VvRr Uitnodiging Lustrum Najaarsvergadering op 2 oktober 2025 in Amsterdam

Beste VvRr-leden en reclame(recht) liefhebbers,
Vier oktober aanstaande is het precies twintig jaar geleden dat onze mooie vereniging werd opgericht door haar eerste bestuur bestaande uit Ebba Hoogenraad (voorzitter), Willem Leppink (secretaris) en Jan Pieter Hustinx (penningmeester). Dit 20-jarig jubileum wil de vereniging graag groots en feestelijk met haar leden vieren op donderdag 2 oktober tijdens de aankomende najaarsvergadering “20 jaar VvRr: waar we vandaan komen, en waar we naartoe gaan”.
We zouden de gezelligste (juridische) vereniging niet zijn als er niet een prachtig en uniek programma voor jullie allen is opgezet, dat zowel uit een inhoudelijk middag- als feestelijk avondprogramma bestaat. Houd de agenda daarom vrij vanaf 14:00 uur!
Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.
LayTube wekt geen andere algemene indruk dan Lamzac en maakt inbreuk op het Uniemodel van Fatboy
Rb. Den Haag 21 augustus 2025, IEF 22865; ECLI:NL:RBDHA:2025:15573 (Fatboy tegen Coolado). Fatboy is producent van zitmeubelen en houdster van een Uniemodel voor een chaise longue die op 28 januari 2015 is geregistreerd. Het product wordt verkocht onder de naam Lamzac. Coolado vervaardigt eveneens lig- en zitmeubelen en brengt onder de naam LayTube een ligmeubel op de markt via haar website en diverse online platforms. Nadat Fatboy op 18 maart 2025 een sommatie had gestuurd en Coolado deze had afgewezen, is het geschil voorgelegd aan de voorzieningenrechter. Fatboy vraagt om een verbod op iedere inbreuk in de Europese Unie, opgave van leveranciers en producenten, gegevens over productie en verkoop, vernietiging van de voorraad, dwangsommen en vergoeding van volledige proceskosten. Zij stelt dat de LayTube geen andere algemene indruk wekt dan het geregistreerde model, zodat sprake is van inbreuk op artikel 10 en 19 van de Uniemodellenverordening. Coolado betwist dit en voert aan dat het spoedeisend belang ontbreekt, dat de Lamzac technisch bepaald is en dat de LayTube afwijkt door symmetrie, een ventiel en een andere gebruiksfunctie.
Benelux Merkencongres spreker uitgelicht: Anke Moerland

De 25e editie van het Benelux Merkencongres vindt plaats op dinsdag 7 oktober 2025. Tijdens dit congres, waar actuele ontwikkelingen in het merkenrecht centraal staan, spreekt onder andere Anke Moerland (Maastricht University). Moerland is Hoogleraar Intellectueel Eigendom, Grensverleggende Technologieën en Internationale Handel bij de Universiteit Maastricht. Ze is gepromoveerd op bescherming van intellectuele eigendom in bilaterale handelsovereenkomsten van de EU. Haar onderzoek richt zich op de interactie tussen IE-recht en opkomende technologieën.
Tijdens het congres zal Moerland ingaan op de uitleg van het noodzakelijkerwijs-criterium in de EU als bedoeld in het Class-arrest van het Hof van Justitie. De merkhouder kan zich alleen tegen originele goederen met een douanestatus verzetten als zij noodzakelijkwijs op de markt van de EER zullen worden gebracht. Het louter fysiek aanwezig zijn van goederen binnen het douanegebied van de Unie is hiervoor onvoldoende. Moerland gaat erop in hoe dit criterium in recente jurisprudentie zoals DelicaSea/Bacardi en Autocavy Trading B.V./Volkswagen.
Aanmelden voor het Benelux Merkencongres kan via deze link. Meer informatie over het programma vindt u hier.
Opslag buiten beschermde lidstaat kan merkinbreuk vormen bij gericht aanbod in beschermende lidstaat

HvJ EU 1 augustus 2025, IEF 22863; IEFbe 3953; ECLI:EU:C:2025:593 (Tradeinn Retail Services S.L. tegen PH). In een zaak tussen Tradeinn Retail Services S.L. (TRS), een in Spanje gevestigde onderneming, en PH, houder van Duitse beeldmerken voor duikapparatuur, vordert PH dat TRS wordt verboden gebruik te maken van aan zijn merken gelijke tekens op producten, verpakkingen, aanbiedingen en advertenties gericht op Duitsland. TRS verkoopt via haar website en het platform Amazon.de duikaccessoires voorzien van deze tekens. De Duitse rechter in eerste aanleg wijst de vordering deels toe. In hoger beroep wordt TRS daarnaast verboden de betrokken goederen te verkopen of daartoe in voorraad te hebben. TRS stelt daarop beroep in bij de hoogste Duitse rechter, die prejudiciële vragen stelt aan het Hof van Justitie. De verwijzende rechter vraagt of een merkhouder een derde kan verhinderen goederen met een inbreukmakend teken in een andere lidstaat in voorraad te houden met het doel deze in de lidstaat van merkbescherming aan te bieden of te verhandelen. Ook rijst de vraag of daadwerkelijk fysiek bezit vereist is, dan wel dat feitelijke controle via toezicht of leiding volstaat.
Uitspraak ingezonden door Edwin van der Velde & Paul Tjiam, Simmons & Simmons LLP.
Hof Amsterdam: Prestige Parfums voldoet aan medewerkingsplicht bij bewijsbeslag Coty

Hof Amsterdam 19 augustus 2025, IEF 22862, IEB 3952, C/13/754261 (Coty Beauty tegen Prestige Parfums). Prestige Parfums B.V. (hierna: Prestige) houdt zich bezig met de wereldwijde handel in originele parfumflessen, waaronder parfumflessen van de merken die beheerd worden door Coty Beauty Germany GmbH (hierna: Coty). De rechtbank oordeelt op verzoek van Coty dat het aanbieden van parfumflessen van Coty-merken in de EU, die eigenlijk voor andere markten bestemd zijn, een inbreuk vormt op Coty’s merkrechten. Prestige moet alle informatie die zij heeft over de herkomst en distributiekanalen van dergelijke flessen delen met Coty, op straffe van dwangsommen. Coty betwist de juistheid en/of volledigheid van de uiteindelijke opgave van Prestige, en krijgt toestemming van de voorzieningenrechter voor het leggen van conservatoir bewijsbeslag ten laste van Prestige, wederom op straffe van dwangsommen. Coty meent dat Prestige dwangsommen heeft verbeurd door medewerking te weigeren aan het bewijsbeslag. Prestige vordert in eerste aanleg dat Coty elke executiehandeling staakt en gestaakt houdt. De voorzieningenrechter kent de vordering toe, voor zover het gaat om de executiemaatregelen vanwege schending van de medewerkingsplicht. Coty gaat in hoger beroep.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.
Hof Amsterdam: uitzending over expeditietrucks in ‘Stegeman op de Bres’ niet onrechtmatig
Hof Amsterdam, 5 augustus 2025, IEF 22861; ECLI:NL:GHAMS:2025:2090 (Noordkaap TV Producties B.V. en Talpa TV B.V. tegen geïntimeerde 1 B.V., geïntimeerde 2, geïntimeerde 2 B.V. en geïntimeerde 3 B.V.). Het Gerechtshof vernietigt het kortgedingvonnis dat het televisie-item in ‘Stegeman op de Bres’ over een onderneming gespecialiseerd in expeditietrucks onrechtmatig verklaarde. In het item doen meerdere klanten hun verhaal over gebrekkige trucks, hoge kosten en teleurstellende service. Onder hen was een koper wiens voertuig, volgens een inmiddels onherroepelijk civiel vonnis, ondeugdelijk was en niet voldeed aan het afgesproken reisdoel. De voorzieningenrechter achtte het item onrechtmatig wegens onvoldoende feitelijke basis, disproportionele aantasting van de eer en goede naam, en schending van privacy. Het hof komt tot een ander oordeel. Volgens het hof betreft het item een onderwerp van maatschappelijk belang: de levering van dure, technisch complexe voertuigen die mogelijk structureel gebrekkig zijn. Noordkaap c.s. heeft voorafgaand aan uitzending journalistiek onderzoek gedaan naar meerdere klachten. Er was steun in het feitenmateriaal, waaronder verklaringen van andere klanten, technische second opinions en een deskundigenrapport uit een civiele procedure. De term "oplichting" wordt uitsluitend gebruikt door de geïnterviewden en niet als feitelijke vaststelling gepresenteerd.
Merk ‘NERO CHAMPAGNE’ geweigerd: productconformiteit sluit misleiding of meeliften op reputatie niet uit

Gerecht van de Europese Unie, 25 juni 2025, IEF 22860; IEFbe 3951; ECLI:EU:T:2025:638 (Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne, INAO, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en oriGIn tegen EUIPO en Nero Lifestyle Srl). Het Gerecht vernietigt de beslissing van de Kamer van Beroep, waarin de oppositie tegen het Uniewoordmerk ‘NERO CHAMPAGNE’ gedeeltelijk werd afgewezen. De oppositie was ingesteld door het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne en het INAO, met steun van de Franse en Italiaanse Republiek en de organisatie oriGIn. Volgens het Gerecht is de Kamer ten onrechte uitgegaan van de veronderstelling dat een merk dat een beschermde oorsprongsbenaming bevat, en wordt gebruikt voor producten die aan het productdossier voldoen, per definitie geen afbreuk kan doen aan de reputatie van die benaming of misleidend kan zijn. Nero Lifestyle had een Uniewoordmerk aangevraagd voor onder meer wijn, promotionele diensten en publicaties die allemaal betrekking hebben op Champagne. De oppositie was gebaseerd op de beschermde oorsprongsbenaming Champagne. De Kamer stelde dat zolang het merk enkel werd gebruikt voor producten die voldoen aan het productdossier, het gebruik ervan niet als misleidend of reputatie-uitbuitend kon worden beschouwd. Het Gerecht oordeelt echter dat die redenering te kort door de bocht is. Het gebruik van een merk met een BOB kan ook dan nog verboden zijn wanneer het bij het publiek een verkeerde indruk wekt of ongerechtvaardigd voordeel haalt uit de bekendheid van de benaming.
Horeca Nederland kan contributie en Buma/Sena-heffingen niet innen na einde vof
Rb. Limburg, 6 augustus 2025, IEF 22859; ECLI:NL:RBLIM:2025:7931 (Horeca Nederland tegen gedaagde 1). Horeca Nederland vordert betaling van € 1.789,76, bestaande uit contributie en Buma/Sena-heffingen, van een voormalig lid. De onderneming is aanvankelijk een vof, ingeschreven voor Thaise catering, die zich bij Horeca Nederland aanmeldt. Na enkele maanden wordt de vof ontbonden; een van de vennoten zet het bedrijf voort als eenmanszaak, maar nu als massagesalon. Horeca Nederland blijft facturen sturen voor contributie en muziekrechten, deels zelfs voor perioden ná de ontbinding. De kantonrechter maakt onderscheid tussen beide fasen. Voor de periode ná 15 juli 2021 geldt dat de vof niet meer bestaat en de eenmanszaak een massagesalon drijft, zodat er geen horeca-activiteiten zijn waarop het lidmaatschap of muziekheffingen nog van toepassing kunnen zijn. Facturen die daarop zien missen een grondslag. Voor de periode vóór de ontbinding wordt evenmin toegewezen. Het aanmeldformulier vermeldt wel “mechanische achtergrondmuziek”, maar gedaagde betwist dat er muziek in de zaak werd afgespeeld en voert aan dat de onderneming uitsluitend een afhaal- en bezorgservice betrof. Horeca Nederland levert geen aanvullend bewijs dat er daadwerkelijk muziek werd ten gehore gebracht. Daarmee staat onvoldoende vast dat contributie of Buma/Sena-vergoedingen verschuldigd zijn.
Uitspraak ingezonden door Paul Trapman, Ploum.
POP MART krijgt ex parte bevel tegen Jumbo-supermarkten wegens namaak Labubu’s
Rb. Den Haag, 24 juli 2025, IEF 22858; C/09/688942 (POP MART tegen gerekwestreerden). POP MART Netherlands B.V., POP MART (Singapore) Holdings Pte. Ltd. en Beijing Pop Mart Creative Corp. Ltd. vragen in een ex parte procedure een verbod aan tegen meerdere Nederlandse supermarkten. Zij stellen dat deze supermarkten inbreuk maken op hun Uniemerken en auteursrechten door zonder toestemming producten aan te bieden die overeenstemmen met hun beschermde ontwerpen en merken. De voorzieningenrechter acht zich bevoegd en stelt vast dat de geldigheid van de ingeroepen rechten voldoende is onderbouwd. De merkinschrijvingen en productvoorbeelden maken voldoende aannemelijk dat sprake is van inbreuk, althans van een relevante rechtsbetrekking. Gelet op het spoedeisend belang en de aannemelijkheid van inbreuk, bestaat voldoende grond voor toewijzing van de verzochte maatregelen zonder voorafgaand gehoor van de wederpartij. De rechter wijst het verzoek deels toe. De supermarkten moeten binnen 48 uur na betekening de in het verzoekschrift beschreven inbreuk op de merken en auteursrechten staken, waaronder het produceren, leveren en aanbieden van producten zoals ‘Labubu’s’. Voor iedere dag of product waarmee in strijd met het bevel wordt gehandeld, geldt een dwangsom van €10.000 per dag of €500 per product, met een maximum van €500.000 per partij. Ook wordt conservatoir bewijsbeslag toegestaan op digitale bestanden, inclusief toegang tot wachtwoorden en inloggegevens.
HvJ: Beroep Qozgar tegen L’Oréal niet-ontvankelijk wegens ontbreken relevante rechtsvraag

HvJ EU 15 juli 2025, IEF 22857; ECLI:EU:C:2025:582 (Qozgar tegen EUIPO, L’Oréal). Het Hof van Justitie verklaart het beroep van Qozgar tegen de weigering van zijn merkaanvraag “CLEOPATRA” niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een aangevoerde rechtsvraag die van wezenlijke betekenis is voor de eenheid, samenhang of ontwikkeling van het Unierecht. De door Qozgar aangevoerde juridische grieven voldoen niet aan de formele vereisten voor toelating van het beroep. Qozgar, een Indiase partij, heeft beroep ingesteld tegen het arrest van het Gerecht, waarin zijn vordering tot nietigverklaring van een beslissing van de Kamer van Beroep inzake een oppositieprocedure tussen hem en L’Oréal werd afgewezen. Het geschil betrof het merk “CLEOPATRA” waarvoor L’Oréal oppositie had ingesteld. Qozgar had onder meer aangevoerd dat EUIPO ten onrechte een termijn had verlengd zonder daartoe een gemotiveerd verzoek van L’Oréal te ontvangen, en dat L’Oréal misbruik had gemaakt van de oppositieprocedure door bewust bepaalde waren wel en andere niet in te zetten.