Geen bewijsbeslag Moszkowicz: verzuim melding andere (afgewezen) rekesten en geen auteursrechtinbreuk
Hyperlinken, tussenpersonen & the value gap: praat mee op donderdag 7 juli a.s. tijdens het IE Zomer Forum Congres.
U kunt zich hier opgeven.
Download hier de presentatie (incl. stellingen) alvast.
Onderwerpen:
• Hyperlinken
• Tussenpersonen
• The value gap
Bijdrage ingezonden door Mark Buijnsters, BRight Advocaten.
Beide iconen zijn betrokken (geweest) bij langlopende procedures over muzikale sampling. De uitkomst hiervan heeft hiphop-producenten en dj’s in Duitsland en de VS weer wat ademruimte gegeven. Een korte beschouwing (of ‘sample’ - zo u wilt).
Componisten en platenmaatschappijen versus hiphop-producten: wie wint? Vooral in de hiphop-scene worden vanouds veel samples gebruikt; fragmentjes die geknipt worden uit andere auteursrechtelijk en nabuurrechtelijk beschermde songs. Het is cruciaal om daarbij een balans te vinden tussen muziekrechten en artistieke vrijheid. Vaak zal het hier overigens wel gaan om naburige rechten, en niet om auteursrechten. Tenzij de sample zelf zó onderscheidend is (‘I can’t go for that’ - Hall & Oates?), zal het niet zo snel zijn dat dat ene stukje op zichzelf voldoet aan de werktoets. En geen beschermd werk betekent natuurlijk ook geen auteursrechtinbreuk.
Rechtbank Rotterdam 8 juni 2016, IEF 16047; ECLI:NL:RBROT:2016:4396 (Korpaspel)
Zie eerder IEF 15657. Op het Korpa-spel - een bingospel met speelkaarten - rust auteursrechtelijke bescherming. Gedaagde heeft daarop inbreuk gemaakt door twee spellen op de markt te brengen die veel op het Korpa-spel lijken. De totaalindrukken stemmen - met inbegrip van de naam Korpa - (vrijwel) geheel overeen met het Korpa-spel. Een inbreukverbod voor Nederland wordt gegeven.
Uitspraak ingezonden door Jaap Versteeg, Versteeg Wigman Sprey.
Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 17 juni 2016, IEF 16041; ECLI:NL:RBNNE:2016:2878 (Moszkowicz tegen RAAF)
Bij tussenvonnis [IEF 15979] werd DigiJuris opgedragen te onderzoeken of in de laatste versie van het in beslaggenomen scenario is opgenomen dat de persoon in een slaapkamer heroïne krijgt aangeboden door zijn vriendin/vrouw. Gelet op het deskundigenbericht heeft eiser in het kader van artikel 1019a Rv niet voldoende aannemelijk gemaakt dat hij mogelijk een onderliggende vordering heeft op gedaagden uit hoofde van (een dreigende) schending van het auteursrecht van eiser. De vordering ex 843a Rv voor inzage in het scenario wordt afgewezen.
Uitspraak mede ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Conclusie AG 16 juni 2016, IEF ; IEFbe; C-174/15; ECLI:EU:C:2016:459 (VOB tegen Stichting Leenrecht)
Zie eerder IEF 14164 en IEF 14829. Auteursrecht en naburige rechten. Verhuur- en uitleenrecht voor beschermde werken. E-Books. Openbare bibliotheken. Conclusie AG:
1) Artikel 1, lid 1, van [richtlijn 2006/115/EG], gelezen in samenhang met artikel 2, lid 1, onder b), van die richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat onder het uitleenrecht in de zin van dit artikel mede wordt verstaan het voor beperkte tijd aan het publiek ter beschikking stellen van e‑books door bibliotheken. Lidstaten die de uitleenexceptie van artikel 6 van deze richtlijn willen invoeren voor de uitlening van e‑books dienen zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden van die uitlening geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van het werk en niet op ongerechtvaardigde wijze schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de auteurs.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden en Visser Schaap & Kreijger.
Robert Moszkowicz verzet zich tegen een film die gebaseerd zou zijn op zijn autobiografie “De Straatvechter, mijn verhaal”. De voorzieningenrechter in Groningen (ECLI:NL:RBNNE:2016:2521) staat inzage toe in een scenario waar beslag op is gelegd om vast te stellen of een bepaalde bedscène daarin voorkomt:
“Terzake van de ‘bedscène’ overweegt de voorzieningenrechter dat deze scène – gelet op de thans bekende gegevens – een zodanige gelijkenis vertoont met de relevante passage uit het boek dat eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een (dreigende) auteursrechtelijke inbreuk. Immers, de in het boek beschreven passage sluit op belangrijke elementen aan op de scène zoals beschreven in de verklaringen van de figuranten die aan deze scène hebben meegewerkt. Zo is de hoofdpersoon in de scène een op eiser gebaseerd personage die samen met zijn vriendin op haar initiatief voor het eerst heroïne aanbiedt. Deze elementen komen ook voor in de desbetreffende passage uit het boek. Bovendien vindt de scène, net als in het boek, plaats in de slaapkamer. Ten aanzien van deze gegevens is niet gebleken dat deze gegevens - anders dan uit het boek van eiser - publiekelijk bekende gegevens zouden zijn”.
Deze redenering van de voorzieningenrechter lijkt mij niet juist.
Uitspraak ingezonden door Annelot Sitsen en Lars Bakers, BINGH.
Rechtbank Amsterdam 8 juni 2016, IEF 16015 (Architectenweb tegen Zebor)
Auteursrecht. Schadeberekening. Architectenweb biedt een multimediaal platform voor architecten om vakinhoudelijke informatie in te winnen. Zebor gaat langs architecten om producten onder de aandacht te brengen, op hun website zijn alle nieuwsberichten van Architectenweb onder het tabje nieuws integraal gekopieerd en geplaatst. Inbreuk op auteursrecht wordt neit betwist, alleen de omvang van de inbreuk. Er is geen sprake van een substantiële investering, dus geen databankenrecht. De rechtbank verklaart voor recht dat er in strijd met de auteursrechten van Architectenweb is gehandeld door de overname van berichten, veroordeeld Zebor tot betaling van €5.255,50, e.g. €0,05 per woord in plaats van het gevorderde €0,47 en compenseert de proceskosten.
Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juni 2016, IEF 16011; IEFbe 1828; ECLI:NL:RBDHA:2016:6256 (Colourful Rebel tegen Hip&Go)
Merkenrecht. Auteursrecht. Modelrecht. Deels toegewezen. Colourful Rebel ontwerpt en verkoopt trui met opdruk REBEL en DRAAK. Hip&Go heeft ook truien met zelfde opdrukken. De DRAAK-trui wordt verboden op grond van het Benelux-merk. De REBEL-trui haalt de drempel voor auteursrechtelijke noch modelrechtelijke bescherming niet. Een enkel bestaand woord in een vaker voorkomend lettertype kan, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet worden geacht een eigen karakter te hebben. Het merkenrechtelijke verbod wordt ondersteund door een dwangsom en opgaveplicht.
HvJ EU 9 juni 2016, IEF 16009; IEFbe 1826; ECLI:EU:C:2016:418; zaak C-470/14 (EGEDA e.a.)
Auteursrecht. Naburige rechten. Art. 5 InfoSoc. Uitzonderingen en beperkingen. Billijke thuiskopiecompensatie gefinancieerd vanuit staatsbegroting. Het Spaanse stelsel waarbij de billijke compensatie voor auteurs van wie het werk wordt gekopieerd voor privégebruik uit de begroting wordt gefinancierd, is niet in overeenstemming met de auteursrechtrichtlijn. In een dergelijk stelsel is immers niet gewaarborgd dat de kosten van die billijke compensatie uiteindelijk enkel worden gedragen door de gebruikers van kopieën voor privégebruik. Antwoord HvJ EU:
Article 5(2)(b) of [InfoSoc] must be interpreted as precluding a scheme for fair compensation for private copying which, like the one at issue in the main proceedings, is financed from the General State Budget in such a way that it is not possible to ensure that the cost of that compensation is borne by the users of private copies.