Gepubliceerd op woensdag 18 juni 2025
IEF 22757
Hof Amsterdam ||
10 jun 2025
Hof Amsterdam 10 jun 2025, IEF 22757; ECLI:NL:GHAMS:2025:1512 (Appellant tegen URW), https://www.ie-forum.nl/artikelen/beperking-persvrijheid-door-fotografieverbod-in-winkelcentrum-deels-onrechtmatig-bij-dringende-nieuwswaarde

Beperking persvrijheid door fotografieverbod in winkelcentrum deels onrechtmatig bij dringende nieuwswaarde

Hof Amsterdam 10 juni 2025, IEF 22757; ECLI:NL:GHAMS:2025:1512 (Appellant tegen URW). Appellant is persfotograaf. URW is exploitant van het Westfield Mall of the Netherlands en heeft daar als huisregel ingesteld dat het zonder toestemming verboden is te fotograferen in dat winkelcentrum, behalve met eigen telefoon. Appellant heeft drie keer om toestemming gevraagd om daar toch te fotograferen, maar die werd hem telkens geweigerd. Hij wilde hier ten tijde van het eerste verzoek foto’s maken van de drukte in het winkelcentrum ten tijde van de corona crisis. Er was namelijk een discussie ontstaan over de naleving van de 1,5 meter afstandsregel. Het tweede verzoek tot het maken van foto’s ging over de sluiting door de politie van een winkel in het winkelcentrum. In het derde verzoek wilde appellant foto’s maken van gevallen kerstversiering. Hij vindt dat URW met de huisregel en de weigeringen onrechtmatig jegens hem handelt omdat zijn vrijheid van nieuwsgaring daarmee is aangetast. Na het afwegen van de tegengestelde belangen heeft de rechtbank zijn vorderingen geheel afgewezen. De rechtbank achtte het verbod op fotograferen met een professionele camera, dat niet alleen persfotografen raakt, is naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Hiertegen is appellant in hoger beroep gegaan. Het hof wijst de vorderingen gedeeltelijk toe. 

Grief vijf en zes van appellant zien op de afwezigheid van een legitiem belang bij het privacybelang van winkelend publiek. Deze grieven falen, nu URW zich bij haar gedragingen mag laten door de privacybelangen van de bezoekers, de huurders en de medewerkers van de Westfield Mall. URW mag daarnaast haar eigen commerciële belang mee laten wegen bij haar handelen. De overige grieven richten zich met name tegen de afwijzing tot verklaring voor recht dat URW met het toestemmingsvereiste onrechtmatig heeft gehandeld jegens appellant. Appellant stelt dat het niet kunnen maken van professionele foto’s de vrijheid van informatievergaring in het gedrang brengt. URW betoogt bij haar eerste grief dat de huisregel niet bedoeld is om het gebruik van professionele camera’s te voorkomen, maar dit doet voor de belangen van bezoekers en andere betrokkenen. Het hof oordeelt als volgt. URW kan in beginsel derden verbieden om het winkelcentrum te betreden. Hierbij moet rekening gehouden worden met gerechtvaardigde belangen van derden, zoals de vrijheid van nieuwsgaring. De huisregel is geen absoluut verbod, slechts een toestemmingsvereiste. Dit is wel een beperking van de vrijheid van nieuwsgaring, maar de belangen van de openbare orde, de bescherming van de gezondheid en de privacybelangen van de bezoekers zijn voldoende zwaarwegende redenen die deze inbreuk kunnen rechtvaardigen. Dit is anders wanneer er een dringend geval geval is waarbij de toestemming niet kan worden afgewacht. Bijvoorbeeld bij kortdurende incidenten waarbij het zinloos is om nog achteraf een foto te maken. In zulke gevallen wordt de vrijheid van nieuwsgaring te veel in haar essentie aangetast door het vereiste van voorafgaande toestemming.

De primair gevorderde verklaring wordt ten dele toegewezen. Het hof komt daarom toe aan de beoordeling van de subsidiaire vordering van appellant over de onrechtmatigheid van het toezichtvereiste bij fotograferen in het winkelcentrum. Appellant stelt dat de noodzaak van toezicht vanwege personeelsgebrek en het handhaven van een fotografieverbod met professionele camera’s zijn recht op vrije nieuwsgaring disproportioneel en niet subsidiair beperkt. URW stelt dat toezicht dient ter bescherming van de privacy van bezoekers en licht toe dat bij verleende toestemming een fotograaf wordt begeleid door een staflid, zoals beveiliging of management. Dit acht het hof op zichzelf niet onrechtmatig, aangezien URW gerechtigd is de privacybelangen van haar bezoekers te behartigen. Zolang het toezicht enkel dit doel dient, vormt het geen ongerechtvaardigde beperking van de vrije nieuwsgaring. Het ontbreken van beschikbaar personeel als weigeringsgrond moet echter per geval worden beoordeeld. Het hof wijst de subsidiaire vordering grotendeels af, behalve voor dringende gevallen waarin het toezichtvereiste de essentie van de vrije nieuwsgaring te zeer aantast.

5.2.5. Bij het beoordelen van de huisregel is van betekenis dat URW geen absoluut verbod heeft ingesteld op het fotograferen met een professionele camera, maar slechts voorafgaande toestemming daaraan heeft verbonden. Ook een dergelijk toestemmingsvereiste houdt echter een inbreuk op de vrijheid van nieuwsgaring in. Het staat [appellant] immers niet vrij om zonder meer het winkelcentrum te betreden om daar met een professionele camera nieuwsfoto’s te nemen. [appellant] heeft voldoende duidelijk gemaakt dat het gebruik van een dergelijke camera, mede vanwege de kwaliteit van de daarmee gemaakte foto’s, voor zijn beroepsuitoefening van belang is, en dat de kwaliteit van foto’s die zijn gemaakt met de camera van een mobiele telefoon – waarmee persfotografen zonder voorafgaande toestemming van URW foto’s mogen maken in de Westfield Mall – achterblijft bij die gemaakt met een professionele camera, met name in de binnenruimten van het winkelcentrum en dat wegens gebrek aan lichtgevoeligheid. URW erkent overigens dat er een kwaliteitsverschil is. De door URW in stelling gebrachte belangen in de sfeer van de openbare orde, de bescherming van de gezondheid en de privacybelangen van de bezoekers zijn echter voldoende zwaarwegende redenen die een dergelijke inbreuk zouden kunnen rechtvaardigen. Ook de commerciële belangen van URW of de huurders die in het winkelcentrum zijn gevestigd, zouden een dergelijke inbreuk kunnen rechtvaardigen.