GEA Aruba wijst vorderingen Hennessy c.s. af en staat verkoop van gedecodeerde flessen bij parallelhandel toe
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 22 oktober 2025, IEF 23069; ECLI:NL:OGEAA:2025:320 (Hennessy c.s. tegen Island Foods c.s.). Eiseressen Société Jas Hennessy & Co en MHCS (samen: Hennessy c.s.) treden op tegen Island Foods & Distributors N.V., Hua Mei Enterprises N.V. en Sing Fung N.V. (samen: Island Foods c.s.). Na een incidentenvonnis van 8 maart 2023 (toewijzing vrijwaring) volgt een schriftelijke ronde, waarna vonnis wordt bepaald. Disosa-rapporten constateren dat bij Island Foods c.s. identificatienummers op Hennessy- en Moët & Chandon-flessen zijn verwijderd of onleesbaar gemaakt (o.a. weggeslepen gegraveerde code aan de flesvoet; gedecodeerd achteretiket). Hennessy c.s. legt conservatoir beslag en vordert (na eisvermindering) o.m. een verbod, recall en vernietiging, opgave, een dwangsom van USD 500 per dag, schadevergoeding en kosten op grond van merkinbreuk (art. 2 lid 1 Arubaanse Merkenverordening), onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) en auteursrecht. Het ontvankelijkheidsverweer van Island Foods strandt na intrekking van de vordering van Hennessy tegen Island Foods; de vorderingen worden verder gezamenlijk behandeld. Island Foods c.s. voert aan dat, volgens vaste Diageo-rechtspraak, verkoop van rechtmatig via parallelhandel verkregen, maar “gedecodeerde” flessen is toegestaan.
OpenAI schendt auteursrecht bij AI-training
Het Landgericht München I heeft vandaag zijn eerdere bevindingen bevestigd en geoordeeld dat OpenAI inbreuk pleegt door beschermde songteksten te gebruiken voor de ontwikkeling van ChatGPT, zonder licentie of vergoeding. Kortom: een belangrijke overwinning voor GEMA en rechthebbenden.
Daarmee is het de eerste Europese rechtbank die AI-training aanmerkt als een auteursrechtelijk relevante reproductie, die niet kan worden gerechtvaardigd onder de tekst- en datamining-beperking van artikel 4 DSM-richtlijn.
Is dit het begin van een nieuw tijdperk voor rechthebbenden in de EU?
Lees de volledige juridische analyse van deze zaak op AI-Forum, in ons artikel van 21 oktober.
PVO schendt ‘niet-negatief’-afspraak niet
Hof Amsterdam 4 november 2025, IEF 23068; ECLI:NL:GHAMS:2025:2920 ([appellant] tegen PVO). Het Hof Amsterdam bevestigt het eerdere vonnis: de eisen van [appellant] tegen Stichting Persoonlijk VO (PVO) worden afgewezen. Het ging om twee zinsneden die PVO’s advocaat zei in een zitting over een huurconflict (over een allonge die de huur tot 2030 zou verlengen) en die de PZC later opschreef: “de schijn van belangenverstrengeling” en “de erfenis van [appellant]”. [appellant] vond dat dit in strijd was met een afspraak uit 2023 om elkaar niet negatief te bejegenen. In hoger beroep draaide het alleen nog om die contractafspraak; een beroep op art. 6:167 BW lag niet meer op tafel.
HR: hof heeft de juiste maatstaf toegepast in zaak Puma/Monshoe
HR 7 november 2025, IEF 23066; ECLI:NL:HR:2025:1654 (Puma tegen Monshoe). In deze zaak draait het om de vraag of Monshoe met haar schoenontwerpen inbreuk maakt op de bekende beeldmerken van Puma, de zogenaamde ‘formstrip’. Puma stelt dat sprake is van merkinbreuk op grond van artikel 2.20 lid 2 sub b en c BVIE. De rechtbank wees de vorderingen van Puma toe, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende overeenstemming was tussen het teken van Monshoe en de merken van Puma, en wees de vorderingen alsnog af.
Uitspraak ingezonden door Daan Breuking, Holla.
Haagse rechter bevoegd in merkgeschil over de Gluggle Jug
Rb. Den Haag 5 november 2025, IEF 23065; C/09/675283 / HA ZA 24-958 (Gluggle Jug c.s. tegen Inbound To Anglia). The Gluggle Jug Factory is een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde producent en distributeur van de Gluggle Jug. In 2022 heeft zij de intellectuele eigendomsrechten gekregen. Gluckigluck heeft een exclusieve licentie om het Gluggle Jug-merk te gebruiken in het economisch verkeer binnen Europa. Een andere onderneming uit het Verenigd Koninkrijk, Inbound To Anglia, biedt via Amazon in verschillende landen, waaronder Nederland, de vaas 'Bubble Jug' aan. Gluggle Jug c.s. heeft Inbound gesommerd het gebruik van het teken 'Bubble Jug' te staken. Inbound to Anglia betwist inbreuk. Gluggle Jug c.s. vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat er inbreuk plaatsvindt. In dit incident vordert Inbound to Anglia een onbevoegdverklaring van de Nederlandse rechter.
Gerecht EU: rode bal in vaatwastablet heeft geen onderscheidend vermogen
Gerecht EU 13 februari 2025, IEF 23064; IEFbe 4025; ECLI:EU:T:2025:163 (Reckitt Benckiser tegen EUIPO). Reckitt Benckiser verzoekt een nietigverklaring van een beslissing van de Kamer van Beroep. In die beslissing wijst de Kamer een merkaanvraag af wegens gebrek aan onderscheidend vermogen. Het gaat om een beeldmerk voor een vaatwastablet. De Kamer oordeelde dat het rode bolletje in het midden niet afwijkt van wat er gebruikelijk is in de markt.
Merkinbreuk MAX VERSTAPPEN & ORANGE ARMY via bol.com
Rb. Den Haag 29 oktober 2025, IEF 23063; ECLI:NL:RBDHA:2025:19884 (Verstappen.com tegen ZZ Promotions). De Rechtbank Den Haag oordeelt dat ZZ Promotions (Just Towels) inbreuk maakt op MAX VERSTAPPEN-merken en het Uniewoordmerk ORANGE ARMY. Verstappen.com mag optreden op basis van een exclusieve licentie en lastgeving van merkhouder Mavic. Via bol.com verkocht ZZ Promotions fleecedekens, handdoeken en badmatten met identieke tekens; een testaankoop bevestigt dat, en op de producten zitten labels van A & R Textile. Het verweer “er is geen belang meer, alles is verwijderd en er waren maar enkele verkopen” wordt verworpen: de opgaven zijn tegenstrijdig en niet onderbouwd met gegevens. De rechtbank verklaart zich bevoegd voor EU- (Uniemerken) en Benelux-inbreuk, en acht inbreuk bewezen (art. 9 lid 2 UMVo en art. 2.20 lid 2 BVIE).
MyP2P faciliteert illegale streams en krijgt linkverbod met 4-uurs verwijderplicht
Hof 's-Hertogenbosch 12 januari 2010, IEF 23062; ECLI:NL:GHSHE:2010:BM9205 (C More tegen MyP2P). Het Hof ’s-Hertogenbosch behandelt het hoger beroep van C More tegen MyP2P over een linkgids en forum (myp2p.nl/.eu/.us en myp2pforum.eu) waarmee bezoekers illegale livestreams van sportwedstrijden kunnen vinden. Alleen MyP2P B.V. is de juiste wederpartij; de vorderingen tegen de holding, de management-BV en de DGA worden afgewezen en myp2p.tv blijft buiten beschouwing. “Gewone” hyperlinks zijn op zichzelf geen openbaarmaking; embedded kán dat wel zijn, maar voor Scandinavische wedstrijden is dat niet aangetoond. C More toont voldoende aan dat zij, in elk geval, als omroeporganisatie naburige rechten kan inroepen en (voor Allsvenskan) als gevolmachtigde kan optreden; voor Elitserien en SM-Liiga is de keten niet sluitend. Desondanks handelt MyP2P onrechtmatig doordat zij bewust en structureel het vinden van illegale C More-streams faciliteert; een notice-and-takedown is bij live sport te traag, filtering is mogelijk (zoals bij de Eredivisie), en er is spoedeisend belang.
KHN vordert betaling van Buma en Sena-rechten
Rb. Midden-Nederland 22 oktober 2025, IEF 23060; ECLI:NL:RBMNE:2025:5498 (KHN tegen [gedaagde]). [gedaagde] was horecaondernemer en lid van KHN. Daarom moet hij volgens KHN de onbetaalde Buma en Sena-rechten van 2024 betalen voor het afspelen van (achtergrond)muziek in de horecazaak. Op 14 februari 2024 is de factuur hiervoor naar [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] voert aan dat hij zijn lidmaatschap had opgezegd in maart 2024 en daarna tot aan de dagvaarding niets van KHN heeft gehoord over de onbetaalde factuur. Daarom was hij in de veronderstelling dat de factuur gecrediteerd was. KHN vordert € 902,11 plus rente en kosten van [gedaagde].
Vordering deels toegewezen: CST en [gedaagde] in geschil over projecten en samenwerking
Rb. Rotterdam 15 oktober 2025, IEF 23059; ECLI:NL:RBROT:2025:12581 (CST tegen [gedaagde]). CST is een internationaal opererend bedrijf dat zich richt op de productie van opslagtanks, silo’s en dakconstructies voor de olie- en gasindustrie. In 2020 is CST een samenwerking aangegaan met [gedaagde], een dienstverlener op het gebied van commerciële vertegenwoordiging en projectontwikkeling. Partijen sloten een overeenkomst van opdracht waarin werd afgesproken dat [gedaagde] CST zou adviseren. Er volgden gezamenlijke werkzaamheden in drie projecten: VTTI-ETT5, BP Verwater en VTTV Cyprus. In 2023 werd een intentieverklaring opgesteld waarin CST zich bereid toonde om de activa van [gedaagde] over te nemen. Deze verklaring had alleen geen bindend karakter. Uiteindelijk is de overname niet doorgegaan. CST heeft daarop in 2024 conservatoir beslag laten leggen bij [gedaagde]. In deze procedure vordert CST betaling van een bedrag van openstaande facturen voor geleverde materialen, terugbetaling van een voorschot in het kader van het VTTV-project, en een vergoeding voor beslagkosten. [gedaagde] vordert in reconventie ook een bedrag van CST, deze vordering ziet onder meer op openstaande facturen voor verrichte werkzaamheden en softwareontwikkeling, schadevergoedingen in verband met projectproblemen, vermeend onrechtmatig gebruik van software en ontwerptekeningen (het zogenaamde IFR-dak), en een vergoeding op grond van de intentieverklaring.