Geen billijke vergoeding voor intern gebruikte muziek in horecazaak

Rb. Gelderland 30 juli 2025, IEF 22845; ECLI:NL:RBGEL:2025:6175 (Sena tegen gedaagde). De rechtbank oordeelt over een geschil tussen Sena, de organisatie die verantwoordelijk is voor de inning en verdeling van vergoedingen voor het gebruik van fonogrammen, en een horecaonderneming die een restaurant exploiteert. Volgens Sena is vastgesteld dat in het restaurant muziek werd afgespeeld, zonder dat daarvoor een licentie met haar is afgesloten. Op basis daarvan vordert Sena onder meer betaling van een geldbedrag, rente, buitengerechtelijke kosten en een verbod op het ten gehore brengen van fonogrammen in de bedrijfsruimte, op straffe van een dwangsom. De horecaonderneming voert aan dat het uitsluitend gaat om muziek die is gecomponeerd, geproduceerd en uitgevoerd door haar (indirect) bestuurder, speciaal voor gebruik in het eigen restaurant. Deze muziek is niet voor derden beschikbaar. Zij betwist dat daarmee sprake is van openbaarmaking van fonogrammen waarvoor een vergoeding aan Sena verschuldigd is. In reconventie vraagt zij de rechtbank te verklaren dat zij geen licentie hoeft af te sluiten met Sena zolang er geen muziek wordt afgespeeld, of als dat wel het geval is, het enkel muziek betreft van eigen productie en repertoire.