Overige  

IEF 22916

Uitspraak ingezonden door Femmetje de Wind, ABC Legal.

Social media post hoeft niet verwijderd te worden: [gedaagde] handelt niet onrechtmatig jegens [eiseres]

Rechtbank Amsterdam 10 sep 2025, IEF 22916; ECLI:NL:RBAMS:2025:6735 ([eiseres] tegen [gedaagde]), https://www.ie-forum.nl/artikelen/social-media-post-hoeft-niet-verwijderd-te-worden-gedaagde-handelt-niet-onrechtmatig-jegens-eiseres

Rb. Amsterdam 10 september 2025, IEF 22916; ECLI:NL:RBAMS:2025:6735 ([eiseres] tegen [gedaagde]). [eiseres] en [gedaagde] zijn beiden model, actrice en onderneemster. [gedaagde] heeft meegedaan aan het programma The Real Housewives of Amsterdam. Op 16 juni 2025 plaatst Juicechannel (een kanaal voor het verspreiden van roddels en geruchten) een bericht waarin de suggestie wordt gewekt dat [eiser] een prostituee was. Op 15 augustus 2025 heeft een woordenwisseling plaatsgevonden tussen onder meer [eiseres] en [gedaagde] op het terras van een restaurant in Amsterdam. Op 16 augustus 2025 verschijnt er ’s avonds een bericht op Juicechannel over deze woordenwisseling. Op 16 augustus 2025 heeft [gedaagde] het volgende bericht op Instagram en Facebook geplaatst: “(…) het bericht op Juice Channel klopt. De aanvaring op een Amsterdams terras heeft inderdaad plaatsgevonden. (…) Voor de duidelijkheid: ik vind het helemaal niet erg als mensen prostitué zijn of zijn geweest. Dat moet iedereen helemaal voor zichzelf weten. (…)” [eiseres] vordert [gedaagde] te veroordelen tot het verwijderen en verwijderd houden van berichten op social media op straffe van dwangsom. Ook vordert [eiseres] [gedaagde] te veroordelen tot het plaatsen van een rectificatie en het betalen van een schadevergoeding. 

IEF 22906

Geheimhoudingsbeding negen keer geschonden

Rechtbank Oost-Brabant 13 aug 2025, IEF 22906; ECLI:NL:RBOBR:2025:5016 (Eiser tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geheimhoudingsbeding-negen-keer-geschonden

Rb. Oost-Brabant 13 augustus 2025, IEF 22906; ECLI:NL:RBOBR:2025:5016 (Eiser tegen gedaagde). Partijen zijn publieke figuren die na beëindiging van hun relatie een vaststellingsovereenkomst met geheimhoudingsbeding hebben ondertekend. Partijen twisten o.a. over de uitleg van het geheimhoudingsbeding, over de vraag of het beding nietig is vanwege strijd met de goede zeden en/of vernietigbaar is vanwege wilsgebreken. Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat gedaagde het geheimhoudingsbeding heeft geschonden en daardoor een boete is verschuldigd. Gedaagde betwist dit omdat zij vindt dat het raad recht op vrijheid van meningsuiting prevaleert boven het privacybelang van eiser. Voordat de rechter hierover kan oordelen moet er eerst onderzocht worden wat partijen hebben bedoeld met het beding. Bij deze uitleg komt het aan op wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De redelijkheid en billijkheid spelen hierbij een rol. Eiser beroept zich op de overtreding en moet dit dus ook bewijzen. 

IEF 22578

Uitspraak ingezonden door Sander Petit, Petit Legal.

Raadbeslissing in tuchtzaak tegen advocaat van artiest aangespannen door artiestenmanager

Overig 24 feb 2025, IEF 22578; 24-831/A/A (Klager tegen verweerder), https://www.ie-forum.nl/artikelen/raadbeslissing-in-tuchtzaak-tegen-advocaat-van-artiest-aangespannen-door-artiestenmanager

Raad van Discipline 24 februari 2025, IEF 22578; 24-831/A/A (Klager tegen verweerder). De heer J, een IJslandse cliënt die geen Nederlands spreekt, schakelde via zijn co-managers (waaronder klager) een advocaat in voor een geschil met een muziekproducer en New Day Productions. J had € 10.000,- betaald voor deelname aan een televisieprogramma, maar de uitzending ging niet door. In 2017 en 2018 vond overleg plaats tussen de betrokkenen, en J besloot in september 2018 de behandeling van de zaak te stoppen. De zaak tegen het televisieprogramma werd niet verder opgepakt. In 2019 herstartte J de zaak tegen de muziekproducer met bijstand van verweerder, zonder betrokkenheid van klager. In 2022 vroeg J verweerder om hem bij te staan in een nieuw geschil tegen klager, omdat J klager verantwoordelijk hield voor misleiding en de overeenkomst met New Day Productions. In augustus 2022 werd klager hierover aangeschreven, en in juli 2024 werd hij namens J gedagvaard. Klager diende daarop op 30 juli 2024 een klacht in tegen verweerder bij de deken. 

IEF 22544

Rechtbank bevestigt boete ACM: Excessieve prijsverhoging geneesmiddel is misbruik machtspositie

Rechtbank Rotterdam 13 feb 2025, IEF 22544; ECLI:NL:RBROT:2025:1811 (Fabrikant tegen de ACM), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-bevestigt-boete-acm-excessieve-prijsverhoging-geneesmiddel-is-misbruik-machtspositie

Rb. Rotterdam 13 februari 2025, IEF 22544, LSR 2279; ECLI:NL:RBROT:2025:1811 (Fabrikant tegen ACM). De ACM heeft aan een geneesmiddelenfabrikant een boete opgelegd omdat zij misbruik heeft gemaakt van haar economische machtspositie door een excessieve prijs te vragen en te incasseren voor haar eigen CDCA-geneesmiddel in Nederland. De rechtbank is van oordeel dat de ACM op goede gronden heeft vastgesteld dat de geneesmiddelenfabrikant misbruik heeft gemaakt van haar economische machtspositie. De ACM heeft de buitensporigheid en de billijkheid van de prijs van het CDCA-geneesmiddel op zorgvuldige en objectieve wijze beoordeeld. Met de ACM is de rechtbank van oordeel dat registratie van het CDCA-geneesmiddel als geneesmiddel voor de behandeling van CTX wel voordelen biedt die een zekere prijsverhoging kunnen rechtvaardigen, maar een prijs die, met tussenstappen, van € 46,- naar € 13.090,- per verpakking is gegaan, gaat bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing alle perken te buiten.

IEF 22430

Voorzieningenrechter heeft verbod op DMF Teva en DMF Sandoz terecht toegewezen

Hof Amsterdam 4 dec 2024, IEF 22430; (Sandoz tegen Biogen en Teva tegen Biogen), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voorzieningenrechter-heeft-verbod-op-dmf-teva-en-dmf-sandoz-terecht-toegewezen

Hof Amsterdam 4 december 2024, IEF 22430, LSR 2266; ECLI:NL:GHAMS:2024:3211 (Sandoz tegen Biogen) en Hof Amsterdam 5 december 2024, IEF 22430, LSR 2266; ECLI:NL:GHAMS:2024:3210 (Teva tegen Biogen). Biogen is houdster van de handelsvergunning voor het geneesmiddel DMF. De Europese Commissie heeft met een uitvoeringsbesluit de marktbescherming van dit middel met een jaar verlengd. Sandoz heeft aangekondigd in Nederland op de markt te komen met het middel DMF Sandoz en Teva heeft voorbereidingen getroffen om met het middel DMF Teva op de markt te komen. Beide zijn generieke versies van DMF. Sandoz en Teva menen dat zij niet gebonden zijn aan de verlengde periode van marktbescherming van DMF omdat het uitvoeringsbesluit evident ongeldig is. Biogen heeft een kort geding aangespannen en gevorderd dat het Sandoz en Teva verboden wordt om met het middel DMF Sandoz op de markt te komen. Dit verbod is toegewezen, waarna beide partijen in hoger beroep zijn gegaan.

IEF 22029

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, en Arnout Groen, AC&R

Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien

Rechtbanken 2 mei 2024, IEF 22029; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra), https://www.ie-forum.nl/artikelen/disney-mag-overeenkomsten-buma-stemra-met-andere-aanbieders-niet-inzien

Rb. Amsterdam 2 mei 2024, IEF 22029, IT 4546; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney maakt op haar platform Disney+, een subscription video on demand (hierna: SVOD)-dienst, gebruik van muziek die behoort tot het door Buma/Stemra beheerde repertoire. Voor dit gebruik hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten. Disney stelt dat zij sterke indicaties heeft dat het tarief dat door Buma/Stemra wordt gehanteerd niet is gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Dit zou in strijd zijn met artikel 21 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht), artikel 102 van het VWEU en artikel 4 van de Mededingingswet. In verband daarmee verzoekt Disney bij de rechtbank op grond van artikel 843a Rv verstrekking van, primair, de meest recente overeenkomsten die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders (waaronder Netflix en Apple) en, subsidiair, de geanonimiseerde versie van deze documenten. Uiterst subsidiair vordert Disney een door een onafhankelijk registeraccountant gecontroleerd en gewaarmerkt afschrift van informatie over de door Buma/Stemra toegepaste licentietarieven. Buma/Stemra betwist deze stellingen en betoogt dat het verzoek van Disney neerkomt op een “fishing expedition”.

IEF 22239

Rechtbank wijst wapperverbod en inzageverzoek af in geschil over woonunit

Rechtbanken 4 sep 2024, IEF 22239; ECLI:NL:RBMNE:2024:5359 (Eiseres tegen gedaagden), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-wijst-wapperverbod-en-inzageverzoek-af-in-geschil-over-woonunit

Rb. Midden-Nederland 4 september 2024, IEF 22239; ECLI:NL:RBMNE:2024:5359 (Eiseres tegen gedaagden). Eiseres had een samenwerking met gedaagden in de ontwikkeling van woonunits. Na de beëindiging van de samenwerking eist eiseres dat gedaagden een demo-woonunit en digitale bestanden met bouwtekeningen aan haar overhandigen. Gedaagden zouden volgens eiseres onrechtmatig handelen door te claimen dat ze intellectuele eigendomsrechten heeft op deze bestanden en unit, wat zorgt voor zakelijke schade voor eiseres. Zij vordert een verbod voor gedaagden om mededelingen te doen over vermeende intellectuele eigendomsrechten (wapperverbod) en inzage in stukken ex artikel 843a Rv. Daarnaast wil eiseres dat de demo-woonunit en de bestanden worden overhandigd. De rechtbank wijst beide incidentele vorderingen af. Het wapperverbod wordt afgewezen omdat gedaagden inmiddels hebben erkend geen beroep te doen op intellectuele eigendomsrechten, waardoor het belang van eiseres bij een voorlopig verbod ontbreekt. De gevraagde inzage wordt eveneens afgewezen, omdat er geen rechtmatig belang meer is, aangezien er geen discussie meer bestaat over de IE-rechten. Ook wordt eiseres veroordeeld tot het betalen van de proceskosten in beide incidenten. De zaak zal verdergaan voor behandeling van de hoofdvordering.

IEF 22115

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam.

Moderatie op forum AVROTROS valt onder journalistieke exceptie AVG

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 jun 2024, IEF 22115; ECLI:NL:GHARL:2024:4238 (Verzoeker tegen Avrotros), https://www.ie-forum.nl/artikelen/moderatie-op-forum-avrotros-valt-onder-journalistieke-exceptie-avg

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 juni 2024, IEF 22115, IT 4574; ECLI:NL:GHARL:2024:4238 (Verzoeker tegen Avrotros). Het programma Radar van AVROTROS heeft naast tv-uitzendingen en diverse social media-kanalen, ook een website met een discussieforum. Deze zaak draait om dat forum. Via het forum kunnen gebruikers ideeën met elkaar uitwisselen en doorpraten over de uitzendingen. Het forum wordt beheerd en gemodereerd door moderators van AVROTROS. Een gebruiker van het forum heeft een inzageverzoek gedaan op basis van de AVG, dat betrekking heeft op moderatie op het forum. AVROTROS is van mening dat zij daarvoor een beroep kan doen op de journalistieke exceptie en niet aan het inzageverzoek hoeft te voldoen.

IEF 22091

Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant, Boekx

Hammy Media moet zelf video’s controleren op de vereiste toestemming

Hof Amsterdam 11 jun 2024, IEF 22091; C/13/729349 KG ZA 23-92 (Hammy Media tegen Stichting Offlimits), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hammy-media-moet-zelf-video-s-controleren-op-de-vereiste-toestemming

Hof Amsterdam 11 juni 2024, IEF 22091, IT 4569; C/13/729349 KG ZA 23-92 (Hammy Media tegen Stichting Offlimits). Hammy Media komt in dit hoger beroep op tegen het kort geding van 2023 [zie IEF 21357, waarin Stichting Offlimits nog optrad onder haar vorige naam EOKM]. In hoger beroep is niet in geschil dat de feiten juist zijn weergegeven. Kort gezegd betreft de zaak een collectieve actie van Offlimits tegen het openbaarmaken van beeldmateriaal waarbij personen ontkleed te zien zijn op plekken waar zij zich opbespied wanen of onprofessioneel beeldmateriaal waarin personen herkenbaar worden getoond terwij zij in de privésfeer seksuele handelingen verrichten. Offlimits vorderde in het kort geding een wereldwijd verbod op deze openbaarmaking voor personen die in Nederland woonachtig zijn, en een verbod in Nederland voor personen die niet in Nederland woonachtig zijn. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Offlimits deels toegewezen. Dit resulteert erin dat Hammy Media 3 werkdagen de tijd heeft om een video te verwijderen nadat Offlimits melding maakt dat deze video onder het toegewezen verbod valt. Doet zij dit niet, dan geldt er een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000, vermeerderd met € 500 euro per dag dat de video nog openbaar staat, met een maximum van € 30.000. 

IEF 22075

Vordering tot inzage in nog te publiceren boek wordt toegewezen

Rechtbanken 21 mei 2024, IEF 22075; ECLI:NL:RBGEL:2024:3102 (Eiser tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-inzage-in-nog-te-publiceren-boek-wordt-toegewezen

Rb. Gelderland 21 mei 2024, IEF 220275, IT 4561; ECLI:NL:RBGEL:2024:3102 (Eiser tegen gedaagde). [Eiser] en [gedaagde] hebben samen een dochter en hebben een ouderschapsplan opgesteld. [Gedaagde] heeft een boek geschreven geïnspireerd op haar leven met een personage gebaseerd op [eiser] en is van plan dit binnenkort te publiceren. [Eiser] heeft meerdere malen via een tussenpersoon en later via een advocaat verzocht om inzage in het manuscript om bezwaren te kunnen maken, maar [gedaagde] heeft dit geweigerd. [Gedaagde] heeft op sociale media aangekondigd dat ze een boek schrijft dat op haar leven is gebaseerd. [Eiser] vordert bij dit kort geding [gedaagde] te bevelen een exemplaar ter inzage te verstrekken. [Eiser] wil vooraf inzage in het boek van [gedaagde] om mogelijke onrechtmatigheden te controleren, wat een beperking van [gedaagde]'s vrijheid van meningsuiting inhoudt. Deze inzageverplichting kan alleen worden opgelegd in zeer uitzonderlijke omstandigheden waar publicatie onherstelbare schade zou veroorzaken. Hoewel het boek nog niet is gepubliceerd, heeft [eiser] voldoende aanwijzingen dat het mogelijk schadelijk kan zijn, dus de vordering tot inzage wordt toegewezen, waarbij [gedaagde] het boek twee weken voor publicatie aan [eiser] moet voorleggen. Het verzoek om een verbod op publicatie zonder [eiser]'s schriftelijke toestemming wordt afgewezen omdat de precieze inhoud van het boek nog niet bekend is en het niet aan [eiser] is om dit te beoordelen. De vordering om het boek te verbieden voordat het is gepubliceerd wordt ook afgewezen. De proceskosten worden tussen de partijen gecompenseerd, gezien hun eerdere affectieve relatie.