Mediarecht  

IEF 23116

Prejudiciële vragen gesteld over het oorsprongsbeginsel

HvJ EU 16 jul 2025, IEF 23116; C-474/25 (LD tegen Medienanstalt Berlin-Brandenburg), https://www.ie-forum.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-gesteld-over-het-oorsprongsbeginsel

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJEU 16 juli 2025, IEF 23116; IEFbe 4040; C-474/25 (LD tegen Medienanstalt Berlin-Brandenburg) via MinBuza. LD is de aanbieder van de audio-streamingdienst ‘LD’ voor muziek en podcasts. LD is buiten Duitsland gevestigd, maar is wel actief op de Duitse markt. Zij komt op tegen het besluit van de Duitse mediatoezichthouder (Medienanstalt Berlin-Brandenburg), waarin wordt geëist dat LD transparantiegegevens publiceert over hoe zij content selecteren en presenteren (ter bescherming van mediapluralisme). LD stelt dat zij op basis van het oorsprongsbeginsel niet onderworpen mag worden aan strengere eisen dan die zijn vastgelegd in de lidstaat van vestiging. De rechter vraagt het Hof om uitleg van het oorsprongsbeginsel zoals vastgelegd in richtlijn 2000/31.

IEF 23118

Republiek c.s. niet-ontvankelijk: geen algemene schending van art. 6 EVRM door procedures van de Koning

Hof Den Haag 2 sep 2025, IEF 23118; ECLI:NL:GHDHA:2025:1732 (Republiek c.s. tegen de Staat c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/republiek-c-s-niet-ontvankelijk-geen-algemene-schending-van-art-6-evrm-door-procedures-van-de-koning

Hof Den Haag 2 september 2025, IEF 23118; ECLI:NL:GHDHA:2025:1732 (Republiek c.s. tegen de Staat c.s.). Het Gerechtshof Den Haag behandelt het hoger beroep van Vereniging Republiek en Stichting De Republikein tegen de Staat en de gemachtigde van de Koning. Republiek c.s. stellen dat journalisten geen eerlijk proces (art. 6 EVRM) kunnen krijgen wanneer de Koning tegen hen procedeert, doordat de Koning volgens hen via 19 wettelijke, procedurele en symbolische aspecten te veel verweven is met de rechtspraak (zoals rol bij benoeming van rechters, “in naam van de Koning” op uitspraken, portret in de zaal). Zij vroegen daarom o.a. een verklaring voor recht dat dit systeem art. 6 EVRM schendt, een bevel aan de Staat om dit te herstellen, en een verbod voor de Koning om nog tegen de pers te procederen totdat eerlijke berechting is gegarandeerd. In eerste aanleg waren De Republikein en (deels) Republiek al niet-ontvankelijk verklaard en waren de overige vorderingen afgewezen.

IEF 23100

Prejudiciële vragen gesteld over audiovisuele mediadiensten

HvJ EU 29 aug 2025, IEF 23100; C-591/24 (Golf Bulgaria tegen Savet za elektronni medii), https://www.ie-forum.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-gesteld-over-audiovisuele-mediadiensten

Prejudiciële vragen aan het HvJEU 11 september 2025, IEF 23100; IEFbe 4032; C-591/24 (Golf Bulgaria tegen Savet za elektronni medii) via MinBuza. Roemenië heeft een nationale regel ingesteld waarin een algemeen rechtsbeginsel is opgenomen, waardoor de aanbieders van niet-lineaire audiovisuele mediadiensten nu bestuursrechtelijke sancties kunnen worden opgelegd vanwege het uitzenden van programma’s die in strijd zijn met ‘de goede zeden’. De goede zeden wordt in Roemeense rechtspraak als algemeen beginsel erkend. Het is de vraag of deze nationale regeling (als aanvullende voorwaarden op richtlijn 2010/13) toelaatbaar is, en of het niet de vrijheid van meningsuiting van artikel 11 Handvest beperkt. 

IEF 23077

Motie van treurnis en gedragscode: gemeente handelt rechtmatig, vorderingen afgewezen

Rechtbank Limburg 12 nov 2025, IEF 23077; ECLI:NL:RBLIM:2025:11167 ([eiseres] tegen de gemeente), https://www.ie-forum.nl/artikelen/motie-van-treurnis-en-gedragscode-gemeente-handelt-rechtmatig-vorderingen-afgewezen

Rb. Limburg 12 november 2025, IEF 23077; ECLI:NL:RBLIM:2025:11167 ([eiseres] tegen de gemeente). De kantonrechter Maastricht oordeelt dat de Gemeente Eijsden-Margraten rechtmatig handelt rond een motie van treurnis tegen een (voormalig) raadslid. Aanleiding is een Facebook-bericht waarin het raadslid de wethouder “zelfverheerlijking” verwijt en een koppeling met verkeersdoden suggereert. De rechter stelt vast dat de raad de motie in het openbaar mag behandelen omdat daarvoor voldoende feitelijke basis bestaat, dat de burgemeester binnen zijn rol blijft en dat het daaropvolgende vooronderzoek volgens de Gedragscode Integriteit zorgvuldig en vertrouwelijk verloopt. Dat “stap 1” uit art. 7.8 van de gedragscode niet plaatsvindt, maakt het optreden niet onrechtmatig; stap 1 is niet in alle gevallen verplicht.

IEF 23068

PVO schendt ‘niet-negatief’-afspraak niet

Hof Amsterdam 4 nov 2025, IEF 23068; ECLI:NL:GHAMS:2025:2920 ([appellant] tegen PVO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/pvo-schendt-niet-negatief-afspraak-niet

Hof Amsterdam 4 november 2025, IEF 23068; ECLI:NL:GHAMS:2025:2920 ([appellant] tegen PVO). Het Hof Amsterdam bevestigt het eerdere vonnis: de eisen van [appellant] tegen Stichting Persoonlijk VO (PVO) worden afgewezen. Het ging om twee zinsneden die PVO’s advocaat zei in een zitting over een huurconflict (over een allonge die de huur tot 2030 zou verlengen) en die de PZC later opschreef: “de schijn van belangenverstrengeling” en “de erfenis van [appellant]”. [appellant] vond dat dit in strijd was met een afspraak uit 2023 om elkaar niet negatief te bejegenen. In hoger beroep draaide het alleen nog om die contractafspraak; een beroep op art. 6:167 BW lag niet meer op tafel.

IEF 23054

Hof bevestigt onrechtmatig handelen door ex-partner ondernemer via lasterlijke e-mails

Hof Arnhem-Leeuwarden 21 okt 2025, IEF 23054; ECLI:NL:GHARL:2025:6528 ([appellante], MaMoMo c.s. tegen [geïntimeerde]), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-bevestigt-onrechtmatig-handelen-door-ex-partner-ondernemer-via-lasterlijke-e-mails

Hof Arnhem-Leeuwarden 21 oktober 2025, IEF 23054; ECLI:NL:GHARL:2025:6528 ([appellante], MaMoMo c.s. tegen [geïntimeerde]). [geïntimeerde] en [partner appellante] hadden in het verleden een zakelijke en affectieve relatie. [partner appellante] is inmiddels gehuwd met [appellante]. Sinds 2019 zijn er meer dan dertig gerechtelijke procedures gevoerd tussen [geïntimeerde] enerzijds en [partner appellante], zijn bedrijven en later ook [appellante] anderzijds, grotendeels naar aanleiding van beschuldigingen aan het adres van [geïntimeerde]. De onderhavige zaak draait om de vraag of [appellante] en haar vennootschappen MaMoMo c.s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens [geïntimeerde]. De rechtbank Overijssel oordeelde van wel en legde [appellante] en MaMoMo c.s. een uitingsverbod op, onder dwangsom (ECLI:NL:RBOVE:2023:2423). [appellante] stelt in hoger beroep dat het vonnis vernietigd moet worden; [geïntimeerde] vordert in incidenteel appel juist een ruimer uitingsverbod. 

IEF 23043

Rechtbank wijst verzoek tot verwijdering van URL over strafrechtelijk verleden af

Rechtbank Den Haag 28 aug 2025, IEF 23043; ECLI:NL:RBDHA:2025:16243 ([verzoeker] tegen Google), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-wijst-verzoek-tot-verwijdering-van-url-over-strafrechtelijk-verleden-af

Rb. Den Haag 28 augustus 2025, IEF 23043; IT 4999; ECLI:NL:RBDHA:2025:16243 ([verzoeker] tegen Google). [verzoeker] is een Nederlandse vastgoedondernemer. [verzoeker] gebruikt als voornaam zowel “[voornaam verzoeker 1]” als “[voornaam verzoeker 2]”. [verzoeker] is een aantal keer strafrechtelijk veroordeeld. Google exploiteert de zoekmachine Google Search. Gebruikers kunnen één of meer zoektermen opgeven, waarna de zoekmachine zoekresultaten weergeeft. Als in de zoekmachine een zoekopdracht met een van de voornamen van [verzoeker] wordt ingevoerd, verschijnt bij de zoekresultaten onder meer de URL die naar een artikel van 16 september 2022 in Dagblad De Limburger, genaamd: “Topman miljoenenfonds provincie steekt eigen geld in omstreden vakantiepark [vakantiepark] in [plaats 1] : gouverneur start onderzoek”. De topman is [naam 1], niet [verzoeker]. Maar, [verzoeker] wordt wel genoemd in relatie tot de topman. De moeder van [naam 1] is eigenaresse en bestuurder van dat vakantiepark. [verzoeker] heeft Google herhaaldelijk verzocht de URL naar het artikel te verwijderen. Zo ook in deze procedure. [verzoeker] beroept zich op de AVG. 

IEF 23041

Tijdelijke schorsing in zaak tussen Meta en Bits of Freedom

Hof Amsterdam 28 okt 2025, IEF 23041; ECLI:NL:GHAMS:2025:2886 (Meta tegen Bits of Freedom), https://www.ie-forum.nl/artikelen/tijdelijke-schorsing-in-zaak-tussen-meta-en-bits-of-freedom

Hof Amsterdam 28 oktober 2025, IEF 23041; IT 4997; ECLI:NL:GHAMS:2025:2886 (Meta tegen Bits of Freedom). In eerste aanleg is Meta veroordeeld om binnen twee weken zijn aanbevelingssysteem te veranderen [IEF 22962]. In dit incident verzoekt Meta, op grond van artikel 351 Rv, het hof om de in het bestreden vonnis gegeven bevelen te schorsen tot en met 31 januari 2026. Bits of Freedom concludeert tot afwijzing van de incidentele vordering van Meta Ierland. Het hof maakt een belangenafweging die de voorzieningenrechter niet had kunnen doen omdat het daar kort geding betrof.  

IEF 22990

De Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in Zembla-zaak over granuliet

Hoge Raad 10 okt 2025, IEF 22990; ECLI:NL:HR:2025:1524 (GIB tegen BNNVARA), https://www.ie-forum.nl/artikelen/de-hoge-raad-verwerpt-cassatieberoep-in-zembla-zaak-over-granuliet

HR 10 oktober 2025, IEF 22990; IT 4967; ECLI:NL:HR:2025:1524 (GIB tegen BNNVARA). In 2020 heeft Zembla zich in een tv-uitzending kritisch uitgelaten over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB is de producent van granuliet en meent dat haar reputatie door de uitzending is geschaad. Bij de rechtbank kreeg GIB gelijk [IEF 20936]. Maar in hoger beroep oordeelde het hof dat de uitingen niet onrechtmatig waren [IEF 22061]. A-G Hartlief concludeerde dat de cassatieklachten falen en adviseerde tot verwerping. Hij benadrukt dat er geen sprake is van rechtseenheidsproblemen omdat in deze civiele procedure niet de vraag centraal staat of granuliet als grond moet worden aangemerkt, maar of de uitlatingen van Zembla destijds voldoende feitelijke steun hadden. Ook tegen de uitspraken van de deskundige in de uitzending werd geprocedeerd [IEF 22900]. Ook deze werden in hoger beroep als niet onrechtmatig bestempeld [IEF 22067]. Hier heeft de A-G zich ook over uitgesproken (ECLI:NL:PHR:2025:912). 

IEF 22972

Verzet afgewezen; verboden tegen onrechtmatige online uitingen blijven in stand

Rechtbank Oost-Brabant 25 sep 2025, IEF 22972; ECLI:NL:RBOBR:2025:5936 ([eiseres] tegen LID c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verzet-afgewezen-verboden-tegen-onrechtmatige-online-uitingen-blijven-in-stand

Rb. Oost-Brabant 25 september 2025, IEF 22972; ECLI:NL:RBOBR:2025:5936 ([eiseres] tegen LID c.s.). [eiseres] gaat in verzet tegen een verstekvonnis van 11 juni 2025 waarin zij wordt veroordeeld onrechtmatige uitingen over de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) en drie betrokkenen te verwijderen en verwijderd te houden, geen persoonsgegevens van hen te publiceren en LID niet langer publiekelijk te beschuldigen. De voorzieningenrechter verklaart zich (mede) bevoegd via art. 102 Rv: de gestelde onrechtmatige uitingen verspreiden zich via sociale media en hebben (ook) effect binnen het arrondissement Oost-Brabant waar LID en de individuele betrokkenen werkzaam zijn. De rechter weegt vervolgens art. 10 EVRM (uitingsvrijheid [eiseres]) tegen art. 8 EVRM (eer en goede naam/persoons­sfeer LID c.s.) en stelt vast dat de zware beschuldigingen (diefstal, meineed, ambtsmisdrijven) geen steun vinden in voldoende aannemelijke feiten. Dat [eiseres] emotioneel reageert op de spoedbestuursdwang rond haar pony’s en berichten later verwijdert, rechtvaardigt de uitingen niet; CBB en RvO hebben de spoedbestuursdwang bovendien rechtmatig geacht. Het verzet is ontvankelijk maar faalt inhoudelijk.