Sprekers van IE-diner op donderdag 30 januari 2025 bekend
Het jaarlijkse IE-diner markeert traditiegetrouw de feestelijke start van het nieuwe jaar in de wereld van het intellectueel eigendomsrecht. Op donderdag 30 januari 2025 nodigen wij u van harte uit voor een avond vol inspiratie, connecties en culinaire hoogtepunten in Hotel Arena, Amsterdam.
Onder leiding van ceremoniemeester Bernt Hugenholtz, professor IE-recht en een vertrouwd gezicht binnen de IE-gemeenschap, belooft deze 17de editie opnieuw een memorabele ervaring te worden.
Met drie prominente sprekers, een stijlvol driegangendiner en volop gelegenheid om te netwerken, bieden we u een avond die u niet wilt missen. Benieuwd naar wie er nog meer spreken? Lees dan verder!
Rechtbank Amsterdam bevoegd in zaak Modern Entertainment
Rb. Amsterdam 15 januari 2025, IEF 22487; ECLI:NL:RBAMS:2025:235 (Modern Entertainment c.s. tegen gedaagde). De Rechtbank Amsterdam heeft in een incident geoordeeld dat zij bevoegd is om een zaak te behandelen waarin Modern Entertainment c.s. schadevergoeding vordert. De vordering is gebaseerd op een gestelde schending van hun eer en goede naam door e-mails van de gedaagde, die in Spanje woont. De rechtbank baseert haar bevoegdheid op artikel 7 lid 2 van de Brussel I bis-Verordening. Deze bepaling biedt een alternatieve grondslag voor geschillen uit onrechtmatige daad en stelt dat de rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of kan voordoen, bevoegd is. De rechtbank volgt de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Volgens deze rechtspraak is de rechter bevoegd in zaken over schending van persoonlijkheidsrechten, zoals via internet, in de lidstaat waar de benadeelde woont en waar het centrum van diens belangen zich bevindt. Modern Entertainment c.s. heeft aangevoerd dat zij in Nederland gevestigd en woonachtig zijn en dat hun belangen zich daar bevinden. Dit is door de gedaagde niet betwist. De rechtbank stelt vast dat zij bevoegd is om van de zaak kennis te nemen en veroordeelt de gedaagde tot betaling van €598.
Hof bevestigt auteursrecht architect op modulair bouwsysteem
Hof Arnhem-Leeuwarden 14 januari 2025, IEF 22488; ECLI:NL:GHARL:2025:110 (appellante, appelant tegen geïntimideerde). Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep uitspraak gedaan over auteursrechten op een modulair bouwsysteem en afbeeldingen daarvan. Het hof oordeelt dat de architect auteursrechthebbende is op zowel de module als de afbeeldingen die in deze zaak voorliggen. In een tussenarrest had het hof al vastgesteld dat de vrouw inbreuk heeft gemaakt op deze auteursrechten, wat leidde tot verbeurde dwangsommen van €75.000 [zie IEF 22327]. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de handelsnaamrechten op "Woodstacker" gezamenlijk toekomen aan de architect en de man. Hierdoor kon de architect alleen namens de gezamenlijke rechthebbenden een handelsnaamverbod eisen, wat niet is gebeurd.
CvTA stemt in met wijzigingen TKA-reglement van Stichting NORMA
CvTA 18 december 2024, IEF 22486 (Instemmingsverzoek wijziging TKA-reglement). Het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) heeft ingestemd met een voorstel van Stichting NORMA om het Deelverdelingsreglement Thuiskopie Audio (TKA-reglement) te wijzigen. NORMA diende dit verzoek in om het reglement beter af te stemmen op haar governance-structuur, de terminologie van Sena, en de wens om te stoppen met de individuele verdeling van thuiskopiegelden voor klassieke live-uitvoeringen (TKALK). NORMA stelt dat de TKALK-verdeling niet meer bedrijfseconomisch haalbaar is vanwege hoge kosten en arbeidsintensiteit, terwijl het slechts een klein deel van de totale thuiskopiegelden betreft. Klassieke musici blijven echter aanspraak maken op vergoeding via de reguliere verdeling, gebaseerd op downloadgegevens, die representatiever zijn voor thuiskopiegebruik. Het CvTA constateert dat NORMA aan de vereisten voor interne besluitvorming heeft voldaan en dat ook Stichting de Thuiskopie heeft ingestemd met de wijzigingen. Het CvTA waardeert dat NORMA verder zal onderzoeken of een collectieve vergoeding voor klassieke musici via een fonds mogelijk is. Het CvTA besluit dat de voorgestelde wijzigingen passen binnen de praktische en financiële mogelijkheden van NORMA en het algemene verdelingsbeleid voor rechthebbenden. Het College stemt daarom in met het gewijzigde TKA-reglement, maar geeft aan dat deze instemming geen oordeel inhoudt over de juridische overeenstemming met het auteurs- en nabuurrecht.
Tuchtrecht: geen bewijs voor een gebrek aan onafhankelijkheid of belangenverstrengeling in auteursrechtelijk geschil
Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13 januari 2025, IEF 22485; ECLI:NL:TADRARL:2025:10 (Klagers tegen verweerster). Deze procedure betreft een klacht over een advocaat die namens een cliënt heeft opgetreden in een auteursrechtelijke kwestie. De klacht werd op 16 oktober 2023 ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in Gelderland. Het geschil draait om het ongeautoriseerde gebruik van een foto, waarop volgens de advocaat auteursrecht rust. De advocaat heeft namens haar cliënt de wederpartij aansprakelijk gesteld en een schikkingsvoorstel gedaan. De wederpartij betwistte het auteursrecht op de foto, verwijderde deze van de website en ging uiteindelijk akkoord met het voorstel. De klagers dienden echter een klacht in, stellende dat de advocaat in strijd met de gedragsregels heeft gehandeld door onafhankelijkheid en integriteit niet te waarborgen. De klagers voerden aan dat de advocaat niet onafhankelijk was, omdat zij namens haar werkgever en diens levenspartner optrad. Ze betoogden dat deze professionele en persoonlijke relaties de onafhankelijkheid van de advocaat ondermijnden. Ook vonden zij het schikkingsbedrag van €1.600 buitensporig en de aanpak van de advocaat onredelijk. De advocaat verweerde zich door te stellen dat zij regelmatig auteursrechtelijke zaken behandelt en dat er geen sprake was van afhankelijkheid of schending van gedragsregels. Volgens haar waren de gevraagde vergoeding en werkwijze gebruikelijk in dit soort zaken.
Oordeel hof over de rechten op de handelsnamen na overname scheepswerf
Hof Arnhem-Leeuwarden 3 december 2024, IEF 22483; ECLI:NL:GHARL:2024:7467 (Appellanten tegen geïntimeerden). Deze zaak betreft geschillen die voortgevloeid zijn uit de overname van een scheepswerf. Twee broers hebben in 1997 een jachtbouwbedrijf opgericht en dit later omgezet in een holdingstructuur. In 2017 werden de werkmaatschappijen en de vastgoedholding aan de vennootschap van de in 2016 aangestelde titulaire directeur verkocht. De koopsom werd niet volledig betaald. Het overnemende bedrijf raakte in financiële moeilijkheden. Een van de werkmaatschappijen raakte failliet en een andere werkmaatschappij verkocht haar handelsnaam aan een derde. De broers hadden ook nog een andere onderneming, aanvankelijk onder hun naam. Partijen hebben meerdere procedures gevoerd. Deze zaak gaat onder andere over de geldigheid van de verkoop van de handelsnaam. Geïntimeerden hebben hoger beroep ingesteld tegen het eindvonnis dat de rechtbank tussen partijen heeft uitgesproken. Dit hoger beroep is niet doorgezet en de procedure heeft daarna enige tijd stilgelegen. Vervolgens hebben appellanten de procedure hervat en hebben zij incidenteel hoger beroep ingesteld. Alleen dat hoger beroep is nog aan de orde.
IE klassieker: Infopaq I
HvJ EG 16 juli 2009, IEF 22484; ECLI:EU:C:2009:465 (Infopaq I)
Onderwerp:
Reproductie
Feiten:
Infopaq maakt samenvattingen en signaleringen van persartikelen. Hiervoor scant zij volledige artikelen, waarna de computer op trefwoorden signaleert en de vijf woorden ervoor en de vijf woorden erna weergeeft. De beroepsorganisatie van Deense dagbladen maakt bezwaar tegen deze werkwijze.
Rechtsregel (rechtsoverweging 47):
Bepaalde afzonderlijke zinnen, of zelfs zinsneden van een betrokken tekst, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn als het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur.
Auteursrecht & Collectief Beheer op 24 januari 2025
Panelleden bekend: In het panel nemen Hanneke Holthuis (Pictoright), Stefan Heijendael (NDP Nieuwsmedia), Hugo Klaassen (Rodap) en Guus Bleijerveld (BAM Popauteurs) plaats.
Op vrijdag 24 januari 2025 vindt het jaarlijkse Congres Auteursrecht & Collectief Beheer plaats in De Bazel, Amsterdam. Onder leiding van experts Stef van Gompel (VU) en Marcel de Zwaan (Bremer & De Zwaan) gaan we dieper in op actuele juridische en praktische ontwikkelingen binnen het auteursrecht. Dit jaar staan twee thema’s centraal: directe collectieve vergoedingsaanspraken en AI in collectief beheer. Met inspirerende sprekers, paneldiscussies, en volop gelegenheid om te netwerken met vakgenoten, belooft het een middag te worden die u niet wilt missen. Schrijf u nu in en verdien 4 PO-punten. Klik hier om meer te weten te komen over het programma, en de link voor het inschrijven voor dit congres.
Het merk 'Glashütte Original' heeft geen onderscheidend vermogen voor virtuele horloges
Gerecht van de Europese Unie 11 december 2024, IEF 22481, IEFbe 3851; ECLI:EU:T:2024:890 (Glashütter Uhrenbetrieb GmbH tegen EUIPO). Glashütter Uhrenbetrieb GmbH vroeg registratie aan bij het EUIPO voor het beeldmerk "Glashütte Original". Het merk betreft onder meer virtuele producten, zoals downloadbare horloges en accessoires. Het EUIPO weigerde de registratie, met als argument dat het merk geen onderscheidend vermogen heeft. Het EUIPO vond dat veel Duitsers bij dit merk zouden denken aan de uitstekende reputatie van de stad Glashütte voor horloges. Zelfs bij virtuele producten zou dit merk worden geassocieerd met horloges en accessoires. Glashütter ging in beroep bij het Gerecht en voerde één middel aan, bestaande uit vier onderdelen.
Gedeeltelijke nietigverklaring van EUIPO-beslissing wegens onrechtmatige correcties
Gerecht van de Europese Unie 20 november 2024, IEF 22482, IEFbe 3852; ECLI:EU:T:2024:846 (Pernod Ricard tegen EUIPO en West End Drinks Ltd). In 2018 diende West End Drinks Ltd een aanvraag in bij het EUIPO voor de registratie van het beeldmerk The King of Soho, voor gin en vodka. Pernod Ricard maakte bezwaar tegen deze registratie en beriep zich op het oudere EU-woordmerk SOHO, dat is geregistreerd voor alcoholische dranken. Pernod Ricard voerde aan dat er verwarringsgevaar zou ontstaan bij het relevante publiek vanwege de overeenkomsten tussen de merken. De Oppositieafdeling van het EUIPO gaf Pernod Ricard aanvankelijk gelijk en weigerde de registratie van het nieuwe merk. West End Drinks ging hiertegen in beroep bij de Kamer van Beroep, die de beslissing van de Oppositieafdeling vernietigde. De Kamer van Beroep oordeelde dat er geen verwarringsgevaar bestond tussen de merken en dat het publiek beide merken duidelijk van elkaar zou kunnen onderscheiden. Vervolgens paste de Kamer van Beroep haar beslissing aan door een aantal passages te corrigeren of te schrappen, waaronder overwegingen over het relevante publiek, het relevante territorium en de mate van overeenstemming tussen de merken.