Uitspraak ingezonden door mrs. M.R. Rijks, M.M.M. van Gerwen en M.P.M. van Weezel, Taylor Wessing.
Conclusie A-G Drijber in zaak Airwair/van Haren
Parket bij BenGH 10 november 2025, IEF 23101; IEFbe 4033; C-2022/15-V (Airwair tegen Van Haren). Een verzoek van Airwair aan de Eerste Kamer, gericht tegen een arrest van de Tweede Kamer waarin het Benelux-positiemerk van Airwair – een geel stiksel in de zwarte rand tussen zool en bovenschoen van een veterlaars – nietig is verklaard wegens gebrek aan onderscheidend vermogen [IEF 21931]. De Tweede Kamer oordeelde dat het merk wel is ingeburgerd voor donkerkleurige laarzen, maar niet voor andere kleurvarianten, en verklaarde het merk daarom in zijn geheel nietig. De centrale rechtsvraag is: moet een merk dat wordt gebruikt op producten met verschillende verschijningsvormen onderscheidend vermogen hebben voor alle verschijningsvormen, of is inburgering voor één representatieve vorm voldoende om het merk te behouden?