IEF 22931
19 september 2025
Uitspraak

Parallelimport en verwijderde codes geen gegronde reden voor merkinbreuk

 
IEF 22930
18 september 2025
Uitspraak

Hof: GFT c.s. krijgt inzage in gegevens SFT om (dreigende) merkinbreuk te onderbouwen

 
IEF 22929
18 september 2025
Artikel

Jaarlijkse BIE-Scriptieprijs

 
IEF 22880

AI en auteursrecht medio 2025


Artikel door D.J.G. Visser

De stand van zaken aan het begin van het academisch jaar 2025/2026.

Verschijnt binnenkort in Bedrijfsjuridische berichten 2025, nr. 18.

In het auteursrecht gaat het sinds eind 2022 vooral over Generatieve AI die toen met de komst van ChatGPT een grote vlucht heeft genomen. Hoe staat het met de belangrijkste vragen die AI voor het auteursrecht oproept: Mag AI op bestaand werk worden getraind? Maakt de output van AI inbreuk op auteursrecht? Is de output van AI zelf auteursrechtelijk beschermd?

IEF 22875

Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Coda Advocaten.

Geen bewijs voor overdracht exploitatierechten, vordering onrechtmatige uitlatingen deels toegewezen

Rechtbank Amsterdam 23 jul 2025, IEF 22875; C/13/759630; C/13/758723 (Modern Entertainment B.V tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-bewijs-voor-overdracht-exploitatierechten-vordering-onrechtmatige-uitlatingen-deels-toegewezen

Rb. Amsterdam 23 juli 2025, IEF 22875; C/13/759630; C/13/758723 (Modern Entertainment B.V tegen gedaagde). De rechtbank behandelt twee gevoegde procedures tussen ME en gedaagde. In zaak A staat de vraag centraal wie rechthebbende is van de naburige rechten op de zogenoemde HH-catalogus; in zaak B gaat het om de rechtmatigheid van uitlatingen die gedaagde heeft gedaan over ME en haar bestuurders. Eerder oordeelde de rechtbank in een incident dat zij in zaak A slechts gedeeltelijk, en in zaak B volledig bevoegd was [zie IEF 22524]. In zaak A baseert ME al haar vorderingen op het uitgangspunt dat zij rechthebbende is op de HH-catalogus. Zij beroept zich op een keten van overdrachten vanaf Showtime, via TMS/TMG en andere schakels, uiteindelijk naar ME. Gedaagde betwist deze chain of title en wijst onder meer op een eerdere overdracht aan een derde partij, op tegenstrijdige contractversies, op verklaringen en e-mails waaruit gedeeld eigendom zou blijken, en op het feit dat TMG de exploitatie na de vermeende overdracht heeft voortgezet. Ook verwijst hij naar Noorse procedures waarin TMG onvoldoende rechthebbende bleek. ME stelt daartegenover dat sprake was van een tijdelijke licentie, dat bepaalde stukken contractueel te verklaren zijn, en dat sommige documenten vals zouden zijn, maar onderbouwt dit niet. De rechtbank overweegt dat overdracht van naburige rechten slechts kan plaatsvinden bij akte en dat ME als professionele partij haar chain of title beter had moeten staven. De betwisting door gedaagde roept serieuze vragen op over authenticiteit en rechtsgeldigheid; de reactie van ME versterkt deze twijfel. Daarmee is niet komen vast te staan dat ME rechthebbende is. Omdat al haar vorderingen waaronder staking van exploitatie, verklaring voor recht, schadevergoeding en opgave van inkomsten hierop steunen, worden deze afgewezen. Het eerdere verstekvonnis wordt vernietigd. ME wordt veroordeeld in de volledige proceskosten.

IEF 22879

Geen verwarringsgevaar tussen Magic Crown en Crown wegens zwakke onderscheidingskracht

Gerecht EU (voorheen GvEA) 23 jul 2025, IEF 22879; ECLI:EU:T:2025:746 (Löwen Entertainment tegen EUIPO en Wazdan Holding), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-magic-crown-en-crown-wegens-zwakke-onderscheidingskracht

Gerecht EU 23 juli 2025, IEF 22879; IEFbe 3960; ECLI:EU:T:2025:746 (Löwen Entertainment / EUIPO en Wazdan Holding). Het Gerecht van de EU verwerpt het beroep van Löwen Entertainment GmbH tegen de beslissing van de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO. Wazdan Holding LTD vraagt de inschrijving aan van het Uniewoordmerk 'Magic Crown' voor producten en diensten in klassen 9, 28 en 41 (waaronder software, speelautomaten en casino- en gokdiensten). Löwen maakt bezwaar met een beroep op haar oudere Uniewoordmerk 'Crown', dat is geregistreerd voor deels identieke en soortgelijke producten en diensten in dezelfde klassen. De Oppositiedivisie geeft Löwen gelijk en wijst de aanvraag af. De Kamer van Beroep draait dit echter terug en oordeelt dat er geen gevaar voor verwarring bestaat. Volgens de Kamer heeft het element crown weinig onderscheidend vermogen in de kansspel- en entertainmentsector, omdat het vaak wordt gebruikt in combinatie met andere woorden. Het extra element magic zorgt ervoor dat het aangevraagde merk genoeg verschilt. Daardoor is de visuele, klankmatige en begripsmatige overeenkomst tussen de tekens slechts gering.

IEF 22878

Geen verwarringsgevaar: ECE verliest zaak over ECE LOGISTICS

Gerecht EU (voorheen GvEA) 17 jul 2025, IEF 22878; ECLI:EU:T:2025:739 (ECE Group tegen EUIPO en ECE Logistics), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-ece-verliest-zaak-over-ece-logistics

Gerecht EU 17 juli 2025, IEF 22878; IEFbe 3959; ECLI:EU:T:2025:739 (ECE Group / EUIPO en ECE Logistics). Het Gerecht van de EU verwerpt het beroep van ECE Group GmbH & Co. KG tegen een beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. ECE Group vordert nietigverklaring van het Uniemerk ECE LOGISTICS (beeldmerk), dat is geregistreerd voor transport- en opslagdiensten in klassen 35 en 39. Zij beroept zich op oudere rechten, waaronder het Uniewoordmerk ECE, een internationaal beeldmerk ECE en het Duitse woordmerk ECE Logistics, die betrekking hebben op diensten in de vastgoed- en bouwsector (o.a. planning, financiële en technische diensten, bouw van vastgoed en logistieke faciliteiten). Volgens ECE Group bestaat er ten minste een lage mate van overeenstemming tussen deze diensten en de transport- en opslagdiensten van de jongere inschrijving, zodat verwarringsgevaar (art. 8(1)(b) UMVo) niet kan worden uitgesloten. Ook stelt zij dat de Kamer van Beroep haar motiveringsplicht schendt, met name door nationale rechterlijke uitspraken (Bundespatentgericht) te negeren.

IEF 22874

Artikel ingezonden door Caroline Theunis, Artes Law.

Auteursrechtelijke bescherming van toegepaste kunst: de conclusie van Advocaat-Generaal Szpunar in de zaak C-580/23 (‘Mio’)

Artikel door Caroline Theunis (met redactie M. Maes).

Context

Op 21 september 2023 stelde het Zweedse Octrooi- en Merkenhof (‘OMH’) prejudiciële vragen aan het EU Hof van Justitie (‘EU HvJ’). Het wenst verduidelijking over de toepassing van het begrip ‘werk’ in de zin van Richtlijn 2001/29/EC (de ‘InfoSoc Richtlijn’) in de context van toegepaste kunst.

De verwijzing kadert in de zaak Mio, met als centrale vraag of de ‘Palais’-tafels, ontworpen door de eiser, als auteursrechtelijk beschermde werken kunnen worden aangemerkt. Meubelretailer Mio bracht immers soortgelijke tafels op de markt, en betwist dat zij daarmee inbreuk maakt op een dergelijke bescherming van de ‘Palais-tafels’.

Gelijkaardige omstandigheden gaven aanleiding tot prejudiciële vragen in de zaak Konektra, die voor de behandeling voor het HvJ bij Mio werd gevoegd.

IEF 22873

Save the date - studiemiddag VvA op vrijdag 17 oktober 2025 om 14:00 uur (inschrijven verplicht)

 

Geacht VvA-lid,

Graag informeer ik u dat de eerstvolgende VvA studiemiddag met het onderwerp "Vergoedingen voor makers en uitvoerend kunstenaars bij online exploitatie" zal plaatsvinden op vrijdag 17 oktober 2025 bij de Tolhuistuin in Amsterdam. 

Langs welk mechanisme moeten vergoedingen voor streaming en gebruik op social media tot stand komen? Hoeveel inspanningen mogen er van platforms en makers worden verwacht om tot overeenstemming te komen? Op basis van welke criteria dient de vergoeding te worden vastgesteld? Kan de wetgever de vaststelling van vergoedingen bij gebreke van overeenstemming dwingend opdragen aan een onpartijdige instantie? Kan de wetgever collectief beheer dwingend voorschrijven?

Deze en andere vragen zullen tijdens de Studiemiddag vanuit verschillende invalshoeken worden belicht, met aandacht voor rechtspraak en ontwikkelingen in binnen- en buitenland. De sprekers worden binnenkort bekend gemaakt.

IEF 22870

In november gaat de Mr. S.K. Martens Academie 2025-2026 van start

De Mr. S.K. Martens Academie start dit najaar weer: de toonaangevende specialisatieopleiding in intellectueel eigendomsrecht en procesrecht. In acht masterclasses en vier online sessies scherpt u uw processtrategieën aan en verstevigt u uw adviesvaardigheden, met focus op de praktische toepassing en de impact van AI op het rechtsveld.

U werkt samen met ervaren vakgenoten, onder leiding van topexperts, zoals onze hoofddocenten: Marijn Kingma, Peter Teunissen en Jorn Torenbosch, en krijgt inzichten vanuit wetenschap, praktijk en rechtspraak.

De opleiding biedt:
- Intensieve klassikale bijeenkomsten (Amsterdam Zuid) met volop ruimte voor interactie en netwerkvorming en interactieve online sessies
- Toegang tot het alumninetwerk, AI‑Forum en de databanken van deLex
- Certificering en registratie‑mogelijkheden in twee rechtsgebieden
- 54–60 PO‑punten

Startdata (onder voorbehoud):
2025: 13 november – 27 november – 4 december
2026: januari t/m september

Heeft u interesse of wilt u een offerte op maat ontvangen? Neem contact op met info@delex.nl.

Voor meer informatie, klikt u hier

IEF 22872

Gedaagde voorlopig als exploitant van restaurant met muziekgebruik aangemerkt, gelegenheid tot tegenbewijs

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13 aug 2025, IEF 22872; ECLI:NL:RBZWB:2025:5160 (Buma/Sena tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gedaagde-voorlopig-als-exploitant-van-restaurant-met-muziekgebruik-aangemerkt-gelegenheid-tot-tegenbewijs

Rb. Zeeland-West-Brabant 13 augustus 2025, IEF 22872; ECLI:NL:RBZWB:2025:5160 (Buma/Sena tegen gedaagde). Buma en Sena vorderen betaling van in totaal ruim € 5.000,- aan openstaande licentievergoedingen en incassokosten van een restaurant dat muziek openbaar maakt zonder licentie. Het restaurant wordt geëxploiteerd onder de handelsnaam [de eenmanszaak]. Inschrijving bij de Kamer van Koophandel staat op naam van [gedaagde] (eenmanszaak), maar er zijn ook aanwijzingen dat een B.V. betrokken is, die enige tijd dezelfde handelsnaam voerde en huurder van het pand is. Buma/Sena hebben facturen gestuurd over 2023 en 2024. Een deel is betaald, maar een bedrag van € 5.087,47 resteert. Buma/Sena stelt dat [gedaagde] het restaurant exploiteert en daarom de licentie- en vergoedingsbedragen moet voldoen. Daarnaast vorderen zij een verbod om muziek ten gehore te brengen zonder licentie (dwangsom). [gedaagde] stelt dat niet hij, maar de B.V. exploitant is; hij zou enkel de handelsnaam hebben afgestaan.

IEF 22871

Bevoegdheidsincident auteursrechtzaak over ontwerpvaas: verwijzingsverzoek naar kantonrechter afgewezen

Rechtbank Den Haag 6 aug 2025, IEF 22871; ECLI:NL:RBDHA:2025:14910 (Partij 1, 2 en 3 tegen partij 4), https://www.ie-forum.nl/artikelen/bevoegdheidsincident-auteursrechtzaak-over-ontwerpvaas-verwijzingsverzoek-naar-kantonrechter-afgewezen

Rb. Den Haag 6 augustus 2025, IEF 22871; ECLI:NL:RBDHA:2025:14910 (Partij 1, 2 en 3 tegen partij 4). [partij 1] ontwierp in 1998 de [vaas 1], waarvan de auteursrechten bij [partij 2] B.V. liggen en de productie plaatsvindt via Stichting [partij 3]. [partij 4] B.V. bracht sinds 2021 de [vaas 2] op de markt, die sterk lijkt op de [vaas 1]. In 2021 tekende [partij 4] een onthoudingsverklaring, waarin zij erkende inbreuk te hebben gemaakt en zich verbond geen nieuwe inbreuken te plegen op straffe van boetes. Desondanks verkocht [partij 4] in 2023 en 2024 opnieuw de vazen. [partij 1, 2 en 3] c.s. vorderen o.a. verklaringen voor recht, een inbreukverbod, schadevergoeding (winstafdracht), betaling van verbeurde boetes (€ 5.000), vernietiging voorraad, rectificatie, en proceskosten. In incident vordert [partij 4] verwijzing van de zaak naar de kantonrechter op grond van art. 93 sub b Rv, omdat de vorderingen volgens haar minder dan € 25.000 waard zouden zijn. [partij 1, 2 en 3] c.s. voeren verweer en stellen dat de waarde hoger kan liggen, omdat [partij 4] al sinds 2021 verkoopt en meer vazen heeft verhandeld dan zij opgeeft.

IEF 22868

Nationaal Mediarechtcongres op donderdag 20 november 2025

Op donderdag 20 november vindt het Nationaal Mediarechtcongres 2025 plaats in de Veranda Amsterdam. Onder leiding van dagvoorzitter Remy Chavannes (Brinkhof) bieden we u een gevarieerd middagprogramma over actuele ontwikkelingen in rechtspraak, regelgeving en mediatoezicht. Dit jaat werken we met vroegboekkorting. Als u zich vóór 1 september aanmeldt, ontvangt u €50 korting.