Gepubliceerd op vrijdag 3 oktober 2014
IEF 14251
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Informatie over (door)verkoop van namaakhamsters

Hof Den Haag 30 september 2014, IEF 14251 (Cepia tegen X)
Uitspraak ingezonden door Niels Mulder en Anne Voerman, Natalie van der Laan, DLA Piper. Zie eerder IEF 11183, IEF 9235. Cepia ontwikkelt interactieve pluchen speelgoedhamsters (Zhu Zhu Pets) en is merken- en auteursrechthebbende. In 2010 werden in supermarktvestigingen namaakhamsters aangeboden. X heeft onrechtmatig jegens Cepia gehandeld door haar niet (juist) te informeren over de (door)verkoop van namaakhamsters, terwijl hij wist dat door de doorverkoop de merkinbreuk zou worden voortgezet. Het hof geeft een stakingsverbod en X dient geleden schade te vergoeden.

3.3. (...) Hierbij neemt het hof mede in aanmerking dat uit de door Cepia overlegde stukken nog geen brede bekendheid blijkt van het merk "Zhu Zhu Pets" in Nederland ten tijde van de verhandeling door X. Bovendien is onbesteden dat X onbekend was met de speelgoedbranche en dat het aantal door X ingekochte speelgoedhamsters onder meer was ingegeven door een order van X. Nu niet vast staat dat X wist of moet hebben geweten dat X merkinbreuk pleegde, treft hem van die merkinbreuk geen ernstig verwijt.

3.4. Ook de stelling van Cepia dat x een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting - die los staat van zijn taakuitoefening als bestuurder - jegens Cepia heeft geschonden, moet reeds op grond van het voorgaande worden verworpen. De stelling van Cepia dat X onrechtmatig heeft gehandeld jegens Cepia door misbruik te maken van rechtspersonen faalt evenens.

3.5. Ten aanzien van de vraag of X als bestuurder van X een ernstige verwijt kan worden gemaakt nadat hij op de hoogte was van de merkinbreuk, oordeelt het hof als volgt. (...) Nu X op 24 september 2010 wist dat zij merkinbreuk had gepleegd en Cepia uitdrukkelijk om informatie had gevraagd teneinde verdere verhandeling van de namaakhamsters te kunnen bestrijd, was X op grond van de maatschappelijke zorgvuldigheid gehouden verdere merkinbreuken door haar afnemers tegen te gaan en ten miste aan Cepia opgaaf te doen van haar verkoop van namaakhamsters ook aan X, gelet op de kenbare belangen van Cepia als merkhouder. X heeft dat nagelaten en aldus onrechtmatig jegens Cepcia gehandeld. Hij diende als enig bestuurder en feitelijk beleidsbepaler van X zorg te dragen voor tijdige en juiste informatieverstrekking aan Cepia. Dat heeft hij nagelaten; niet alleen heeft hij bijna drie maanden gewacht met het verstrekken van informatie, hij heeft Cepia in strijd met de waarheid bericht dat er alleen aan X en X was verkocht. (...) X was kennelijk niet bereid openheid van zaken te geven. Het hof leidt dit mede af uit het feit dat X Cepia nog maar onjuiste informatie heeft verstrekt, namelijk dat de facturen van X onbetaald waren gebleven en dat er geen verdere stukken waren die konden worden toegezonden.