Karakter van een boete
Met dank aan Nanda Ruyters, BRight Advocaten.
Commentaar in't kort. Reclamebureau Mzoem had voor een reclamefolder van haar opdrachtgever gebruik gemaakt van luchtfoto's van Aerodata (via Google Earth, IEF 9968). Het gebruik viel buiten de licentie en was dus inbreukmakend, aldus de Haagse rechtbank in haar uitspraak van 13 juli j.l.. De stakingsvordering werd toegewezen alsmede een deel van de gevorderde schadevergoeding (gelijk aan de gemiste licentie inkomsten). Tot zover weinig opzienbarends. Interessant is met name de motivering van de rechtbank (in r.o. 4.27 van het vonnis) waarin het merendeel van de gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen:
"Voor toekenning van de door Aerodata gevorderde additionele vergoeding van 300% van haar gebruikelijke vergoeding (..) bestaat geen ruimte. Dat een dergelijke richtlijn in de fotografie branche wordt toegepast heeft Aerodata onvoldoende nader onderbouwd en er bestaat evenmin een wettelijke grondslag voor het opleggen van een dergelijke verhoging, die naar het oordeel van de rechtbank het karakter van een boete heeft".
De rechtbank bepaalt in deze zaak terecht dat er binnen ons rechtstelsel geen ruimte is voor punitive damages.
Op grond van artikel 27a Aw, heeft de rechthebbende enkel de mogelijkheid om de daadwerkelijk geleden schade te claimen. Dit artikel (en ook het BW) biedt geen grond voor het opleggen van boeteachtige sancties. Ook de in 2004 van kracht geworden Handhavingsrichtlijn gaat (in artikel 13) uit van een stelsel waarin de rechthebbende enkel de daadwerkelijk door hem geleden schade kan vorderen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om inbreuken aan banden te leggen door het opleggen van boetes aan inbreukmakers, aldus overweging 26 en 27 van voornoemde richtlijn. Om inbreukmakers af te schrikken zijn er andere mogelijkheden, bijvoorbeeld publicatie van IE-inbreukzaken.
Toch zijn er (recent), in strijd met het voorgaande, enkele uitspraken gewezen (in Cozzmoss kantonzaken zie IEF 9868, IEF 9742, IEF 9738 en IEF 9448 en in een zaak van eveneens 13 juli 2011 van de Rechtbank Amsterdam IEF 9959) waarin de (kanton)rechter wel een schadevergoeding heeft toegekend met een punitief karakter (van twee keer de gebruikelijke licentievergoeding), zonder dat hier een contractuele grondslag (zoals toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie) voor was.
In de VS is het toekennen van een schadevergoeding van twee of drie maal de gebruikelijke licentievergoeding bij auteursrechtinbreuken niet ongebruikelijk, maar hiervoor is dan ook een wettelijke basis1.
Het toekennen van punitive damages door Nederlandse rechters moet geen trend worden. Hiervoor is geen wettelijke basis. Er is slechts ruimte voor toekenning van een andere schadevergoeding (dan een vergoeding op basis van prijs voor een gebruikelijke licentie) als er ook andere echte schade is geleden. Gelukkig oordelen Nederlandse rechters doorgaans dat er binnen het Nederlandse rechtstelsel geen ruimte is voor een verhoging van de schadevergoeding met een boetecomponent (zie o.a. IEF 7460, IEF 9495, IEF 9568, en heel recent IEF 9976). Dit was de lijn van de rechtspraak en die moet mijns inziens ook zo blijven.
[1] U.S. Copyright Act Title 17, Chapter 5, section 504(d) bepaalt dat bij auteursrechtinbreuken onder omstandigheden ruimte is voor toekenning van een extra schadevergoeding (naast het recht op gebruiksvergoeding) van twee maal de gebruikelijke licentievergoeding, zie hier.
Merkenrecht. Oppositie o.g.v. drie oudere woord-/beeldmerken STICHTING DOEN tegen woord-/beelmerk DOEN!. Oppositiebeslissing. Gedeeltelijk toegewezen. Merk wordt wel in Klasse 45: alle diensten ingeschreven en niet in Klasse 39: alle diensten.
Met gelijktijdige dank aan Erik Visscher en Ferry van Looijengoed,
Met dank aan Christel Jeunink,
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Domeinnaamrecht.
Parallelle publicatie ITenRecht
De crisis en digitalisering laten hun sporen na op het gebied van het auteursrecht, de arbeidsvoorwaarden en nieuwe businessmodellen:
Als randvermelding Mededingingsrecht in concernverhouding: Is het Mars Ondernemingsprogramma 2011 [Brons, Zilver en Goud-beloningen voor als een tankstation aan bepaalde voorwaarden voldoet] in strijd met het mededingingsrecht? Er zijn aanwijzingen dat de verwijten van Nestlé jegens Mars terecht zijn en de bodemrechter Nestlé gelijk zal geven. Niets meer en niets minder. Om vast te kunnen stellen dat de verwijten van Nestlé jegens Mars terecht zijn, is nader (economisch) onderzoek nodig waarvoor dit kort geding zich niet leent. Afwijzing van de primaire vorderingen van Nestlé. De voorzieningenrechter ziet in het door Nestlé gepresenteerde dossier in het licht van het gedocumenteerde commentaar van Mars daarop aanleiding de huidige situatie te bevriezen. De subsidiaire vordering wordt toegewezen.