DOSSIERS
Alle dossiers

Strafrecht  

IEF 6008

Het strafrecht zal in stelling worden gebracht

Kamerstukken II, 28684, nr. 133. Naar een veiliger samenleving; Brief van de minister van Justitie over rechtshandhaving en internet

"De strafrechtelijke handhaving komt bij dit onderwerp in beeld indien het algemeen belang dit vordert. Het strafrecht zal in stelling worden gebracht bij zodanig grootschalige piraterij, die de markt ernstig verstoort, dat deze doormiddel van privaat optreden niet voldoende kan worden bestreden, of bij betrokkenheid van georganiseerde criminaliteit. Bij dit laatste gaat het erom dat de inbreuk op het intellectuele eigendomsrecht zodanig is georganiseerd, of zozeer stelselmatig wordt gepleegd, dat het strafrecht als enige zinvol denkbaar correctiemiddel overblijft.

Zoals al is aangegeven in de al eerder vermelde beleidsbrief van 20 december 2007 zal de strafrechtelijke handhaving van het auteursrecht zich concentreren op bestrijding aan de bron van het illegale aanbod op internet, namelijk op degene die grootschalig illegaal ‘uploadt’ en daarmee films, games en muziek in strijd met het auteursrecht via internet aanbiedt. Daarmee zal het illegaal aanbod worden beperkt en het legaal aanbod meer kansen krijgen. De handhaving van het auteursrecht kan mee profiteren van diverse in deze brief aangekondigde maatregelen en onderzoeken, zoals de analyse ten behoeve van de actualisering van het juridisch instrumentarium, de organisatorische voorzieningen zodat politie en justitie op adequate wijze op aangiften van cybercrime reageren en het onderzoek naar publiek-private samenwerking in het kader van een NTD-procedure. Om de zich voordoende mogelijkheden te benutten zal overleg worden bevorderd tussen de belangrijkste betrokken partijen zoals vertegenwoordigers van de filmen muziek industrie en het Openbaar Ministerie, de politie en de FIOD/ECD.
Zoals toegezegd in de brief aan de TK over het auteursrecht, worden in opdracht van het kabinet momenteel de economische en culturele effecten onderzocht van digitale verspreiding van auteursrechterlijk beschermd materiaal. Dit onderzoek zal naar verwachting in het najaar van 2008 gereed zijn."

Lees de gehele brief hier.

IEF 5995

Als werken van

gubs.gifRechtbank ’s-Hertogenbosch, 15 april 2008, LJN: BC9375, Strafzaak.

Aardig strafzaak over onder andere artikel31a en b AW. De Rechtbank ’s-Hertogenbosch acht bewezen dat een 58-jarige man uit Eindhoven diverse schilderijen heeft verkocht als werken van de kunstenaar Klaas Gubbels. De man is veroordeeld tot een jaar cel, waarvan zes maanden voorwaardelijk.

De rechtbank acht o.m. bewezen dat  “hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 29 oktober 2006  in de gemeente(n) Eindhoven en/of Tilburg en/of Arnhem en/of Dieren en/of  Apeldoorn en/of Groesbeek en/of Groningen en/of Hoofddorp, in elk geval in  Nederland, opzettelijk een (zeer) groot aantal schilderijen en/of aquarellen,  althans een of meer schilderij(en) en/of aquarel(len) waarin met inbreuk op  eens anders auteursrecht (te weten van [een kunstschilder]) beeltenissen waren  vervat, openlijk ter verspreiding heeft aangeboden en/of ter verspreiding  voorhanden heeft gehad en/of bewaard heeft uit winstbejag, terwijl hij van het  plegen van dit misdrijf daar toen zijn beroep heeft gemaakt of als bedrijf  heeft uitgeoefend. (art. 31a en b Auteurswet 1912).

“De Eindhovenaar gaf aan niet te hebben geweten dat de schilderijen vals waren. Hij zei ze zelf te hebben gekocht van Johan Dijkstra, een kunsthandelaar uit Arnhem. De rechtbank acht dit niet geloofwaardig, mede omdat niemand uit de kunstwereld deze Johan Dijkstra kent. De Eindhovenaar kon zelf ook geen adres of telefoonnummer van Johan Dijkstra overleggen.

De rechtbank meent dat het handelen van de Eindhovenaar kunstschilder Klaas Gubbels ernstig heeft benadeeld. Daarnaast is door het plegen van de feiten inbreuk gemaakt op de integriteit van de kunsthandel. De rechtbank heeft diverse vorderingen van benadeelde partijen toegewezen voor een totaal bedrag van ruim 76 duizend euro.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5951

Kennisgroep Intellectueel eigendom (FIOD-ECD)

Rechtbank Haarlem, Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer, 22 januari 2008,  LJN: BC3359, Eiser tegen de inspecteur van de Belastingdienst

Voor de liefhebber. Eiser is reeds strafrechtelijk veroordeeld voor de handel in illegale kopieën van auteursrechtelijk beschermde werken (cd’s en dvd’s) en maakt i.c. maakt bezwaar tegen een omzetschatting door de belastingdienst (eiser heeft geen administratie bijgehouden, noch beschikte eiser over facturen of bonnen).

De rechtbank is van oordeel dat de belastingdienst is uitgegaan van een redelijke schatting bij het berekenen van de gehanteerde omzet. De taakstraf door de rechtbank Utrecht is opgelegd voor de illegale handel in cd’s en dvd’s. De boete die door de belastingdienst is opgelegd is een straf voor het niet betalen van omzetbelasting. Daardoor is geen sprake van tweemaal een veroordeling voor hetzelfde feit.

Lees het vonnis hier.

IEF 5891

Strafzaak illegaal kopieren van cd's

Gerechtshof Arnhem, 19 maart 2008, LJN: BC7231, Strafzaak.

Het samen met anderen op zeer grote schaal illegaal verveelvoudigen en in de handel brengen van muziekcd’s, zonder toestemming van de auteursrechthebbende(n): 15 maanden gevangenisstraf en een geldboete van € 20.000,-.

“Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte zich samen met anderen, op professionele wijze, heeft schuldig gemaakt aan het op zeer grote schaal illegaal verveelvoudigen en in de handel brengen van cd’s. Daarbij heeft verdachte misbruik gemaakt van de intellectuele prestaties van anderen. Dit vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. “ “Reeds de omvang van de handel duidt op grootschalig financieel gewin als drijfveer, met totale veronachtzaming van de maatschappelijke gevolgen. Aan de rechthebbenden van de auteursrechten is gedurende een lange periode grote financiële schade toegebracht. Voorts heeft de handelwijze van verdachte geleid tot concurrentievervalsing.
Het hof heeft tevens rekening gehouden met het feit dat verdachte twee maal eerder wegens feiten als de onderhavige door de rechter tot gevangenisstraf is veroordeeld. Hij heeft zich kennelijk aan die eerdere veroordelingen en de daarin begrepen waarschuwingen niets gelegen laten liggen. Integendeel, verdachte is reeds zeer kort na zijn laatste detentie weer begonnen met de verveelvoudiging van en handel in illegale cd’s.
Op grond van het bovenstaande is het hof van oordeel dat de door verdachte gepleegde feiten zo ernstig en voor de direct betrokkenen zo nadelig zijn, dat verdachte dient te worden gestraft met een zwaardere straf dan door de rechtbank is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd."
Lees hier meer

IEF 5876

Strafzaak valselijk opmaken van diploma's

Voor IE-ers wellicht aardige passage in twee strafvonnissen van de Rechtbank ’s-Hertogenbosch van 17 maart over het valselijk opmaken van diploma’s: 

“Vervalsen of valselijk opmaken? De officier van justitie heeft betoogd dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het vervalsen van onderwijsdiploma’s en andere getuigschriften. De rechtbank merkt op dat vervalsen een bestaand geschrift met bewijsbestemming vereist, welk geschrift vervolgens zodanig wordt veranderd dat het daarna vals is. Valselijk opmaken daarentegen is het opstellen van een nieuw, vals geschrift of het vervolmaken van een geschrift dat nog niet af was. De rechtbank constateert dat verdachte nieuwe, valse geschriften heeft opgesteld. Het gegeven dat hij dit – grotendeels – deed naar het voorbeeld van reeds bestaande echte diploma’s en getuigschriften, neemt niet weg dat hij steeds nieuwe, voorheen nog niet bestaande, documenten vervaardigde. De rechtbank is om die reden, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat verdachte geschriften valselijk heeft opgemaakt, zoals hierna bewezenverklaard.”
Lees hier meer

IEF 5866

Niet benoemd als prioritair

Gerechtshof Amsterdam,19 maart 2008, Beschikking op het beklag met het rekestnummer K06/1605.

Kwekersrecht, strafklacht. Het beklag richt zich tegen de beslissing van de officier van justitie van het functioneel parket te Den Haag om geen strafvervolging in te stellen tegen beklaagden terzake van overtreding van de Zaaizaad- en Plant-goedwet 2005 en/of valsheid in geschrifte. Het hof beveelt de officier van justitie om beklaagden toch te vervolgen.

Klager is ontvankelijk. Het hof is van oordeel dat, nu vaststaat dat klager zich ruim voor het doen van aangifte kenbaar heeft gemaakt als diegene die het lelieras ''Miss Lucy" in Nederland zou introduceren en uiteindelijk de kwekersrechten (eveneens vóór het doen van de aangifte) van Blay heeft gekocht, klager reeds op die grond ook vóór de officiële verkrijging van de kwekersrechten was aan te merken als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 12 Sv. Het hof verklaart klager derhalve ontvankelijk in diens beklag.

In de tijd die was gelegen tussen het kopen van de kwekersrechten en de officiële verkrijging daarvan door klager, zouden volgens klager verschillende (rechts)personen mutanten (zoals de "Double Price" en de "Double Pleasure") hebben vermeerderd en verhandeld, terwijl ze ervan op de hoogte waren dat deze mutanten behoorden tot het lelieras van de "Miss Lucy". Ook verschillende exporteurs zouden hieraan hebben meegewerkt. Daarmee zou volgens klager inbreuk zijn gemaakt op het door hem gekochte en uiteindelijk officieel verkregen kwekersrecht. De verschillende beklaagden bestrijden echter dat ze inbreuk hebben gemaakt op dat kwekersrecht en, voor zover dat wel het geval is, dat ze zich daarvan bewust waren.

Het Openbaar Ministerie heeft geen aanleiding gezien om tot strafvervolging over te gaan. De motivering daarvan was betrekkelijk summier: het onderwerp was niet benoemd als prioritair onderwerp in het kader van de strafrechtelijke handhaving, er was slechts sprake van beperkte opsporingscapaciteit en de zaak leende zich meer voor afdoening door de civiele rechter. Het hof kan zich niet vinden in dat oordeel.

Het hof concludeert dat de beklaagden waarschijnlijk wel bewust inbreuk hebben gemaakt en mede gezien  de grootschaligheid van de mogelijk gepleegde strafbare feiten en de hoogte van de mogelijk daardoor door klager geleden schade, is het hof daarom van oordeel dat de aangifte van klager niet op de gronden zoals genoemd in het sepotbericht geseponeerd had mogen worden en gelast vervolging.

Het hof acht het daarbij wel noodzakelijk dat in deze zaak eerst nader onderzoek zal worden gedaan en zal dat bevel vervolging daarom geven in de vorm van een gerechtelijk vooronderzoek. Nu het bovendien niet onwaarschijnlijk is dat ook andere natuurlijke en/of rechtspersonen zich schuldig hebben gemaakt aan voornoemde strafbare feiten, zal het hof het bevel vervolging niet beperken tot beklaagden 1 tot en met 10, maar tevens een gerechtelijk vooronderzoek NN bevelen.

Lees het arrest hier (geen origineel document, IEPT).

IEF 5865

Misbruik gemaakt van de intellectuele prestaties van anderen

Gerechtshof Arnhem, 19 maart 2008, LJN: BC7231, Strafzaak.

Het samen met anderen op zeer grote schaal illegaal verveelvoudigen en in de handel brengen van muziekcd’s, zonder toestemming van de auteursrechthebbende(n): 15 maanden gevangenisstraf en een geldboete van € 20.000,-. 

“Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte zich samen met anderen, op professionele wijze, heeft schuldig gemaakt aan het op zeer grote schaal illegaal verveelvoudigen en in de handel brengen van cd’s. Daarbij heeft verdachte misbruik gemaakt van de intellectuele prestaties van anderen. Dit vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. “

“Reeds de omvang van de handel duidt op grootschalig financieel gewin als drijfveer, met totale veronachtzaming van de maatschappelijke gevolgen. Aan de rechthebbenden van de auteursrechten is gedurende een lange periode grote financiële schade toegebracht. Voorts heeft de handelwijze van verdachte geleid tot concurrentievervalsing.

Het hof heeft tevens rekening gehouden met het feit dat verdachte twee maal eerder wegens feiten als de onderhavige door de rechter tot gevangenisstraf is veroordeeld. Hij heeft zich kennelijk aan die eerdere veroordelingen en de daarin begrepen waarschuwingen niets gelegen laten liggen. Integendeel, verdachte is reeds zeer kort na zijn laatste detentie weer begonnen met de verveelvoudiging van en handel in illegale cd’s.

Op grond van het bovenstaande is het hof van oordeel dat de door verdachte gepleegde feiten zo ernstig en voor de direct betrokkenen zo nadelig zijn, dat verdachte dient te worden gestraft met een zwaardere straf dan door de rechtbank is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd."

Lees het arrest hier.

IEF 5850

Valse geschriften

Voor IE-ers wellicht aardige passage in twee strafvonnissen van de Rechtbank ’s-Hertogenbosch van 17 maart over het valselijk opmaken van diploma’s: 

“Vervalsen of valselijk opmaken? De officier van justitie heeft betoogd dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het vervalsen van onderwijsdiploma’s en andere getuigschriften. De rechtbank merkt op dat vervalsen een bestaand geschrift met bewijsbestemming vereist, welk geschrift vervolgens zodanig wordt veranderd dat het daarna vals is. Valselijk opmaken daarentegen is het opstellen van een nieuw, vals geschrift of het vervolmaken van een geschrift dat nog niet af was. De rechtbank constateert dat verdachte nieuwe, valse geschriften heeft opgesteld. Het gegeven dat hij dit – grotendeels – deed naar het voorbeeld van reeds bestaande echte diploma’s en getuigschriften, neemt niet weg dat hij steeds nieuwe, voorheen nog niet bestaande, documenten vervaardigde. De rechtbank is om die reden, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat verdachte geschriften valselijk heeft opgemaakt, zoals hierna bewezenverklaard.”

Lees de vonnissen hier en hier

IEF 5726

Kleurenportretten

Rechtbank Zutphen, 22 februari 2008, LJN: BC4944, strafzaak.

Strafrecht. De politierechter in Zutphen veroordeeld een 29-jarige man tot een hoge straf voor het verspreiden van naaktfoto’s van zijn ex-vriendin. Naast een forse geldboete moet de man ook de door zijn ex-vriendin geleden schade vergoeden. 

Aantasting goede naam o.g.v. artikel 261 lid 1 Wetboek van Strafrecht en strijd met artikel 35 lid 1 Auteurswet 1912 omdat verdachte zonder daartoe gerechtigd te zijn (een) (kleuren)portret(ten), te weten [expliciete beschrijving foto’s]  (telkens) in het openbaar ten toon heeft gesteld of op andere wijze openbaar heeft gemaakt (te weten (telkens) via internet en/of chatten).

Lees het vonnis hier.

IEF 5444

Eerst even voor jezelf lezen

NMA, 21 december 2007, zaaknummer: 4070, XS4ALL – Buma.

“XS4ALL heeft een klacht ingediend bij de NMa gericht tegen de collectieve beheersorganisatie Buma. XS4ALL verzoekt de NMa te verklaren dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door de leden van Buma te verplichten hun volledige rechten over te dragen. Vervolgens beklaagt XS4ALL zich over de weigering van Buma XS4ALL toe te staan rechtstreeks met de bij Buma aangeslotenen afspraken te maken ter zake bepaalde aspecten van het gebruik van hun muziekrepertoire. De klacht van XS4ALL gericht tegen de vermeende overtreding door Buma van artikel 24 van de Mw wordt door de NMa afgewezen.

De NMa komt tot dit oordeel mede gelet op het feit dat er wel degelijk een mogelijkheid bestaat voor auteursrechthebbenden/leden om bepaalde exploitatievormen en/of landen uit te sluiten van overdracht aan Buma. Zie artikel 19 van het standaardexploitatiecontract dat Buma hanteert voor auteursrechthebbenden. Verder acht de NMa de door Buma vereiste overdracht van rechten nog steeds gerechtvaardigd om een systeem van collectief beheer te kunnen waarborgen, ook in het digitale tijdperk.

Lees de uitspraak hier.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 8 januari 2008, LJN: BC2703, Dijkzicht Beheer B.V. tegen Euro Management Consultants België N.V.

“4.8 Het hof overweegt hierover het volgende. Het begrip 'belanghebbende' in verband met het inroepen van verval dient op zichzelf ruim uitgelegd te worden. EMC België valt daar in beginsel onder; dat is tussen partijen niet in discussie. Echter, het begrip is in die zin beperkt dat er niet onder valt degene die op grond van bijzondere omstandigheden onbehoorlijk zou handelen jegens degene van wiens merk hij de vervallenverklaring vordert. Van dergelijk onbehoorlijk handelen is sprake indien dat handelen neerkomt op misbruik van bevoegdheid.

De omstandigheden die Dijkzicht in dit verband aanvoert betreffen handelen van EMC België dat op zichzelf genomen los staat van het voeren van het merk. Het door Dijkzicht gestelde onbehoorlijk handelen betreft daardoor een andere situatie dan waarop de hiervoor bedoelde beperking van het begrip 'belanghebbende' ziet. Ook indien hetgeen Dijkzicht over het handelen van EMC België heeft aangevoerd juist is, rechtvaardigt dat niet de conclusie dat EMC België misbruik van bevoegdheid maakt door de vervallenverklaring van het merk te vorderen dan wel anderszins daardoor zodanig onbehoorlijk jegens Dijkzicht handelt dat zij niet als belanghebbende in de zin van artikel 2:27 BVIE kan worden aangemerkt.”

Lees het arrest hier

Rechtbank 's-Gravenhage, 28 januari 2008, LJN: BC2824. Strafzaak.

Samenvatting rechtspraak.nl: “Computervredebreuk, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd. Verdachte heeft zich ten behoeve van haar nieuwsgaring via aan derden verleende inlogcodes de toegang verschaft tot de nieuwsserver van het ANP en daarvan ook veelvuldig gebruik gemaakt. De boete die de rechtbank oplegt is aanmerkelijk lager dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank heeft onvoldoende zicht op de schade die verdachte door haar handelwijze het ANP heeft toegebracht en daarom gaat zij voorbij aan de berekening die de officier van justitie ter onderbouwing van zijn eis heeft gehanteerd.

Daarnaast betrekt de rechtbank in haar oordeel dat het ANP, zonder daarmee aan de strafbaarheid van verdachte of de hoogte van de zwaarte van de op te leggen straf af te doen, niet voldoende alert is geweest om handelingen als deze te voorkomen. Pas nadat de gedragingen van verdachte aan het licht waren gekomen heeft zij de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen getroffen. De rechtbank acht een hogere geldboete voor de rechtspersoon op zijn plaats dan de boetes die zijn opgelegd aan de oprichter/directeur en aan de hoofdredacteur omdat het zwaartepunt van de verweten gedragingen ligt bij de gehele bedrijfsvoering van verdachte en in mindere mate bij het individuele handelen van de natuurlijke personen. Geldboete van € 4000,-, waarvan € 2000,- voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar."

Lees het vonnis hier.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 22 januari 2008, LJN: BC2420, Stichting Postwanorder tegen Otto B.V.

Reclamerecht. Samenvatting rechtspraak.nl: “Otto biedt op haar website een lcd tv te koop aan voor € 99,--. Een groot aantal consumenten heeft dit aanbod aanvaard door via de website een tv te bestellen. De Stichting stelt zich namens de bij haar aangesloten consumenten op het standpunt dat een geldige overeenkomst tot stand is gekomen en vordert nakoming (levering van de lcd tv voor € 99,--). Net als de kortgedingrechter oordeelt het hof dat geen sprake is van een geldig aanbod. Door de aanvaarding van een dergelijk aanbod komt geen overeenkomst tot stand (artikel 3:33/35 BW). Otto heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een vergissing en het moet ook voor de consumenten op het moment dat zij deze televisie, een HD ready breedbeeld lcd televisie van een A-merk met beelddiameter van 80 cm., bestelden duidelijk zijn geweest dat het om een vergissing ging. Er was niet bij vermeld dat het een stuntaanbod was of zo.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 29 januari 2008, zaak C-275/06, Productores de Música de España (Promusicae)
tegen Telefónica de España SAU.

Auteursrecht. Spaanse prejudiciële vragen over verplichtingen van serviceproviders.

“De lidstaten zijn (…) niet gehouden, in een situatie als die van het hoofdgeding de verplichting op te leggen om ter verzekering van de doeltreffende bescherming van het auteursrecht in het kader van een civiele procedure persoonsgegevens te verstrekken.

De lidstaten dienen er krachtens het gemeenschapsrecht bij de omzetting van deze richtlijnen wel acht op te slaan dat zij zich baseren op een uitlegging daarvan die het mogelijk maakt een juist evenwicht tussen de verschillende door de communautaire rechtsorde beschermde grondrechten te verzekeren. Bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen ter omzetting van deze richtlijnen moeten de autoriteiten en de rechterlijke instanties van de lidstaten vervolgens niet alleen hun nationale recht conform deze richtlijnen uitleggen, maar er ook acht op slaan dat zij zich niet baseren op een uitlegging van deze richtlijnen die in conflict zou komen met deze grondrechten of de andere algemene beginselen van gemeenschapsrecht, zoals het evenredigheidsbeginsel.”

Lees het arrest hier.