IEF 22049
17 mei 2024
Uitspraak

Hoge Raad verwerpt cassatieberoep Pharmathen Global tegen Novartis

 
IEF 22048
16 mei 2024
Uitspraak

Geen meldingsplicht voor Teva over parallel lopende zaak in kort geding tegen Novartis

 
IEF 22047
16 mei 2024
Artikel

Save the Date: ALV en Studiemiddag VvA 7 juni 2024

 
IEF 18354

Erwin-Angad-Gaur - Reflecties: Schuld

Erwin-Angad-Gaur, 'Reflecties - Schuld', in SENA Performers Magazine 2019/1, p.14-15. De muziek van Queen beleeft hoogtijdagen. In verkoop en in streams. Dankzij de film Bohemian Rhapsody, die prijs op prijs binnensleepte en bezoekersrecord na bezoekersrecord verbrak. Maar het succes van Queen had nog groter kunnen zijn. Als...

Als muziekmanager Simon Napier-Bell niet had verhinderd dat Queen in plaats van Wham! als eerste westerse rockband in communistisch China op mocht treden. Napier-Bell beschrijft het in I’m coming to take you to lunch, een kruising tussen een autobiografie, een schelmenroman en een rapportage; een unieke inkijk in de muziekindustrie.

IEF 18368

College ter beoordeling van geneesmiddelen mocht informatie inwinnen in het buitenland

Raad van State 25 apr 2018, IEF 18368; ECLI:NL:RVS:2018:1353 (IPS tegen College ter beoordeling van geneesmiddelen), https://www.ie-forum.nl/artikelen/college-ter-beoordeling-van-geneesmiddelen-mocht-informatie-inwinnen-in-het-buitenland

ABRvS 25 april 2018, IEF 18368; LS&R 1698; ECLI:NL:RVS:2018:1353 (IPS tegen College ter beoordeling van geneesmiddelen) Bij afzonderlijke besluiten van 3 juli 2012 heeft het College ter beoordeling van geneesmiddelen (hierna: het College) de door IPS aangevraagde parallelhandelsvergunningen voor de geneesmiddelen Diclofenac Gel Teva 1,16%, gel 11.6 mg/g (hierna: Diclofenac) en Adapaleen Teva 1 mg/g, gel (hierna: Adapaleen) geweigerd. Bij uitspraak van 25 juni 2015 heeft de rechtbank de door IPS tegen de besluiten van 1 maart 2013, 14 juni 2013 en 8 juli 2013 ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft IPS hoger beroep ingesteld. Zij voert gronden aan die betrekking hebben op het door het College gehanteerde beoordelingskader. Het beroep wordt ongegrond verklaard. Dit omdat het College niet in strijd met het Unierecht heeft gehandeld, bevoegd was informatie in te winnen bij de Belgische en Franse autoriteiten, en binnen het beoordelingskader zorgvuldig heeft gehandeld en geoordeeld. Daarnaast ligt het niet op de weg van het College om gevaar voor de volksgezondheid te bewijzen, maar ligt het op de weg van de aanvrager van een parallelhandelsvergunning om zijn aanvraag te doen steunen op gegevens en bescheiden waaruit volgt dat aan de in artikel 48 van de Geneesmiddelenwet neergelegde criteria voor parallelle invoer is voldaan.

IEF 18357

Dirk Visser - Verzet tegen aantasting bouwwerk alleen mogelijk bij reputatieschade

Een architect kan zich alleen met succes verzetten tegen een aantasting van een door hem ontworpen bouwwerk, als die aantasting hem ook reputatieschade oplevert. Dat heeft de Hoge Raad beslist in een zaak over de verbouwing van een kantoorpand (HR 29 maart 2018, IEF 18353 (Dijkstra/De 4 Jaargetijden)). Architect Dijkstra maakte daar bezwaar tegen op grond van zijn auteursrechtelijke persoonlijkheidsrechten. Rechtbank en gerechtshof beslisten eerder al dat de verbouwing, die ten doel had het veertig jaar oude kantoorpand dat al zeven jaar leeg stond, een woonbestemming te geven, toelaatbaar is. Lees verder

IEF 18356

Geen sekspop Patricia Paay, geen toewijzing openlijke excuses

Rechtbanken 16 jan 2019, IEF 18356; ECLI:NL:RBOBR:2019:49 (Sekspop Patricia Paay), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-sekspop-patricia-paay-geen-toewijzing-openlijke-excuses

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 16 januari 2019, IEF 18356; ECLI:NL:RBOBR:2019:49 (Sekspop Patricia Paay) Mediarecht. Portretrecht. Aantasting eer en goede naam van een bekende Nederlander door in de media het voornemen bekend te maken een sekspop van haar op de markt te brengen. Gedaagde heeft misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin Paay na verspreiding van de plasseksvideo verkeerde, uitsluitend met het doel om zijn eigen commerciële belang en publicitaire doel te dienen. Er komt geen sekspop, "nu blijft het prototype in ieder geval in de doos". Schadevergoeding is bedoeld om het leed dat is aangedaan, enigszins te verzachten, en niet zozeer punitief van karakter. Er is een vonnis aangehaald waarbij € 30.000 aan schadevergoeding is toegekend, daar was echter sprake van een aanmerkelijk grovere inbreuk. Een bedrag van € 2.000,00 wordt als billijke schadevergoeding vastgesteld. Gevorderde openlijke excuses wordt afgewezen, excuses geven uiting aan persoonlijke gevoelens van spijt, welke naar hun aard niet bij vonnis kunnen worden afgedwongen.

IEF 18355

HR: toepassing 81 RO voor het houden van domeinnaam ok.nl met beroep op sub d

Hoge Raad 21 dec 2018, IEF 18355; ECLI:NL:HR:2018:2362 (OK OLIECENTRALE B.V., als rechtsopvolger van Fuelplaza tegen Gaos), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hr-toepassing-81-ro-voor-het-houden-van-domeinnaam-ok-nl-met-beroep-op-sub-d

HR 21 december 2018, IEF 18355; ECLI:NL:HR:2018:2362 (OK OLIECENTRALE B.V., als rechtsopvolger van Fuelplaza tegen Gaos) Art. 81 lid 1 RO. Merkenrecht. Domeinnaam. Art. 2.20 lid 1 onder d BVIE (ander gebruik). Domeinnaam. Centraal in dit hoger beroep staat de vraag of het houden van de domeinnaam ok.nl door Gaos is aan te merken als gebruik waartegen Fuelplaza op grond van artikel 2.20 lid 1 onder d BVIE kan optreden. Het Hof [IEF 16821]: Jarenlang niets doen met domeinnaam ok.nl is geen onrechtmatig gebruik. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering. Proceskosten: 90% van werkzaamheden had betrekking op de IE-grondslag. Indicatietarieven in IE-zaken 2017 is het maximumsalaris €20.000, dus gevorderde €8.634,52 wordt toegewezen.

IEF 18353

Uitspraak is ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, Victor Bouman, Wieringa Advocaten en Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

HR: 'Geen reputatieschade architect' is niet onbegrijpelijk en voldoende gemotiveerd

Hoge Raad 29 mrt 2019, IEF 18353; ECLI:NL:HR:2019:451 (D tegen De 4 Jaargetijden), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hr-geen-reputatieschade-architect-is-niet-onbegrijpelijk-en-voldoende-gemotiveerd

HR 29 maart 2019, IEF 18353; ECLI:NL:HR:2019:451 (Architect tegen De 4 jaargetijden) Auteursrecht. Eiser is architect. Verweerder is De 4 Jaargetijden, projectontwikkelaar en sinds 2015 eigenaar van een kantoorpand. Het pand heeft voor de aankoop een aantal jaren leeg gestaan en maakt deel uit van een complex, dat sinds de 18e eeuw heeft gediend als bestuurscentrum van de Noord-Hollandse waterschappen. Eiser heeft in 1978 het complex uitgebreid met kantoorbebouwing. De 4 Jaargetijden heeft voorbereidingen getroffen voor de verbouwing van het kantoorpand tot een achttal appartementen. De rechtbank wijst het beroep van de architect op zijn persoonlijkheidsrechten af [IEF 16422], het hof bekrachtig dit vonnis [IEF 17232]. Het oordeel van het hof dat de eiser geen reputatieschade kan leiden door aantasting van de (zuid)gevel is niet onbegrijpelijk, en voldoende gemotiveerd. Ook het oordeel van het hof - dat de omstandigheid dat eiser zich heeft opengesteld voor overleg en alternatieven heeft aangedragen, niet met zich meebrengt dat zijn verzet redelijk is - is ook zonder nadere motivering voldoende begrijpelijk. De cassatie wordt afgewezen.

IEF 18352

Uitspraak ingezonden door Erik Jonkman en Simon Sanders, CMS.

Opzegregeling overeenkomst bouwsoftware is niet van toepassing op onderliggende licenties

Rechtbank Midden-Nederland 29 mrt 2019, IEF 18352; (Kraan tegen BAM), https://www.ie-forum.nl/artikelen/opzegregeling-overeenkomst-bouwsoftware-is-niet-van-toepassing-op-onderliggende-licenties

Rechtbank Midden-Nederland 29 maart 2019 (Kraan tegen BAM). Eiser is Kraan Bouwcomputing, een bedrijf gespecialiseerd in bouwsoftware. Verweerder is BAM, een bouwbedrijf. Partijen hebben een raamovereenkomst gesloten genaamd Total Service Overeenkomst (TSO), op grond waarvan aan BAM het gebruiksrecht is verleend op door Kraan ontwikkelde software, inclusief onderhoud en ondersteuning. In de bijlage bij de TSO zijn de diverse softwaremodules en het aantal licenties geregeld. Er ontstaat een geschil over de uitleg van een licentieovereenkomst, waarbij Kraan stelt dat de opzegregeling uit de TSO ook van toepassing is bij het opzeggen van een aantal licenties. De opzegregeling van de TSO is niet eveneens van toepassing is op het op- en afschalen van de diverse, onderliggende licentieovereenkomsten. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 18351

HvJ EU: Door aanvrager gegeven kwalificatie als kleur- of beeldmerk vormt relevant element voor beoordeling

HvJ EU 27 mrt 2019, IEF 18351; ECLI:EU:C:2019:261 (Hartwall), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-door-aanvrager-gegeven-kwalificatie-als-kleur-of-beeldmerk-vormt-relevant-element-voor-beoord

HvJ EU 27 maart 2019, IEF 18351; IEFbe 2859; C‑578/17; ECLI:EU:C:2019:261 (Hartwall) Kleurmerk of beeldmerk – Grafische voorstelling van een merk in de vorm van een afbeelding. Naar aanleiding van een tussenbeslissing van het nationale bureau voor de intellectuele eigendom heeft Hartwall toegelicht dat zij verzocht om inschrijving van het litigieuze merk als „kleurmerk” en niet als beeldmerk. HvJ EU:

1)      Artikel 2 en artikel 3, lid 1, onder b), [Merkenrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat de door de aanvrager bij inschrijving aan een teken gegeven kwalificatie als „kleurmerk” of „beeldmerk” een van de relevante elementen vormt voor de beoordeling of dit teken een merk kan vormen in de zin van artikel 2 van deze richtlijn en of, in voorkomend geval, dit teken onderscheidend vermogen heeft in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van deze richtlijn, maar dat deze kwalificatie de bevoegde merkenrechtelijke autoriteit niet ontheft van haar verplichting om over te gaan tot een concrete en globale analyse van het onderscheidend vermogen van het betrokken merk, hetgeen betekent dat die autoriteit de inschrijving van een teken als merk niet kan weigeren op de loutere grond dat dit teken geen onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt voor de geclaimde waren of diensten.

IEF 18350

Nietigheidsprocedure hot stamping techniek is geen IE-handhaving, dus geen toepassing 1019h Rv

Gerechtshoven 26 mrt 2019, IEF 18350; ECLI:NL:GHDHA:2019:575 (ArcelorMittal France tegen Tata Steel), https://www.ie-forum.nl/artikelen/nietigheidsprocedure-hot-stamping-techniek-is-geen-ie-handhaving-dus-geen-toepassing-1019h-rv

Hof Den Haag 26 maart 2019, IEF 18350; ECLI:NL:GHDHA:2019:575 (ArcelorMittal France tegen Tata Steel) Handhaving. Proceskosten. De rechtbank  [IEF 17099] wees de gevorderde vernietiging van het Nederlandse deel van EP 863 'hot stamping techniek' toe. Het wapperverbod heeft de rechtbank afgewezen. Het incidenteel beroep van Tata Steel tegen de wijze van begroting van de proceskosten in eerste aanleg treft ook geen doel. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat artikel 1019h Rv in deze zaak niet van toepassing is, omdat de zaak niet kan worden aangemerkt als ‘handhaving’ van een recht van intellectuele eigendom in de zin van artikel 1019 Rv. Een nietigheidsprocedure wordt juist ter beschikking gesteld van een persoon die, zonder houder van een intellectuele-eigendomsrecht te zijn, opkomt tegen de bescherming van een recht van intellectuele eigendom dat aan de houder van de overeenkomstige rechten is verleend (r.o. 78, Bericap).

IEF 18349

Negatieve review op Facebook is geen onrechtmatige daad

21 feb 2019, IEF 18349; ECLI:NL:RBROT:2019:1389 (Review op Facebook), https://www.ie-forum.nl/artikelen/negatieve-review-op-facebook-is-geen-onrechtmatige-daad

Ktr. Rechtbank Rotterdam 21 februari 2019, IEF 18349; IT 2732; ECLI:NL:RBROT:2019:1389 (Review op Facebook) Mediarecht. Eiseres verhuurt beveiligingssystemen aan het midden en klein bedrijf. Gedaagde heeft een abonnement afgesloten bij eiseres, dat vroegtijdig is beëindigd. Op 17 april 2018 heeft gedaagde een negatieve review op de Facebookpagina van eiseres geplaatst. Bij de beoordeling of er sprake is van een onrechtmatige daad weegt de rechter twee belangen af: (1) het belang van eiseres om niet lichtvaardig te worden blootgesteld aan publicaties die haar eer, goede naam en integriteit aantasten, en (2) het belang, waarvoor gedaagde opkomt, dat misstanden die de samenleving raken niet, of in dit geval (potentiële) klanten van eiseres, door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek, kunnen blijven voortbestaan. Uitgangspunt is dat het is toegestaan om negatieve ervaringen met een bepaalde aanbieder van producten op internet te delen. In de review staat onder meer de algemene stelling dat gedaagde gehackt is en dat de manier van inloggen onveilig is. Een dergelijk waardeoordeel is niet onrechtmatig.