Horeca Nederland kan contributie en Buma/Sena-heffingen niet innen na einde vof
Rb. Limburg, 6 augustus 2025, IEF 22859; ECLI:NL:RBLIM:2025:7931 (Horeca Nederland tegen gedaagde 1). Horeca Nederland vordert betaling van € 1.789,76, bestaande uit contributie en Buma/Sena-heffingen, van een voormalig lid. De onderneming is aanvankelijk een vof, ingeschreven voor Thaise catering, die zich bij Horeca Nederland aanmeldt. Na enkele maanden wordt de vof ontbonden; een van de vennoten zet het bedrijf voort als eenmanszaak, maar nu als massagesalon. Horeca Nederland blijft facturen sturen voor contributie en muziekrechten, deels zelfs voor perioden ná de ontbinding. De kantonrechter maakt onderscheid tussen beide fasen. Voor de periode ná 15 juli 2021 geldt dat de vof niet meer bestaat en de eenmanszaak een massagesalon drijft, zodat er geen horeca-activiteiten zijn waarop het lidmaatschap of muziekheffingen nog van toepassing kunnen zijn. Facturen die daarop zien missen een grondslag. Voor de periode vóór de ontbinding wordt evenmin toegewezen. Het aanmeldformulier vermeldt wel “mechanische achtergrondmuziek”, maar gedaagde betwist dat er muziek in de zaak werd afgespeeld en voert aan dat de onderneming uitsluitend een afhaal- en bezorgservice betrof. Horeca Nederland levert geen aanvullend bewijs dat er daadwerkelijk muziek werd ten gehore gebracht. Daarmee staat onvoldoende vast dat contributie of Buma/Sena-vergoedingen verschuldigd zijn.