DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IEF 22732

Verzoek om prejudiciële beslissing over overdracht gebruiksrecht foto's

Duitse Gerechten 24 feb 2025, IEF 22732; (Verzoekster tegen verweerster), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verzoek-om-prejudiciele-beslissing-over-overdracht-gebruiksrecht-foto-s

Verzoek van Oberlandesgericht Düsseldorf 24 februari 2025, IEF 22732, IEFbe 3919; C-176/25-1 (Verzoekster tegen verweerster).  Verzoekster verkoopt online accessoires voor auto’s, waaronder automatten. Met een professioneel fotograaf heeft zij van 2014 tot 2018 een mondelinge overeenkomst gehad om foto’s te maken van deze automatten. Over het gebruik of de overdracht van de gebruiksrechten van de door de fotograaf vervaardigde foto’s aan verzoekster werd niets schriftelijk overeengekomen. Verweerster heeft in 2018 verschillende automatten aangeboden via eBay en hierbij de foto’s die in opdracht van verzoekster zijn gemaakt gebruikt ter illustratie. Verzoekster ziet in deze publicatie een inbreuk op haar rechten op het gebruik van de foto’s. Het Landgericht ging ervan uit dat de fotograaf de exclusieve rechten rechtsgeldig heeft overgedragen en heeft verweerster veroordeeld tot staking. Verweerster meent in hoger beroep dat verzoekster geen procesbevoegdheid heeft, omdat er geen sprake is van een geldige overdracht van de exclusieve rechten. Daarnaast betwist verweerster het toe te passen recht en stelt dat het Poolse recht van toepassing is volgens artikel 4 lid 2 van Rome I. Het Oberlandesgericht Düsseldorf stelt het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende vragen over de uitleg van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 864/2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. De vragen zijn als volgt: 

IEF 22729

Geen portretrecht op villa, foto mag op website van aannemer blijven staan

Antilliaanse Gerechten 14 mei 2025, IEF 22729; ECLI:NL:OGHACMB:2025:106 (Halcyon tegen Atlas), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-portretrecht-op-villa-foto-mag-op-website-van-aannemer-blijven-staan

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 14 mei 2025, IEF 22729; ECLI:NL:OGHACMB:2025:106 (Halcyon tegen Atlas). Tussen Halcyon, opdrachtgever, en Atlas, aannemer, is een aanneemovereenkomst gesloten voor de bouw van een villa op Sint Maarten. Tijdens de bouw ontstonden geschillen over de uitvoering en openstaande gebreken. Atlas vordert in conventie betaling van openstaande facturen en de retentie, terwijl Halcyon in reconventie onder meer schadevergoeding en verrekening van besparingen vorderde. Ook vordert Halcyon verwijdering van een foto van de villa van de website van Atlas. Zij stelt hiertoe dat deze foto’s inbreuk maken op haar privacy en op het ongestoorde eigendomsrecht van de villa. Hiertoe benadrukt het hof dat er geen portretrecht bestaat voor gebouwen. De stelling van Halcyon over de foto’s zijn niet nader onderbouwd. Daarnaast geldt, volgens het hof, voor de architect ook dat deze zich (behoudens mogelijk bijzondere omstandigheden) niet op het portretrecht van een gebouw kan beroepen. Ook deze grief slaagt dus niet. Ook andere grieven werden afgewezen en Halcyon wordt veroordeeld tot betaling van het resterende bedrag aan Atlas.

IEF 22552

Geschil tussen artiest en muziekexploitant over royalty’s

Hof Amsterdam 21 jan 2025, IEF 22552; ECLI:NL:GHAMS:2025:122 (Appellanten tegen Sony), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geschil-tussen-artiest-en-muziekexploitant-over-royalty-s

Hof Amsterdam 21 januari 2025, IEF 22552; ECLI:NL:GHAMS:2025:122 (Appellanten tegen Sony). In deze zaak gaat het om een geschil tussen de artiest Appellant 1, bekend onder de artiestennaam Appellant 2, en Sony Music Entertainment Netherlands B.V. over de betaling van royalty’s en de vernietiging van exploitatie-overeenkomsten. Appellant 2 had verschillende overeenkomsten met Sony, waaronder de Naam 1-overeenkomst en de Ultra-overeenkomst, die betrekking hadden op de wereldwijde exploitatierechten van zijn muziek. In 2018 sloten partijen een beëindigingsovereenkomst, gevolgd door een vaststellingsovereenkomst (VSO) in 2021, waarin zij finale kwijting verleenden voor eerdere geschillen. Maar, Appellant 2 stelt dat Sony niet voldeed aan haar verplichtingen onder de VSO, met name met betrekking tot de audit van royaltybetalingen en de afrekening 'at source'. In eerste aanleg eisten appellanten een verklaring dat de overeenkomsten rechtsgeldig waren vernietigd, en claimden zij een hogere redelijke vergoeding voor hun bijdrage aan de muziekproducties. De rechtbank wees deze vorderingen af. Appellanten gingen in hoger beroep en vorderden de vernietiging van het vonnis van de rechtbank en toewijzing van hun gewijzigde vorderingen.

IEF 22426

Inzagevordering wijzigingsovereenkomst ontwerptekeningen

Rechtbank Rotterdam 27 nov 2024, IEF 22426; ECLI:NL:RBROT:2024:11971 (Ravestein tegen MacGregor Sweden en Ravestein tegen MacGregor Cargotec), https://www.ie-forum.nl/artikelen/inzagevordering-wijzigingsovereenkomst-ontwerptekeningen

Rb. Rotterdam 27 november 2024, IEF 22426; ECLI:NL:RBROT:2024:11971 (Ravestein tegen MacGregor Sweden en Ravestein tegen MacGregor Cargotec). Ravestein heeft twee partijen apart gedagvaard, MacGregor Sweden (hierna: MacGregor) en MacGregor Cargotec (hierna: Cargotec). Ravestein is een scheepswerf en bouwbedrijf dat een linkspan heeft ontworpen voor het gebruik op roll-on/roll-off schepen met 2 of meer dekken. Ravestein verwijt MacGregor dat de laatstgenoemde een linkspan 'Calais 10' heeft gebouwd, waarbij gebruik zou zijn gemaakt van de ontwerptekeningen van Ravestein.Ravestein stelt dat beide partijen de ontwerptekeningen, die Ravestein heeft geproduceerd voor het project ‘Ravelink’, zonder toestemming hebben gebruikt. Hierdoor hebben de gedagvaarde partijen volgens Ravestein bedrijfsgeheimen geschonden en impliceert dit onrechtmatig handelen. In 2022 is een tussenvonnis gewezen tussen Ravestein en Cargotec waarin de rechtbank oordeelde dat er geen sprake is van slaafse nabootsing [zie IEF 20776] en in 2023 is er nog een tussenvonnis gewezen waarin is geoordeeld dat het geleverde bewijs van Ravestein onvoldoende was om te bewijzen dat het bedrijfsgeheim aan MacGregor was geleverd [zie IEF 21824]. Verdere beslissingen over Ravestein tegen Cargotec worden aangehouden. In deze uitspraak heeft Ravestein een nadere incidentele vordering ingesteld doordat MacGregor volgens Ravestein niet heeft voldaan aan de veroordeling in het tussenvonnis. Hierdoor vordert Ravestein inzage van correspondentie tussen MacGregor en een derde partij en inzage in een wijzigingsovereenkomst uit 2018, die mogelijk verwijzen naar de ontwerptekeningen van Ravestein waar zij intellectuele eigendomsrechten op heeft.

IEF 22412

Korting op licentievergoedingen komt te vervallen wegens uitblijven betalingen

Rechtbank Rotterdam 15 nov 2024, IEF 22412; ECLI:NL:RBROT:2024:11575 (Eiseressen tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/korting-op-licentievergoedingen-komt-te-vervallen-wegens-uitblijven-betalingen

Rb. Rotterdam 15 november 2024, IEF 22412; ECLI:NL:RBROT:2024:11575 (Eiseressen tegen gedaagde). Eiseres 1 en eiseres 2 vorderen, op grond van de tussen partijen gesloten licentieovereenkomst, betaling van € 290,12. Dit betreft een vervallen korting die inbegrepen was bij de verschuldigde licentievergoedingen voor het ten gehore brengen van muziek op adres 1. Daarnaast vorderen zij een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, rente en proceskosten. Eiseressen hanteren in bepaalde gevallen een korting van 33,33%, maar deze vervalt wanneer de facturen niet tijdig worden betaald. Volgens eiseressen is het kortingsbedrag dan meteen opeisbaar. Gedaagde stelt dat hij de factuur niet heeft ontvangen en daarom geen kans heeft gehad om de korting te verzilveren. De factuur is namelijk naar adres 2 verzonden in plaats van naar adres 1. De afzender mag er echter van uitgaan dat de factuur is aangekomen wanneer deze naar een adres is verzonden dat eerder of onlangs is gebruikt. Daarnaast hebben eiseressen de facturen ook digitaal verzonden. Om deze redenen worden de vorderingen toegewezen.

IEF 22411

Factuur voor achtergrondmuziek in café moet betaald worden

Kantonrechter 4 nov 2024, IEF 22411; ECLI:NL:RBMNE:2024:5304 (KHN tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/factuur-voor-achtergrondmuziek-in-cafe-moet-betaald-worden

Rb. Midden Nederland 4 september 2024, IEF 22411; ECLI:NL:RBMNE:2024:5304 (KHN tegen gedaagde). Gedaagde heeft een lidmaatschapsovereenkomst afgesloten met KHN. Hierdoor heeft KHN muziekinstellingen betaald voor de auteursrechten van de achtergrondmuziek die in het café van gedaagde werd afgespeeld. Deze kosten zijn vervolgens doorberekend aan gedaagde, maar hij heeft deze factuur niet betaald. In deze procedure vordert KHN alsnog betaling hiervan. Gedaagde stelt dat hij de lidmaatschapsovereenkomst had opgezegd en dat hij niet wist dat KHN de muziekrechten namens hem betaalde. Hij zou zelf de kosten aan Buma en Sena hebben voldaan en dacht dat de facturen van KHN betrekking hadden op de lidmaatschapsbijdrage. Gedaagde heeft dit echter onvoldoende onderbouwd. Ook heeft gedaagde de opzegging niet kunnen bewijzen, waardoor deze niet kan worden vastgesteld. De verweren van gedaagde slagen dus niet, waardoor hij gehouden is de vordering van KHN te voldoen.

IEF 22405

Geschil over ontbonden distributieovereenkomst van opblaasbaar zitkussen

Hof Amsterdam 1 okt 2024, IEF 22405; ECLI:NL:GHAMS:2024:2763 (Curator tegen ZigZac), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geschil-over-ontbonden-distributieovereenkomst-van-opblaasbaar-zitkussen

Hof Amsterdam 1 oktober 2024, IEF 22405; ECLI:NL:GHAMS:2024:2763 (Curator tegen ZigZac). ZigZac heeft een zitkussen met een interne opblaaspomp ontworpen en hierover een distributieovereenkomst gesloten met een bedrijf. In de distributieovereenkomst, die een looptijd van drie jaar had, was bedongen dat het bedrijf exclusiviteit kreeg over het product. ZigZac ontving een testproduct van de fabriek en stelde vast dat de kwaliteit niet goed was. Het bedrijf stelde vervolgens dat het product nog steeds door derden werd verkocht en niet naar behoren werkte. Daarom stuurde zij ZigZac een bericht waarin zij de overeenkomst onmiddellijk ontbond. ZigZac reageerde hier meerdere malen op en ontbond de overeenkomst even later vanwege niet-nakoming. Na het faillissement van het bedrijf vordert de curator dat ZigZac de licentievergoeding terugbetaalt. ZigZac vordert op haar beurt schadevergoeding wegens het mislopen van een resterend bedrag aan licentievergoeding. In de reconventionele procedure zijn de vorderingen van de curator afgewezen. Hiertegen heeft de curator hoger beroep ingesteld.

IEF 22029

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, en Arnout Groen, AC&R

Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien

Rechtbanken 2 mei 2024, IEF 22029; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra), https://www.ie-forum.nl/artikelen/disney-mag-overeenkomsten-buma-stemra-met-andere-aanbieders-niet-inzien

Rb. Amsterdam 2 mei 2024, IEF 22029, IT 4546; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney maakt op haar platform Disney+, een subscription video on demand (hierna: SVOD)-dienst, gebruik van muziek die behoort tot het door Buma/Stemra beheerde repertoire. Voor dit gebruik hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten. Disney stelt dat zij sterke indicaties heeft dat het tarief dat door Buma/Stemra wordt gehanteerd niet is gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Dit zou in strijd zijn met artikel 21 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht), artikel 102 van het VWEU en artikel 4 van de Mededingingswet. In verband daarmee verzoekt Disney bij de rechtbank op grond van artikel 843a Rv verstrekking van, primair, de meest recente overeenkomsten die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders (waaronder Netflix en Apple) en, subsidiair, de geanonimiseerde versie van deze documenten. Uiterst subsidiair vordert Disney een door een onafhankelijk registeraccountant gecontroleerd en gewaarmerkt afschrift van informatie over de door Buma/Stemra toegepaste licentietarieven. Buma/Stemra betwist deze stellingen en betoogt dat het verzoek van Disney neerkomt op een “fishing expedition”.

IEF 22362

Broadcom vs. Philips: ontbinding licentieovereenkomst Clarity-software onterecht bevonden

Rechtbank Midden-Nederland 22 okt 2024, IEF 22362; ECLI:NL:RBMNE:2024:5958 (Broadcom), https://www.ie-forum.nl/artikelen/broadcom-vs-philips-ontbinding-licentieovereenkomst-clarity-software-onterecht-bevonden

Rb. Midden-Nederland 22 oktober 2024, IEF 22362, IT4662; ECLI:NL:RBMNE:2024:5958 (Broadcom tegen Philips). Deze zaak betreft een kort geding tussen Broadcom en Philips. Broadcom, een softwareontwikkelaar, had een licentieovereenkomst met Philips voor het gebruik van haar Clarity-software. Broadcom ontbond deze overeenkomst buitengerechtelijk per 30 april 2024, omdat Philips volgens haar de contractuele verplichtingen niet nakwam, met name door niet tweemaal per jaar te rapporteren over het gebruik van de software en door onjuiste gebruikersaantallen door te geven. Philips betwistte de geldigheid van de ontbinding en stelde dat zij de overeenkomst niet had geschonden. De voorzieningenrechter oordeelde dat Broadcom de licentieovereenkomst niet terecht had ontbonden. De rechter vond dat de tekortkomingen van Philips, zoals het niet tweemaal per jaar rapporteren, niet ernstig genoeg waren om ontbinding te rechtvaardigen. Bovendien had Broadcom deze werkwijze gedurende de looptijd van de overeenkomst geaccepteerd.

IEF 22308

Uitspraak ingezonden door mr. S.D.Bakker, mr. S.A.E. Petit en mr. J.C. Rijnierse, Backstage Legal.

Vordering tot doorbetaling ROA-gelden afgewezen

Hof Amsterdam 15 okt 2024, IEF 22308; (SI Music tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-doorbetaling-roa-gelden-afgewezen

Hof Amsterdam 15 oktober 2024, IEF 22308 (SI Music tegen gedaagde) Deze zaak betreft het eindvonnis in een geding tussen SI Music tegen gedaagde. S.I. Music vorderde in eerste aanleg de nakoming van een arbeidsovereenkomst, waarin wordt gesteld dat gedaagde toekomstige ROA-gelden zou doorbetalen aan SI Music. Daarnaast vorderde SI Music betaling van een contractuele boete, vanwege de niet-nakoming van de arbeidsovereenkomst. Dit is in eerste instantie toegewezen, waarop de gedaagde hoger beroep heeft ingesteld. Vervolgens heeft het hof in een tussenarrest geoordeeld dat de ROA-gelden bij helfte aan SI Music zouden toekomen en bij helfte aan de gedaagde. De gedaagde stelt echter dat wegens een terugbetalingsverplichting jegens Buma/Stemra, de arbeidsovereenkomst door de gedaagde niet meer nagekomen kan worden. De gedaagde kan hierdoor ook niet voldoen aan wat in het tussenarrest is besloten.