shuffle Showdown wél is toegestaan. Die overweging had uitsluitend betrekking op afbeeldingen van de Supercharged Shuffle, ten aanzien waarvan ook auteursrechtelijke bescherming werd ingeroepen.De voorzieningenrechter oordeelt dat Shuffly c.s. het verbod heeft overtreden. Daarbij wordt vastgesteld dat het tonen van afbeeldingen na het vonnis meerdere keren is gedocumenteerd, waardoor het maximum van de opgelegde dwangsommen is verbeurd.

IEF 23006

Gerecht EU: niet-ontvankelijkheid van te laat ingediend beroep tegen nietigverklaring gemeenschapsmodel

Gerecht EU (voorheen GvEA) 8 okt 2025, IEF 23006; ECLI:EU:T:2025:946 (Doors Buglaria EOOD tegen EUIPO, Top Ten EOOD), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-niet-ontvankelijkheid-van-te-laat-ingediend-beroep-tegen-nietigverklaring-gemeenschapsmodel

Gerecht EU 8 oktober 2025, IEF 23006; IEFbe 4012; ECLI:EU:T:2025:946 (Doors Buglaria EOOD tegen EUIPO, Top Ten EOOD). Doors Bulgaria verzoekt vernietiging van een beslissing van de Kamer van Beroep. Doors Bulgaria had een EU-model geregistreerd voor deuren. Top Ten diende in 2023 een verzoek tot nietigverklaring in tegen dit model. De Invalidity Division verklaarde in 2024 het model nietig wegens het gebrek aan nieuwheid. Tegen deze nietigverklaring stelde Doors Bulgaria beroep in op 29 februari. Zij dienden op 27 mei de gronden van het beroep in. De Kamer verklaarde het beroep niet ontvankelijk, omdat het schriftelijke beroepschrift buiten de wettelijke termijn van vier maanden na kennisgeving was ingediend. Volgens het EUIPO vond kennisgeving plaats op 9 januari, zodat de termijn afliep op 10 mei. Doors Bulgaria stelt dat de termijn pas ging lopen op 29 februari, de datum waarop zij feitelijk kennis kreeg van de beslissing. EUIPO en Top Ten betwisten dit. 

IEF 22997

Ex parte stakingsbevel Van Cleef & Arpels tegen Topkapi Juwelier

Rechtbank Den Haag 8 nov 2024, IEF 22997; ECLI:NL:RBDHA:2024:19502 (VAN CLEEF & ARPELS S.A. tegen gerekwestreerden), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ex-parte-stakingsbevel-van-cleef-arpels-tegen-topkapi-juwelier

Rb. Den Haag 8 november 2024, IEF 22997; ECLI:NL:RBDHA:2024:19502 (VAN CLEEF & ARPELS S.A. tegen gerekwestreerden). De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft op 8 november 2024 in de ex-partezaak van Van Cleef & Arpels S.A. tegen Topkapi Juwelier v.o.f. en drie natuurlijke personen geoordeeld dat hij bevoegd is op grond van het Uniemerk- en Gemeenschapsmodelregime, met reikwijdte tot de gehele Europese Unie, en daarnaast op basis van het EVEX voor zover het verzoek op andere rechten berust. Materieel acht de rechter de geldigheid van de ingeroepen rechten en een summier aannemelijke inbreuk of rechtsbetrekking voldoende onderbouwd, net als spoedeisendheid en de proportionaliteit en subsidiariteit van de gevraagde ingreep. Tegelijkertijd wordt genoteerd dat het verzoek op onderdelen wordt afgewezen wegens onvoldoende grondslag of specificiteit of ter voorkoming van executiegeschillen. Belangrijk is dat uitsluitend de daadwerkelijk aangekruiste onderdelen van de beschikking rechtsgevolg hebben.

IEF 22936

Unga maakt inbreuk op modellen van Lego

Rechtbank Den Haag 27 aug 2025, IEF 22936; ECLI:NL:RBDHA:2025:16030 (Lego tegen Unga), https://www.ie-forum.nl/artikelen/unga-maakt-inbreuk-op-modellen-van-lego

Rb. Den Haag 27 augustus 2025, IEF 22936; ECLI:NL:RBDHA:2025:16030 (Lego tegen Unga). Lego maakt speelgoed. Unga verkoopt producten ten behoeve van loyaliteitscampagnes, vooral voor supermarktketens. Voor verschillende ketens ontwikkelt Unga campagnes met producten van bouwsteentjes. In 2022 hield de Nederlandse douane twee zendingen voor Unga tegen, want ze vermoedde inbreuk op Lego’s intellectuele eigendomsrechten. De zendingen zijn daarna vernietigd. Unga zegt dat het gaat om sets ontworpen voor de Australische, Nieuw-Zeelandse en Russische markt en er dus geen sprake is van handelingen binnen de EER. Unga betwist verder de geldigheid van de door Lego ingeroepen modellen wegens nietigheidsprocedures bij het EUIPO. Lego vraagt de rechtbank om Unga te verbieden de vermeende inbreukmakende producten te maken, aan te bieden of te verkopen, op straffe van een dwangsom. In de hoofdzaak gaat het ook om een verbod op inbreuk. Lego legt daaraan ten grondslag dat Unga inbreuk maakt op haar modellen in de zin van artikel 19 UModVo door het invoeren van de producten. De producten bevatten immers elementen die exacte kopieën zijn van de Lego-modellen, althans geen andere algemene indruk wekken.  

IEF 22918

Toch verwarringsgevaar tussen beeldmerk 'Crax' en 'Krax'

Gerecht EU (voorheen GvEA) 3 sep 2025, IEF 22918; ECLI:EU:T:2025:815 (Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ tegen EUIPO ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/toch-verwarringsgevaar-tussen-beeldmerk-crax-en-krax

Gerecht EU 3 september 2025, IEF 22918; IEFbe 3973; ECLI:EU:T:2025:815 (Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ tegen EUIPO). Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ heeft op 13 juli 2007 een aanvraag tot inschrijving van een gemeenschapsmodel gedaan, zie ook ECLI:EU:T:2025:813 en ECLI:EU:T:2025:814. Star Foods E.M. SRL diende een vordering tot nietigverklaring in wegens strijd met oudere rechten. Deze oudere rechten, waaronder het beeldmerk "KRAX". Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ voert drie middelen aan, het eerste is ontleend aan schending van artikel 25, lid 1, onder e), van verordening nr. 6/2002 in de eerdere versie ervan, het tweede aan schending van de artikelen 94 en 95 van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB 2017, L 154, blz. 1) en artikel 40, lid 1, van de Roemeense merkenwet zoals gewijzigd (Monitorul Oficial al României, nr. 856 van 18 september 2020; hierna: „nieuwe Roemeense merkenwet”), en het derde aan schending van haar rechten van verdediging. 

IEF 22909

Conclusie A-G Szpunar: auteursrechtelijke bescherming toegepaste kunst

HvJ EU 8 mei 2025, IEF 22909; ECLI:EU:C:2025:330 (Mio AB e.a. tegen Galleri Mikael & Thomas Asplund AB / konektra GmbH & LN tegen USM U. Schärer Söhne AG), https://www.ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-szpunar-auteursrechtelijke-bescherming-toegepaste-kunst

Conclusie AG HvJ EU 8 mei 2025, gevoegde zaken C-580/23 en C-795/23, IEF 22909; ECLI:EU:C:2025:330 (Mio AB e.a. tegen Galleri Mikael & Thomas Asplund AB / konektra GmbH & LN tegen USM U. Schärer Söhne AG). Zaken gaan over de auteursrechtelijke bescherming van toegepaste kunst, in deze gevallen ging het om meubels. In het auteursrecht van de Unie is voor werken van toegepaste kunst het beginsel van bescherming zonder bijzondere vereisten verankerd. In deze gevoegde zaken wordt het Hof verzocht zijn rechtspraak te verfijnen. Zaak C-580/23 ging over een tafel, zaak C-795/23 over een modulair meubelsysteem. De zaken zijn gevoegd en er zijn vier vragen aan het Hof gesteld. Deze vragen hebben betrekking op het begrip "werk" in de zin van het auteursrecht van de Unie. Szpunar behandeld verschillende aspecten in zijn conclusie. Als eerst behandelt hij de verhouding tussen auteursrechtelijke en modelrechtelijke bescherming (eerste vraag in zaak C-795/23). De verwijzende rechter in essentie te vernemen of er een regel-uitzondering-relatie bestaat tussen modelrechtelijke en auteursrechtelijke bescherming waardoor bij het onderzoek van de oorspronkelijkheid van werken van toegepaste kunst hogere eisen moeten worden gehanteerd dan bij andere soorten werken (r.o. 25-38). Daarna bespreekt Szpunar de criteria voor de beoordeling van de oorspronkelijkheid van een werk (eerste en tweede vraag in zaak C-580/23 en tweede en derde vraag in zaak C-795/23). Moet er bij beoordeling van de oorspronkelijkheid rekening worden gehouden met factoren die verband houden met het scheppingsproces en de bedoeling van de maker, dan wel alleen met elementen die zichtbaar zijn in het werk zelf? Ook vragen deze rechters zich af welke rol bij deze beoordeling is weggelegd voor bijkomende factoren zoals het gebruik van gangbare modellen bij het scheppen van het werk, het feit dat de maker zich heeft laten inspireren door bestaande voorwerpen, de mogelijkheid dat gelijkaardige voorwerpen onafhankelijk worden gecreëerd of de erkenning van het ontwerp in vakkringen (r.o. 39-62) Tenslotte de criteria voor de beoordeling van de inbreuk op beschermde auteursrechten (derde en vierde vraag in zaak C-580). Hoe moet een eventuele inbreuk op de uitsluitende auteursrechten van artikel 2, onder a), artikel 3, lid 1, en artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29 worden beoordeeld? Moet het betrokken werk herkenbaar zijn of is eenzelfde algemene indruk voldoende? (r.o. 63-73).