IEF 22752
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
IEF 22834
1 augustus 2025
Artikel

Lost Mary OkiData af, of Lost In Cyberspace?

 
IEF 22832
31 juli 2025
Artikel

Absoluut recht ten aanzien van deepfakes wenselijk

 
IEF 22834

Lost Mary OkiData af, of Lost In Cyberspace?

Annotatie bij <lostmarydirect.com>, 3 juni 2025, IEF 22827; CAC-UDRP-107605 (Dashing Joys en Imiracle tegen Zafar)[1] door Willem Leppink [2].

De recent gewezen beslissing over de domeinnaam <lostmarydirect.com> is een opmerkelijke uitspraak. In deze beslissing gewezen (en ingezonden) door mr. Marieke Westgeest, domeinnaamgeschillenbeslechter [3] bij het Tsjechisch Arbitragehof, wijzigt [4] zij de sinds 2001 bestaande en internationaal gehanteerde Oki Data-criteria [5], die zij vervolgens omdoopt tot de Lost Mary- criteria.

Kort en goed wijst zij de klacht af omdat de klagers, fabrikanten van e- sigaretten, niet hebben kunnen bewijzen dat de verweerder, Mohammad Zafar, een wederverkoper (reseller) van deze producten, geen recht of legitiem belang had bij de domeinnaam. Onder de Uniform Domain Name Dispute Resolution Policy (UDRP), de geschillenregeling die van toepassing is op onder meer .com-domeinnamen, is het ontbreken van een recht of legitiem belang het zogeheten tweede element dat bewezen moet worden, naast dat de klagers moeten bewijzen dat de domeinnaam gelijk is aan of verwarringwekkend overeenstemt met het merk van de klagers (eerste element) en dat de verweerder te kwader trouw was bij de registratie en het gebruik (derde element) [6].

IEF 22832

Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Absoluut recht ten aanzien van deepfakes wenselijk

Artikel door Dirk Visser [1]. Het is wenselijk dat iedereen een in beginsel absoluut recht krijgt ten aanzien van verwarring wekkende digitale nabootsing van zijn persoonskenmerken, oftewel: deepfakes. Dat is het uitgangspunt van recente Deense en Nederlandse wetsvoorstellen. Etienne Valk is het daar niet mee eens (NRC, 29 juli). Volgens hem is uitbreiding van het portretrecht tot ‘persoonskenmerken’ voldoende. Dat daarbij altijd een ‘redelijk belang’ moet worden aangetoond is volgens Valk geen bezwaar. ‘Natuurlijk heb je een redelijk belang als jouw meest individuele kenmerken op een hyperrealistische manier vervormd worden en jou daarmee woorden in de mond worden gelegd of (afwijkend) gedrag wordt toegeschreven’. Dat is inderdaad de definitie van een deepfake. Vervolgens moet er volgens Valk altijd een afweging plaatsvinden met de vrijheid van meningsuiting. “Het voordeel is dat sommig acceptabel deepfakegebruik, dat er zeker is, meer mogelijk blijft”. ‘Acceptabel deepfakegebruik’ is denkbaar, maar hoe zwaar weegt dat? En moet dat de regel of de uitzondering zijn? Moet er ten aanzien van deepfakes een sterk recht met beperkte uitzonderingen zijn (“nee, tenzij”), of steeds een belangenafweging?

IEF 22829

REACH‑opt‑out: Carus verliest kort geding over kosten‑ en auteursrechtclaims tegen Coloured Chemicals

Rechtbank Amsterdam 27 jan 2025, IEF 22829; ECLI:NL:RBAMS:2025:4436 (Carus tegen Coloured Chemicals c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/reach-opt-out-carus-verliest-kort-geding-over-kosten-en-auteursrechtclaims-tegen-coloured-chemicals

Vzr. Rb. Amsterdam 27 januari 2025, IEF 22829, LSR 2309; ECLI:NL:RBAMS:2025:4436 (Carus tegen Coloured Chemicals c.s.). Carus is hoofdregistrant voor kalium‑ en natriumpermanganaat en bezit de bijbehorende REACH‑dossiers, terwijl Coloured Chemicals in 2023 namens Indiase producenten Magnesia en Arista aparte opt‑out‑registraties voor dezelfde stoffen verkreeg. Coloured Chemicals baseerde haar dossier grotendeels op door ECHA verstrekte studie‑samenvattingen die minstens twaalf jaar oud zijn en daarom vrij gedeeld mogen worden. Carus vermoedt echter dat Coloured Chemicals ook jongere, nog kostbare studies uit haar registratiedossiers heeft gekopieerd en weigert mee te betalen aan de gemaakte onderzoeks‑ en administratieve kosten. Primair vordert Carus in kort geding voorschotten van € 150.000 en € 50.000, plus import‑ en exportverboden totdat betaling is verricht. Subsidiair stelt zij dat Coloured Chemicals inbreuk maakt op haar auteursrecht door het zonder toestemming overnemen van tekst en data uit het registratiedossier. Coloured Chemicals bestrijdt de kostenplicht, wijst op haar geldige opt‑out en stelt dat het REACH‑principe “één stof, één registratie” geen financiële verplichting oplegt wanneer eigen data worden gebruikt. Zij ontkent tevens elke auteursrechtinbreuk, betwijfelt of het dossier überhaupt een beschermde creatieve vorm heeft en betoogt dat overeenkomsten door de gestandaardiseerde ECHA‑formulieren onvermijdelijk zijn.

IEF 22828

Voorzieningenrechter wijst IE- en domeinnaamvorderingen toe aan medeoprichter adviesbureau

Rechtbank Midden-Nederland 18 jul 2025, IEF 22828; ECLI:NL:RBMNE:2025:3542 (Eiser tegen gedaagde c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voorzieningenrechter-wijst-ie-en-domeinnaamvorderingen-toe-aan-medeoprichter-adviesbureau

Rb. Midden-Nederland 18 juli 2025, IEF 22828; ECLI:NL:RBMNE:2025:3542 (Eiser tegen gedaagde). Eiser is een advies- en onderzoeksbureau dat zich bezighoudt met het versterken van compliance-, risico en integriteitsmanagement binnen organisaties. De onderneming is opgericht door [A] en [gedaagde sub 1] en werd bestuurd door hun vennootschappen [bedrijf] BV en [gedaagde sub 2] (hierna, samen met [gedaagde sub 1: gedaagde c.s.]). [gedaagde c.s.] heeft in juni 2025 de samenwerking opgezegd. Hierbij heeft hij meegedeeld dat het merk, de domeinnamen, content en auteursrechten zijn eigendom blijven en dat [eiser] haar naam moet wijzigen en het merk [eiser] niet meer mag gebruiken. [Gedaagden c.s.] heeft in dit kader de wachtwoorden die nodig zijn voor het beheer van de website overgedragen en gewijzigd zodat [eiser] geen toegang meer heeft. [eiser] is van mening dat [gedaagde c.s] geen recht heeft op de handelsnamen en domeinnamen en dat hij het beheer over de websites van de onderneming en de toegang daartoe aan haar moet overdragen. Hij doet daarbij beroep op het handelsnaamrecht, het domeinnaamrecht en het merkenrecht. [gedaagde c.s.] verweert en stelt dat er auteursrecht rust op de handelsnamen. Dit wordt door [eiser] betwist. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eiser] grotendeels toe.

IEF 22827

Uitspraak ingezonden door Marieke Westgeest.

Reseller van LOST MARY behoudt domeinnaam onder verruimde OkiData-criteria (‘Lost Mary-criteria’)

Overig 3 jun 2025, IEF 22827; CAC-UDRP-107605 (Dashing Joys en Imiracle tegen Zafar), https://www.ie-forum.nl/artikelen/reseller-van-lost-mary-behoudt-domeinnaam-onder-verruimde-okidata-criteria-lost-mary-criteria

UDRP Arbitrage 3 juni 2025, IEF 22827, IT 4926; CAC-UDRP-107605 (Dashing Joys en Imiracle tegen Zafar). In deze UDRP-zaak staat het domein lostmarydirect.com centraal. Deze website wordt sinds 2024 door Zafar (hierna: verweerder) geëxploiteerd. Hierop verkoopt hij authentieke producten van het populaire vape-merk LOST MARY. Dashing Joys en Imiracle (hierna: klagers) zijn de merkhouders van LOST MARY en klagen verweerder aan. Na de eerste klacht heeft verweerder een disclaimer aan zijn website toegevoegd. In deze zaak vorderen klagers overdracht van de domeinnaam en stellen zij dat het gebruik van de domeinnaam verwarring wekt, geen legitiem belang dient en te kwader trouw is. Volgens klagers handelt verweerder als een niet‑geautoriseerde wederverkoper die de indruk wekt verbonden te zijn met de merkhouder. Het Panel oordeelt dat het domein verwarringwekkend overeenstemt met het merk LOST MARY, maar dat verweerder een legitiem belang heeft. De reseller voldoet aan de belangrijkste criteria: hij biedt daadwerkelijk de originele producten aan, verkoopt geen andere merken en zijn website is voor de gemiddelde internetgebruiker duidelijk te onderscheiden van die van de merkhouder. Op dit laatste punt worden de OkiData-criteria verruimd.

IEF 22813

Entertainment & Recht op woensdag 10 september 2025

Begin het nieuwe seizoen na de zomervakantie met ons seminar Entertainment & Recht dat dit jaar op woensdag 10 september plaatsvindt. Een middagprogramma voor entertainment- en IE-experts in Parkzuid in het Vondelpark te Amsterdam onder leiding van onze dagvoorzitters Marijn Kingma (Höcker) en Michiel Odink (Leeway). Het programma is, in het kort, als volgt. 

  • Dagvoorzitters Marijn Kingma en Michiel Odink presenteren een Entertainment top 10, waarin alle actualiteiten in de entertainmentwereld van het afgelopen jaar worden besproken 
  • Rob Zimmermann (Netflix) neemt u mee in de praktijk bij Netflix 
  • Denis Doeland (DDMCA) bespreekt de nieuwste ontwikkelingen rondom AI, content, data en fan-relaties. 
  • De middag wordt afgesloten met een paneldiscussie over de implicaties van het ONB-arrest. Peter Marx (MVVP) leidt het panel in. Verder schuiven aan: Vera Nederpelt (Dikhoff Van Dongen Advocaten) en Victor den Hollander (De Vos & Partners Advocaten)

Op de website van deLex is meer informatie over het programma te vinden. 

IEF 22826

Uitspraak ingezonden door Maurits Tol en Jan Jacobi, BarentsKrans Advocaten en notarissen.

EUIPO weigert 3D-merk ‘Gluggle Jug’ wegens gebrek aan onderscheidend vermogen

EUIPO - OHIM 25 jul 2025, IEF 22826; (The Gluggle Jug Factory Limited tegen EUIPO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/euipo-weigert-3d-merk-gluggle-jug-wegens-gebrek-aan-onderscheidend-vermogen

EUIPO 25 juli 2025, zaak 019088546 (The Gluggle Jug Factory Limited tegen EUIPO). Op 1 maart 2025 maakt het EUIPO bezwaar tegen de registratie van een driedimensionaal Uniemerk van The Gluggle Jug Factory Limited op grond van artikel 7, lid 1, onder b, en lid 2 UMVo, wegens gebrek aan onderscheidend vermogen. De aanvraag betreft een visvormige waterkan met open bek en opwaartse blik, voorzien van de woorden “The Gluggle Jug Factory THE ORIGINAL HANDMADE IN ENGLAND”, en ziet op een groot aantal waren met name in klasse 21, zoals drinkgerei, keramiek, porselein en decoratieve objecten. Na publicatie ontvangt het EUIPO derdenobservaties ex artikel 45 UMVo, waarop het onderzoek wordt heropend. Het Bureau concludeert dat het relevante, in het bijzonder Engelstalige, publiek het teken niet als merk zal opvatten, aangezien de vorm overeenkomt met het uiterlijk van de waar zelf en niet wezenlijk afwijkt van gangbare marktpraktijken. De tekstuele elementen zijn louter beschrijvend en verwijzen naar het producttype, de geografische herkomst en het ambachtelijke karakter, zonder enig fantasievol of onderscheidend element. Ook de zichtbaarheid of positionering van deze woorden wijzigt dit oordeel niet. Omdat de vorm gangbaar is binnen het betrokken marktsegment, en de multifunctionele aard van het object (zowel decoratief of functioneel) verdere verwarring schept over de herkomst, mist het geheel merkfunctie. Het bestaan van inbreukmakende kopieën is irrelevant in de beoordeling van de absolute weigeringsgronden.

IEF 22825

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam.

Fremantle en RTL winnen kort geding over uitzending stalking

Rechtbank Amsterdam 20 jun 2025, IEF 22825; ECLI:NL:RBAMS:2025:4458 (Eiseres tegen Fremantle en RTL), https://www.ie-forum.nl/artikelen/fremantle-en-rtl-winnen-kort-geding-over-uitzending-stalking

Vzr. Rb. 20 juni 2025, IEF 22825; ECLI:NL:RBAMS:2025:4458 (Eiseres tegen Fremantle en RTL). In een zaak waarin twee personen elkaar beschuldigen van stalking, stonden Fremantle en RTL voor de rechter. In de aflevering wordt onderzoek gedaan naar de verhalen van beide personen. In de uitzending wordt tevens stilgestaan bij de verschillen tussen civielrechtelijke en strafrechtelijke bewijsvoering. De voorzieningenrechter oordeelt dat geen sprake is van een evidente onrechtmatigheid of onherstelbare schade die een preventief uitzendverbod rechtvaardigen. De conclusie is dat het recht op vrijheid van meningsuiting van Fremantle in dit geval zwaarder weegt dan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eiseres.

IEF 22822

Uitspraak ingezonden door Neeltje Romke de Vries, Sena.

Kantonrechter bekrachtigt schikking en waarschuwt voor misleidende werkwijze Eskeep

Rechtbank Limburg 16 jul 2025, IEF 22822; ECLI:NL:RBLIM:2025:6795 (Buma/Sena tegen Gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/kantonrechter-bekrachtigt-schikking-en-waarschuwt-voor-misleidende-werkwijze-eskeep

Rb. Limburg (kantonrechter) 16 juli 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:6795 (Buma en Sena tegen [gedaagde]). De Vereniging Buma en de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (hierna: Sena) vorderen betaling van vergoedingen wegens muziekgebruik in een Grieks restaurant, zonder dat daarvoor een geldige licentie is afgegeven. Buma int vergoedingen namens componisten en tekstdichters op grond van de Auteurswet; Sena is op grond van artikel 15 lid 1 Wet op de naburige rechten exclusief bevoegd tot inning van de billijke vergoeding voor openbaarmaking van commercieel uitgebrachte muziek. Gedaagde stelt sinds 2017 jaarlijks te hebben betaald aan de Belgische firma Eskeep, die hem zou hebben meegedeeld dat daarmee alles geregeld was. Het restaurant is sinds een brand in 2022 niet meer geëxploiteerd. Tijdens de mondelinge behandeling komen partijen tot een regeling: gedaagde betaalt €2.500 aan Buma en Sena, waarin hoofdsom, rente, incassokosten en proceskosten zijn begrepen. De kantonrechter acht de vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond en neemt de afspraken op in het vonnis. De betaling is opeisbaar per 2 januari 2026.

IEF 22823

Ongeoorloofde vergelijkende reclame en merkinbreuk in social media-campagne autoparfum

Rechtbank Den Haag 9 jul 2025, IEF 22823; ECLI:NL:RBDHA:2025:12887 (Bedrijf 1 tegen bedrijf 2), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ongeoorloofde-vergelijkende-reclame-en-merkinbreuk-in-social-media-campagne-autoparfum

Rb. Den Haag 9 juli 2025, IEF 22823, RB 3920; ECLI:NL:RBDHA:2025:12887 (Bedrijf 1 tegen Bedrijf 2). [Bedrijf 2] verkoopt autoparfum en heeft met behulp van een influencer een reclamevideo laten maken ter promotie van dit parfum. In hetzelfde filmpje wordt ook een ander autoparfum getoond. De influencer haalt dat autoparfum van de binnenspiegel van haar auto en laat het in haar schoot vallen, voordat zij het autoparfum van [bedrijf 2] erbij pakt. Hierbij vergelijkt de influencer de parfum van [bedrijf 2] met ouderwetse geurhangers en namaakgeurtjes, waarbij de autoparfum van [bedrijf 1] in beeld komt. [Bedrijf 1] stelt dat haar autoparfum hiermee onnodig negatief in beeld wordt gebracht. Zo wordt onder meer gesuggereerd dat het product van [bedrijf 1] ouderwets is en een namaakgeurtje betreft. Ook is in de reclamevideo geen sprake van een objectieve vergelijking. Bij de rechter vordert zij gedaagde te gebieden om in de toekomst op een dergelijke manier reclame te maken en te gebieden een rectificatie te plaatsen en een schadevergoeding te betalen. Ze baseert haar vorderingen op art. 6:162 BW en artikel 6:194a lid 2 BW, of op inbreuk haar intellectuele eigendomsrechten. [Bedrijf 2] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid, dan wel afwijzing van de vordering. Zij stelt dat er sprake is van een geoorloofde manier van reclame. In de reclamevideo heeft de ingehuurde influencer een merkloze autoparfumhanger van haar binnenspiegel gehaald, om vervolgens het product van [bedrijf 2] erbij te pakken en dat te promoten. Van vergelijkende reclame is geen sprake, noch van enige vorm van onrechtmatig handelen, aldus [bedrijf 2]. De rechter oordeelt als volgt.