Merkenrecht  

IEF 22598

Gerecht bevestigt verwerping beroep tegen afwijzing oppositie merk 'Undercover Joker

Gerecht EU (voorheen GvEA) 5 mrt 2025, IEF 22598; ECLI:EU:T:2025:215 (Granini France tegen EUIPO, Techno1), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-bevestigt-verwerping-beroep-tegen-afwijzing-oppositie-merk-undercover-joker

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22598; IEFbe 3889; ECLI:EU:T:2025:215 (Granini France tegen EUIPO, Techno1). Deze zaak betreft een oppositieprocedure tegen de inschrijving van het beeldmerk "Undercover Joker", aangevraagd door Techno1. Granini France heeft zich hiertegen verzet op basis van haar oudere Franse beeldmerk "JOKER +". De Kamer van beroep heeft het beroep verworpen, waarop Granini France beroep heeft ingesteld bij het Gerecht, en vernietiging van de bestreden beslissing verzoekt. De Kamer heeft vastgesteld dat het relevante publiek in Frankrijk bestaat uit zowel het grote publiek als professionals, met een gemiddeld tot hoog oplettendheidsniveau. De verzoekster voert aan dat de Kamer haar conclusie over het oplettendheidsniveau niet voldoende heeft gemotiveerd en stelt dat een deel van het publiek slechts een laag oplettendheidsniveau zal hebben. Het Gerecht verwerpt dit argument en bevestigt dat consumenten bij kansspelen een zeker financieel risico lopen, waardoor een gemiddeld oplettendheidsniveau gerechtvaardigd is. Wat betreft de vergelijking van de betrokken goederen en diensten bevestigt de Kamer de bevindingen van de oppositieafdeling dat sommige identiek, sommige vergelijkbaar en sommige niet vergelijkbaar zijn. De verzoekster betwist deze vaststellingen niet.

IEF 22596

Uitspraak ingezonden door Gregor Vos, Brinkhof

Ex parte bevel tegen Aldi vernietigd wegens onvoldoende onderbouwing en verzwijging van informatie

Rechtbank Den Haag 28 feb 2025, IEF 22596; (Aldi c.s. tegen World Branding Mark S.A.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ex-parte-bevel-tegen-aldi-vernietigd-wegens-onvoldoende-onderbouwing-en-verzwijging-van-informatie

Rb. Den Haag 28 februari 2025, IEF 22596 (Aldi c.s. tegen World Branding Mark S.A.). De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan in het kort geding tussen Aldi c.s. en World Branding. Aldi verzoekt om vernietiging van een ex parte bevel dat op 18 december 2024 op verzoek van World Branding is opgelegd. Dit bevel, dat zonder Aldi te horen is toegewezen, verbood de verkoop van parfumflessen waarvan World Branding stelde dat deze inbreuk maakten op haar model- en merkrechten. World Branding baseerde haar verzoek op een vermeende inbreuk door Aldi op haar Gemeenschapsmodel en Vormmerk 1 door het parfum Monte Carlo Musky Rose EDT te verhandelen. De voorzieningenrechter wees dit verzoek toe, waarna Aldi in verzet kwam en herziening en vernietiging met terugwerkende kracht verzocht. Volgens Aldi is het ex parte verzoek ingediend door een entiteit die niet de houder is van het Gemeenschapsmodel en Vormmerk 1. Daarnaast stelt zij dat de juridische onderbouwing van World Branding tekortschiet en grotendeels bestaat uit niet-relevante argumenten. Ook wijst zij erop dat in het verzoekschrift slechts een afbeelding van de Monte Carlo-fles is overgelegd, waarbij alleen de voorzijde zichtbaar is en de bovenzijde van de clip/pin niet in beeld komt. Volgens Aldi zijn deze kenmerken relevant voor de beoordeling van een mogelijke inbreuk, met name in het geval van een 3D-vormmerk. Verder voert zij aan dat in de ex parte procedure geen fysiek product is overgelegd en dat World Branding een Zwitserse rechterlijke uitspraak uit 2017, waarin negatief is geoordeeld over de geldigheid van Vormmerk 1, niet heeft overgelegd. Volgens haar had dit wél gemoeten, omdat een verzoekende partij in een ex parte procedure verplicht is om volledig en naar waarheid alle relevante feiten aan te voeren, zoals voorgeschreven in artikel 21 Rv.

IEF 22595

Gerecht vernietigt EUIPO-besluiten in 4 zaken: "ecovie" toch verwarrend met "ECOVER"

Gerecht EU (voorheen GvEA) 5 mrt 2025, IEF 22595; ECLI:EU:T:2025:211 (People Against Dirty Holdings Ltd tegen, EUIPO, Ningbo Future Houseware Co. Ltd), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-vernietigt-euipo-besluiten-in-4-zaken-ecovie-toch-verwarrend-met-ecover

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22595; IEFbe 3888; ECLI:EU:T:2025:211 (People Against Dirty Holdings Ltd tegen, EUIPO, Ningbo Future Houseware Co. Ltd). People Against Dirty Holdings Ltd, de verzoeker, komt in vier afzonderlijke zaken op tegen beslissingen van het EUIPO. De vier zaken zijn ontstaan doordat Ningbo Future Houseware Co. Ltd meerdere aanvragen heeft ingediend voor het merk "ecovie" in verschillende klassen, waaronder schoonmaakmiddelen en huishoudelijke producten. De verzoeker heeft hiertegen vier opposities ingediend, gebaseerd op verschillende oudere EU-woord- en beeldmerken van "ECOVER". De Kamer heeft in elk van deze zaken de oppositie verworpen, wat heeft geleid tot vier afzonderlijke beroepen bij het Gerecht. De merkenkwestie draait telkens om verwarringsgevaar tussen het aangevraagde merk "ecovie” en het oudere merk van de verzoeker: "ECOVER". De Kamer had eerder in alle gevallen beslist dat er geen verwarringsgevaar bestond, omdat de tekens slechts in beperkte mate visueel, fonetisch en conceptueel overeenstemmen. Volgens de Kamer omvat het relevante publiek naast consumenten ook professionals, met een aandachtsniveau dat varieert van gemiddeld tot hoog. 

IEF 22587

Gerecht bevestigt weigering inschrijving merk 'EAST INDIES GIN'

Gerecht EU (voorheen GvEA) 5 mrt 2025, IEF 22587; ECLI:EU:T:2025:208 (Victor Waskito Purwana tegen EUIPO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-bevestigt-weigering-inschrijving-merk-east-indies-gin

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22587; IEFbe 3885; ECLI:EU:T:2025:208 (Victor Waskito Purwana tegen EUIPO). Deze zaak betreft het beroep van Victor Waskito Purwana tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO, waarbij de inschrijving van het beeldmerk "EAST INDIES GIN" als Uniemerk is geweigerd. De verzoeker vordert de nietigverklaring van deze beslissing. De verzoeker heeft een internationale registratie verkregen voor een merk dat betrekking heeft op waren zoals gedistilleerde alcoholische dranken, whisky, brandy, wodka, rum, gin, likeuren, wijn, sake en alcoholische cocktails. Het EUIPO ontving de kennisgeving van deze registratie en wees de aanvraag tot inschrijving af op grond van het ontbreken van onderscheidend vermogen en het misleidende karakter van het merk. De verzoeker stelde beroep in tegen deze beslissing. De Kamer verwierp het beroep en oordeelde dat er een voldoende directe en specifieke relatie bestond tussen het merk en de betrokken waren, waardoor het relevante publiek het merk zou opvatten als een beschrijving van de geografische herkomst. De Kamer oordeelde verder dat het merk gedeeltelijk misleidend was. De verzoeker vordert de nietigverklaring van de bestreden beslissing en voert twee middelen aan: ten eerste dat het merk niet beschrijvend is en ten tweede dat het niet misleidend is.

IEF 22583

Gerecht verwerpt beroep tegen nietigverklaring van het merk AMBER

Gerecht EU (voorheen GvEA) 5 mrt 2025, IEF 22583; ECLI:EU:T:2025:203 (Summerbird A/S tegen EUIPO, Puratos), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-verwerpt-beroep-tegen-nietigverklaring-van-het-merk-amber

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22583; IEFbe 3884; ECLI:EU:T:2025:203 (Summerbird A/S tegen EUIPO, Puratos). Deze zaak betreft het door Summerbird geregistreerde woordmerk AMBER. Puratos heeft bij EUIPO een verzoek tot nietigverklaring ingediend, stellende dat het merk beschrijvend is voor de betrokken goederen en diensten. De Nietigheidsafdeling heeft dit verzoek afgewezen. Puratos heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissing. De Kamer van Beroep heeft het beroep gedeeltelijk toegewezen en de eerdere beslissing vernietigd. De Kamer verklaarde het merk AMBER ongeldig voor alle in het verzoek genoemde goederen en diensten, op basis van het beschrijvende karakter ervan. Summerbird vordert bij het Gerecht vernietiging van deze beslissing en stelt dat de Kamer ten onrechte heeft geconcludeerd dat het merk AMBER beschrijvend is. EUIPO en Puratos verzoeken om verwerping van het beroep en veroordeling van Summerbird in de proceskosten. Het Gerecht onderzoekt de vordering van Summerbird en de argumenten van de andere partijen. Summerbird voert drie klachten aan tegen de beslissing van de Kamer van Beroep. De eerste klacht is dat de Kamer onterecht bewijsstukken heeft meegenomen die dateren van na de indiening van de merkaanvraag. Het Gerecht verwerpt deze klacht en overweegt dat latere documenten in aanmerking mogen worden genomen, voor zover deze relevant zijn om de situatie op de datum van indiening te beoordelen.

IEF 22574

Conclusie AG: hof paste geen onvoldoende strenge maatstaf toe bij de toepassing van art. 14 lid 1 sub b UMVo in Puma tegen Brooks

Hoge Raad 21 feb 2025, IEF 22574; ECLI:NL:PHR:2025:261 (Puma tegen Brooks), https://www.ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-hof-paste-geen-onvoldoende-strenge-maatstaf-toe-bij-de-toepassing-van-art-14-lid-1-sub-b-umvo-in-puma-tegen-brooks

Conclusie AG 21 februari 2025, IEF 22574; ECLI:NL:PHR:2025:261 (Puma tegen Brooks). Dit merkenrecht kortgeding gaat over de vraag of Brooks het teken ‘nitro’ beschrijvend gebruikt voor een kenmerk van haar hardloopschoenen, en zo ja, of dit gebruik in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel (art. 14 UMVo). Puma is licentiehoudster van het Uniemerk ‘NITRO’ voor (onder andere) schoenen. In maart 2021 heeft Puma de hardloopschoenenlijn NITRO op de markt gebracht waarvan de tussenzool van de schoen met stikstof (nitrogen) is geïnjecteerd voor een betere demping. Brooks gebruikt deze techniek sinds medio 2020 voor hardloopschoenen en aanvankelijk gebruikte zij bij de aanprijzing van deze schoenen termen als “nitrogen injected” en “infused with nitrogen”. Vanaf medio 2022 gebruikt zij tevens de afkorting ‘nitro’. Volgens Puma maakt Brooks hiermee inbreuk op haar NITRO-merk. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen merkinbreuk was [zie IEF 21034]. Ook naar het voorlopig oordeel van het hof gebruikt Brooks de term ‘nitro’ beschrijvend in de zin van art. 14 lid 1 sub b UMVo [zie IEF 21945]. In cassatie voert Puma aan dat het hof een onvoldoende strenge maatstaf heeft gebruikt bij de toepassing van art. 14 lid 1 sub b UMVo en bestrijdt het oordeel dat Brooks’ gebruik van het teken in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. P-G Van Peursem concludeert tot afwijzing van de klachten. 

IEF 22567

Geen verwarringsgevaar tussen MAY TEA en МАЙСКИЙ ЧАЙ

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 feb 2025, IEF 22567; ECLI:EU:T:2025:181 (Schweppes International Ltd tegen EUIPO, May OOO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-may-tea-en-majskij-caj

Gerecht van de Europese Unie 26 februari 2025, IEF 22567; IEFbe 3880; ECLI:EU:T:2025:181 (Schweppes International Ltd tegen EUIPO, May OOO). May OOO heeft bij het EUIPO een verzoek tot nietigverklaring ingediend van de EU-beeldmerken MAY TEA, op basis van oudere registraties van de beeldmerken МАЙСКИЙ en het woordmerk МАЙСКИЙ ЧАЙ, en heeft zich daarbij beroepen op verwarringsgevaar. De Kamer van Beroep heeft de nietigverklaringsverzoeken toegewezen en de merken ongeldig verklaard. Schweppes heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissingen bij het Gerecht en betoogd dat er geen sprake is van verwarringsgevaar tussen de merken.  Het Gerecht beoordeelt de door de Kamer van Beroep gehanteerde maatstaven en bevestigt dat het relevante publiek in dit geval het Letse publiek omvat, met name degenen die zowel Engels als Russisch spreken of een basiskennis van deze talen hebben. De Kamer heeft vastgesteld dat deze consumenten de termen "майский чай" en "may tea" als synoniemen beschouwen en daarom de merken conceptueel identiek vinden. Op basis daarvan heeft de Kamer geoordeeld dat deze conceptuele identiteit volstaat om de visuele en fonetische verschillen tussen de merken te compenseren en dat er verwarringsgevaar bestaat. Schweppes voert echter aan dat de Kamer een onjuiste beoordeling heeft gemaakt door te veronderstellen dat een deel van het Letse publiek de Engelse en Russische woorden voor "mei-thee" als direct uitwisselbaar beschouwt. Volgens Schweppes is er geen directe associatie, aangezien de consument een vertaling zou moeten maken en bovendien rekening zou moeten houden met de verschillende alfabetten. Daarnaast wijst Schweppes op de significante visuele en fonetische verschillen tussen de merken, die volgens haar het risico op verwarring wegnemen.

IEF 22571

Geen schending BOB 'Port' door merk 'Quevedo Port'

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 feb 2025, IEF 22571; ECLI:EU:T:2025:182 (Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto, IP tegen EUIPO, Vinoquel- Vinhos Oscar Quevedo, Lda.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-schending-bob-port-door-merk-quevedo-port

Gerecht van de Europese Unie 26 februari 2025, IEF 22571; IEFbe 3882; ECLI:EU:T:2025:182 (IVDP tegen EUIPO, Vinoquel- Vinhos Oscar Quevedo, Lda.) Het Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto, IP (IVDP) heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. Het geschil betreft de aanvraag van Vinoquel- Vinhos Oscar Quevedo, Lda. om registratie van het Uniemerk "Quevedo Port" voor producten in klasse 29 (olijfolie) en klasse 33 (wijn). IVDP diende oppositie in, gebaseerd op de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) "Porto" of "Port", die is geregistreerd voor wijn. De oppositieafdeling van het EUIPO verwerpte de oppositie. IVDP stelde vervolgens beroep in bij de Kamer van Beroep, die het beroep heeft verworpen. De Kamer oordeelde dat de overeenkomsten tussen de tekens onvoldoende zijn om als direct of indirect commercieel gebruik van de BOB te kwalificeren. Het achtte tevens onwaarschijnlijk dat "Quevedo Port" de BOB oproept in de geest van het relevante publiek. IVDP verzoekt het Gerecht de beslissing van de Kamer te vernietigen en de inschrijving van "Quevedo Port" voor olijfolie te weigeren. 

IEF 22564

Merkregistratie eBilet terecht geweigerd wegens beschrijvend karakter

Gerecht EU (voorheen GvEA) 26 feb 2025, IEF 22564; ECLI:EU:T:2025:184 (eBilet Polska sp. z o.o. tegen EUIPO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/merkregistratie-ebilet-terecht-geweigerd-wegens-beschrijvend-karakter

Gerecht van de Europese Unie 26 februari 2025, IEF 22564; IEFbe 3878; ECLI:EU:T:2025:184 (eBilet Polska tegen EUIPO). eBilet Polska heeft bij het EUIPO een aanvraag ingediend voor de inschrijving van het beeldmerk "eBilet" voor verschillende goederen en diensten, waaronder software, tickets, detailhandelsdiensten en reserveringsdiensten voor entertainment en reizen. De onderzoeker van het EUIPO heeft de aanvraag gedeeltelijk geweigerd, omdat het merk als beschrijvend werd beschouwd en geen onderscheidend vermogen had. Verzoekster heeft daarop beroep ingesteld bij het EUIPO. De Kamer van Beroep heeft het beroep verworpen en geoordeeld dat het merk "eBilet" beschrijvend is, omdat het direct de soort en het beoogde gebruik van de betrokken goederen en diensten aanduidt, evenals de manier waarop de diensten worden aangeboden. Daarnaast heeft de Kamer van Beroep geoordeeld dat het merk niet onderscheidend is, omdat het relevante publiek het niet zal beschouwen als een aanduiding van commerciële herkomst. 

IEF 22565

Opheffing conservatoir beslag: handelsnaamrecht Cycle Growth prevaleert boven Uniemerk Ridefuture

Rechtbank Gelderland 27 jan 2025, IEF 22565; ECLI:NL:RBGEL:2025:1126 (Cycle Growth tegen Ridefuture), https://www.ie-forum.nl/artikelen/opheffing-conservatoir-beslag-handelsnaamrecht-cycle-growth-prevaleert-boven-uniemerk-ridefuture

Vzr. Rb. Gelderland 27 januari 2025, IEF 22565; ECLI:NL:RBGEL:2025:1126 (Cycle Growth tegen Ridefuture). Cycle Growth is een onderneming die elektrische bezorgfietsen verkoopt en least op de Nederlandse markt. Ridefuture maakt deel uit van de Rybit Group, een groep bedrijven die zich eveneens bezighoudt met de verkoop en lease van dit soort fietsen. Binnen deze groep valt ook de Taiwanese onderneming Moovo Mobility. E-bike Nederland, kortweg EBN, was tot medio 2024 actief in de verkoop en lease van bezorgfietsen onder de naam EBIKE4DELIVERY en gebruikte daarbij het logo wat hierboven is afgebeeld. Met het oog op een mogelijke samenwerking op de Europese markt sloot EBN een overeenkomst met Moovo, maar de onderhandelingen hierover liepen uiteindelijk stuk. In de tussentijd had Ridefuture het logo van EBIKE4DELIVERY als Uniebeeldmerk in zwart-wit laten registreren. Na het faillissement van EBN nam Cycle Growth alle activa en passiva over, waaronder fietsen met het EBIKE4DELIVERY-logo. Na de doorstart van het merk stelde Moovo dat het Uniewoordmerk geen onderdeel uitmaakte van de faillissementsboedel en dat het gebruik ervan moest worden gestaakt. Aan het eind van 2024 kreeg Ridefuture verlof van de voorzieningenrechter om beslag te leggen op verschillende digitale bescheiden en onderdelen van fietsen.