Auteursrecht  

IEF 22758

Proceskostenveroordeling na ingetrokken kort geding tussen Stokke en Cybex

Rechtbank Den Haag 10 jun 2025, IEF 22758; ECLI:NL:RBDHA:2025:10217 (Stokke tegen Cybex), https://www.ie-forum.nl/artikelen/proceskostenveroordeling-na-ingetrokken-kort-geding-tussen-stokke-en-cybex

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 juni 2025, IEF 22758; ECLI:NL:RBDHA:2025:10217 (Stokke tegen Cybex). Stokke is producent van de bekende Tripp Trapp-stoel, ontworpen door Peter Opsvik, en beschikt over de licentie op de bijbehorende intellectuele eigendomsrechten. Cybex heeft een kinderstoel ontwikkeld, de Iris Chair, die zij in Europa wil verhandelen, onder meer via het Nederlandse bedrijf Baby Jungle. Stokke startte daarop een kort geding tegen Cybex, Cybex Retail en Baby Jungle wegens vermeende auteursrechtinbreuk, maar trok deze procedure in nadat Baby Jungle vrijwillig aan de belangrijkste vorderingen had voldaan. Kort daarop startte Stokke een tweede kort geding tegen Cybex en twee andere retailers, Babypark en Baby-Dump, maar trok ook deze procedure in nadat Cybex verweer had gevoerd tegen de bevoegdheid van de Haagse voorzieningenrechter. Vervolgens startte Stokke een bodemprocedure bij de rechtbank Den Haag en een nieuw kort geding bij de rechtbank Gelderland. Cybex en Cybex Retail vorderen daarop in deze procedure een proceskostenveroordeling vanwege de ingetrokken kort gedingen, hetgeen door Stokke wordt betwist.

IEF 22755

Reclamebureau aansprakelijk voor auteursrechtinbreuk op foto

Rechtbank Limburg 4 sep 2024, IEF 22755; ECLI:NL:RBLIM:2024:5973 (Eiser tegen gedaagden), https://www.ie-forum.nl/artikelen/reclamebureau-aansprakelijk-voor-auteursrechtinbreuk-op-foto

Rechtbank Limburg 4 september 2024, IEF 22755; ECLI:NL:RBLIM:2024:5973 (Eiser tegen gedaagden). Eiser is professioneel fotograaf en houdt zich bezig met het in opdracht maken van foto’s en het beheren van een beeldbank waarvan foto’s tegen betaling mogen worden gepubliceerd. Gedaagde is een reclamebureau dat bedrijven adviseert over dagdeal-reclames op internet, onder meer via de website enkele-dagen-weg.nl. De vennoten van dit bedrijf hebben zonder toestemming en zonder naamsvermelding een foto van eiser op deze website geplaatst. Na ontvangst van een sommatie van eiser is de foto direct verwijderd. Eiser vordert €525 schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk. De kantonrechter stelt vast dat gedaagden niet betwisten dat de foto auteursrechtelijk beschermd is en dat het auteursrecht bij eiser berust. Ook erkennen zij dat de foto zonder toestemming en zonder naamsvermelding op hun website openbaar is gemaakt. Het verweer dat zij zich niet bewust waren van een inbreuk en niet te kwader trouw handelden, slaagt niet. Voor auteursrechtinbreuk is opzet of kwade trouw immers niet vereist. Van gedaagden mocht worden verwacht dat zij zouden onderzoeken of de foto beschermd was. De naamsvermelding van eiser had bovendien eenvoudig via internet achterhaald kunnen worden. Dat zij de foto zonder bronvermelding vonden, doet daar niet aan af.

IEF 22743

Afdeling bevestigt beperkte uitleg transparantieplicht collectieve beheersorganisaties

Raad van State 11 jun 2025, IEF 22743; ECLI:NL:RVS:2025:2618 (VCR en anderen), https://www.ie-forum.nl/artikelen/afdeling-bevestigt-beperkte-uitleg-transparantieplicht-collectieve-beheersorganisaties

Raad van State 11 juni 2025, IEF 22743; ECLI:NL:RVS:2025:2618 (VCR en anderen). De Nederlandse Vereniging van Commerciële Radio (hierna: VCR) had het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (hierna: CvTA) verzocht handhavend op te treden tegen Sena wegens onvoldoende transparantie. Sena zou standaardlicentieovereenkomsten en tarieven (inclusief kortingen) niet openbaar maken, zoals verplicht onder artikel 2p lid 1 sub c van de Wet toezicht. Het CvTA gaf op 20 december 2018 een bindende aanwijzing aan Sena om deze informatie te publiceren. Sena en NPO maakten bezwaar; het CvTA verklaarde deze deels gegrond vanwege onduidelijke motivering, maar liet de aanwijzing grotendeels in stand. In 2021 oordeelde de rechtbank dat de betrokken overeenkomsten tussen Sena en NPO/RPO/NLPO geen standaardlicentieovereenkomsten zijn en geen normaal toepasselijke tarieven bevatten. Ze zijn individueel uitonderhandeld (bijv. ‘lump sum’-bedragen), wat buiten de reikwijdte van artikel 2p Wet toezicht valt. De aanwijzing werd daarom vernietigd en herroepen. VCR en anderen betogen dat de rechtbank artikel 2p van de Wet toezicht onjuist heeft geïnterpreteerd door ten onrechte de grammaticale uitleg voorop te stellen en de andere methoden hooguit als mogelijke grond om daarvan af te wijken.

IEF 22737

Uitspraak ingezonden door Anne Bekema en Julie Visser, AC&R

Ook in hoger beroep blijkt VAAAM niet te bevoegd om de auteursrechten van fotografen te handhaven

Hof Amsterdam 3 jun 2025, IEF 22737; ECLI:NL:GHAMS:2025:1442 (VAAAM tegen EEN Media c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ook-in-hoger-beroep-blijkt-vaaam-niet-te-bevoegd-om-de-auteursrechten-van-fotografen-te-handhaven

Hof Amsterdam 3 juni 2025, IEF 22737; ECLI:NL:GHAMS:2025:1442 (Vaaam tegen EEN Media c.s.). VAAAM vertegenwoordigt fotografen Tippetts, Blaublut, Instar en Avalon in het handhaven van hun auteursrechten, al dan niet als licentiehouder. De zaak gaat om plaatsen van foto’s op verschillende websites zonder toestemming door EEN Media c.s. In eerste aanleg heeft VAAAM onvoldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat zij de rechthebbende is van de foto's van Blaublut, Instar en Avalon [zie IEF 21346]. Ten aanzien van Tippetts heeft een van de vennootschappen van EEN Media c.s. geen bewijs geleverd dat zij toestemming hadden voor gebruik van de foto, waardoor deze vordering tot schadevergoeding werd toegewezen. In hoger beroep komt VAAAM op tegen de afwijzing van de rest van de vorderingen. Het hof komt, net als de rechtbank, tot het oordeel dat VAAAM alleen voor de foto’s van de rechtstreeks bij haar aangesloten fotograaf Tippetts heeft aangetoond dat zij bevoegd is een gebod tot staking van inbreukmakend gebruik daarvan en/of schadevergoeding te vorderen. In het geval van Instar en Avalon heeft VAAAM nagelaten de procedure daadwerkelijk in naam van de client aanhangig te maken. Bij Blaublut heeft VAAAM niet nader toegelicht hoe het recht dat van toepassing is op de overeenkomst de kwestie regelt. Het Zwitserse recht laat deze constructie namelijk niet toe. Door VAAAM is, aldus het hof, onvoldoende onderbouwd gesteld dat zij de vorderingen tot handhaving heeft ingesteld namens de auteursrechthebbenden. Hierin is zij dus niet-ontvankelijk. 

IEF 22732

Verzoek om prejudiciële beslissing over overdracht gebruiksrecht foto's

Duitse Gerechten 24 feb 2025, IEF 22732; (Verzoekster tegen verweerster), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verzoek-om-prejudiciele-beslissing-over-overdracht-gebruiksrecht-foto-s

Verzoek van Oberlandesgericht Düsseldorf 24 februari 2025, IEF 22732, IEFbe 3919; C-176/25-1 (Verzoekster tegen verweerster).  Verzoekster verkoopt online accessoires voor auto’s, waaronder automatten. Met een professioneel fotograaf heeft zij van 2014 tot 2018 een mondelinge overeenkomst gehad om foto’s te maken van deze automatten. Over het gebruik of de overdracht van de gebruiksrechten van de door de fotograaf vervaardigde foto’s aan verzoekster werd niets schriftelijk overeengekomen. Verweerster heeft in 2018 verschillende automatten aangeboden via eBay en hierbij de foto’s die in opdracht van verzoekster zijn gemaakt gebruikt ter illustratie. Verzoekster ziet in deze publicatie een inbreuk op haar rechten op het gebruik van de foto’s. Het Landgericht ging ervan uit dat de fotograaf de exclusieve rechten rechtsgeldig heeft overgedragen en heeft verweerster veroordeeld tot staking. Verweerster meent in hoger beroep dat verzoekster geen procesbevoegdheid heeft, omdat er geen sprake is van een geldige overdracht van de exclusieve rechten. Daarnaast betwist verweerster het toe te passen recht en stelt dat het Poolse recht van toepassing is volgens artikel 4 lid 2 van Rome I. Het Oberlandesgericht Düsseldorf stelt het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende vragen over de uitleg van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 864/2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. De vragen zijn als volgt: 

IEF 22726

Beelden van Spaanse villa in TV-programma leveren geen auteursrechtinbreuk of misleiding op

Rechtbank Noord-Holland 21 mei 2025, IEF 22726; ECLI:NL:RBNHO:2025:5531 (Eiser tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/beelden-van-spaanse-villa-in-tv-programma-leveren-geen-auteursrechtinbreuk-of-misleiding-op

Rb. Noord-Holland 21 mei 2025, IEF 22726, RB 3902; ECLI:NL:RBNHO:2025:5531 (Eiser tegen gedaagde). Eiser is landschapsontwerper en gedaagde is interieurarchitect. Zij zijn beiden betrokken geweest bij de totstandkoming van een luxe villa met buitenruimte in Spanje. Beelden van deze Spaanse villa zijn getoond in een design televisieprogramma, “Design Secrets”, uitgezonden door SBS6 in december 2023. Gedaagde presenteerde dit item. Eiser stelt dat gedaagde inbreuk heeft gemaakt op zijn auteursrechten, misleidende reclame heeft gemaakt en meer in het algemeen onrechtmatig tegenover hem heeft gehandeld. Volgens eiser heeft gedaagde in het televisieprogramma namelijk op onrechtmatige wijze beelden van de door eiser ontworpen buitenruimte getoond dan wel laten tonen en daarbij de (misleidende) indruk gewekt dat hijzelf, en niet eiser, de ontwerper van de buitenruimte is. Eiser vordert staking van de openbaarmaking van alle beelden en de beschrijvingen die suggereren dat gedaagde de ontwerper is van de tuin en overige buitenruimte van de villa. De rechtbank volgt eiser niet in zijn stellingen en wijst zijn vorderingen af.

IEF 22723

Auteursrecht en uitgave-geschil rond hondenboeken, Hof bekrachtigt afwijzing vorderingen

Hof Amsterdam 13 mei 2025, IEF 22723; ECLI:NL:GHAMS:2025:1282 (Edicola tegen geïntimeerde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/auteursrecht-en-uitgave-geschil-rond-hondenboeken-hof-bekrachtigt-afwijzing-vorderingen

Hof Amsterdam 13 mei 2025, IEF 22723; ECLI:NL:GHAMS:2025:1282 (Edicola tegen geïntimeerde). Kort geding in hoger beroep. Geïntimeerde is auteur van een reeks hondenboeken en sluit in 2021 met uitgeverij Edicola zes afzonderlijke uitgave-overeenkomsten voor een boekenreeks. Voor de vormgeving van de kaften leveren zowel een door Edicola ingeschakelde vormgever als geïntimeerde zelf voorstellen aan, waarna de ontwerpen van geïntimeerde uiteindelijk zijn gebruikt. In april 2022 laat geïntimeerde weten het vertrouwen in Edicola te hebben verloren, waarna Edicola afziet van de uitgave van deel 3. Geïntimeerde besluit vervolgens dit deel in eigen beheer uit te geven. Begin 2023 verschijnt het boek onder de titel “De neus van de hond, deel 3. Anatomie en geurwaarneming”. Edicola stelt dat het de kaft en het binnenwerk van dit boek inbreuk maken op haar auteursrechten. Geïntimeerde betwist dit en stelt dat zij de maker is van zowel de kaft als het binnenwerk van eerdere delen. Daarnaast voert zij aan dat Edicola zelf onrechtmatig handelt door een boek over hetzelfde onderwerp uit te geven, in strijd met de uitgave-overeenkomsten. In eerste aanleg wijst de voorzieningenrechter de vorderingen van beide partijen af: aannemelijk is dat geïntimeerde maker is van de gewraakte onderdelen en uit de overeenkomsten volgt niet dat Edicola geen boek over hetzelfde onderwerp zou mogen uitgeven. In hoger beroep vordert Edicola vernietiging van het vonnis en alsnog toewijzing van haar vorderingen. Geïntimeerde vordert niet-ontvankelijkverklaring van Edicola.

IEF 22717

Geen auteursrechtelijke bescherming of slaafse nabootsing bij functioneel bepaalde rotan bloemenhuls

Hof Den Haag 29 apr 2025, IEF 22717; ECLI:NL:GHDHA:2025:928 (Appellante tegen geïntimeerde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-auteursrechtelijke-bescherming-of-slaafse-nabootsing-bij-functioneel-bepaalde-rotan-bloemenhuls

Hof Den Haag 29 april 2025, IEF 22717; ECLI:NL:GHDHA:2025:928 (Appellant tegen geïntimeerde). Kort geding in hoger beroep. Geïntimeerde Mandwerk B.V. (hierna: geïntimeerde), ontwerpt en verhandelt sinds 1915 rotanproducten. Deze zaak betreft de door haar ontworpen bloemenhulzen (hierna: de VdL-bloemenhuls) die zij in 2013 voor het eerst openbaar maakte. Appellante Import B.V. (hierna: appellante), importeert rotanproducten uit Indonesië en bracht in het najaar van 2023 vergelijkbare bloemenhulzen op de markt onder de naam Kaya. Op 15 januari 2024 sommeerde geïntimeerde appellante tot staking van het gebruik van de Kaya-hulzen wegens auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing. De voorzieningenrechter wees de vorderingen op grond van auteursrechtinbreuk toe. In hoger beroep stelt appellante dat er geen sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk en dat ook van onrechtmatige nabootsing geen sprake is. Geïntimeerde stelt dat zij auteursrechthebbende is op de VdL-bloemenhulzen en dat de combinatie van bepaalde elementen van de VdL-huls een persoonlijk stempel draagt en creatieve keuzes weerspiegelt. Zij beroept zich op de combinatie van kenmerken, niet op afzonderlijke elementen. Appellante betwist dit en voert aan dat zowel de afzonderlijke elementen als de combinatie banaal en standaard zijn en reeds vóór 2013 gebruikelijk waren.

IEF 22708

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Max Pijlman, Van Kaam.

Ook in hoger beroep rectificatie van Opgelicht?! niet toewijsbaar, geen bezwaar tegen gebruik portretfoto mogelijk

Gerechtshoven 13 mei 2025, IEF 22708; ECLI:NL:GHARL:2025:3047 ([appellant] tegen AVROTROS), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ook-in-hoger-beroep-rectificatie-van-opgelicht-niet-toewijsbaar-geen-bezwaar-tegen-gebruik-portretfoto-mogelijk

Hof Arnhem-Leeuwarden 13 mei 2025, IEF22708; ECLI:NL:GHARL:2025:3047 (appellant tegen AVROTROS). In 2021 besteedde AVROTROS in het televisieprogramma Opgelicht?! aandacht aan de talrijke tuchtrechtelijke veroordelingen van appellant, een voormalig advocaat. Appellant stelde dat hij in de uitzending ten onrechte als oplichter werd neergezet en startte daarop een kort geding tegen AVROTROS, waarin hij rectificatie van verschillende uitlatingen vorderde. Bij vonnis van 17 juni 2021 wees de voorzieningenrechter deze vordering af, oordelend dat in dit geval het recht van AVROTROS op vrijheid van meningsuiting zwaarder woog dan het recht van appellant op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer [zie IEF 20031]. Appellant stelde vervolgens een bodemprocedure in bij de rechtbank. In die procedure beperkte hij zijn bezwaren tot specifieke uitlatingen met betrekking tot een vermeend vervalst document afkomstig van een inmiddels overleden persoon. Hij betoogde dat deze uitlatingen zijn eer en goede naam schaadden. De rechtbank wees zijn vordering opnieuw af [zie IEF 21565], waarna appellant hoger beroep instelde. In hoger beroep vermeerdert appellant zijn eis. Hij vordert niet alleen rectificatie van de suggestie dat hij de verklaring en handtekening van de overleden [naam1] zou hebben vervalst, maar verzet zich tevens tegen het gebruik van zijn portretfoto aan het begin van de uitzending. In dat kader doet hij een beroep op de artikelen 19 en 20 van de Auteurswet.

IEF 22706

Uitspraak ingezonden door Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.

Auteursrechtinbreuk door openbare vertoning EK-wedstrijd in eetcafé

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 mei 2025, IEF 22706; ECLI:NL:RBZWB:2025:3320 (Videma tegen gedaagden), https://www.ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-door-openbare-vertoning-ek-wedstrijd-in-eetcafe

Rb. Zeeland-West-Brabant 14 mei 2025, IEF 22706; ECLI:NL:RBZWB:2025:3320 (Videma tegen gedaagden). Gedaagden exploiteren gezamenlijk een eetcafé. Videma is een collectieve beheersorganisatie die namens rechthebbenden op programma’s van de Nederlandse publieke en commerciële omroepen optreedt en auteursrechtelijke toestemming verleent voor zakelijke doorgifte en groepsvertoning. Op 16 juni 2024 is in het eetcafé een EK-voetbalwedstrijd vertoond. Deze vertoning is vastgelegd in een rapport met foto’s. Na constatering heeft Videma gedaagden een licentie aangeboden, maar daarop is niet gereageerd. Volgens Videma vormt de vertoning van de wedstrijd een inbreuk op het auteursrecht van de rechthebbenden. Zij vordert onder meer een verklaring voor recht, een bevel tot staking en het gestaakt houden van verdere inbreuken, verstrekking van informatie ten behoeve van het berekenen van een licentievergoeding en een schadevergoeding. Gedaagden betwisten de vorderingen en stellen dat het café ten tijde van de uitzending nog gesloten was, er geen klanten aanwezig waren en dat de televisie enkel aanstond tijdens het schoonmaken. De deur zou slechts open hebben gestaan om te luchten en bij binnenkomst van klanten zou de televisie zijn uitgezet.