Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
20.399 artikelen gevonden
IEF 22987

Rechtbank Midden-Nederland verlangt nadere bewijslevering in merkinbreukzaak over Surinaamse ijsjes

Rechtbank Midden-Nederland 23 jul 2025, IEF 22987; ECLI:NL:RBMNE:2025:4969 ([eiseres] tegen [gedaagde]), https://www.ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-midden-nederland-verlangt-nadere-bewijslevering-in-merkinbreukzaak-over-surinaamse-ijsjes

Rb. Midden-Nederland 23 juli 2025, IEF 22987; ECLI:NL:RBMNE:2025:4969 ([eiseres] tegen [gedaagde]).  De kantonrechter (locatie Almere) behandelt een geschil tussen een supermarkt ([eiseres] B.V.) en haar groothandel/toeleverancier ([gedaagde] B.V.) over door [gedaagde] geleverde ijsjes met het merk van de familie [C]/[D]. [eiseres] stelt dat zij, na een sommatiebrief namens medemerkhouders [C] en [D] waarin staat dat in de EER alleen frisdranken onder dit merk mogen worden verhandeld, de verkoop moest staken en schade lijdt op haar restantvoorraad. Zij vordert €6.713,65 (waarvan €5.597,15 hoofdsom en €1.116,50 buitengerechtelijke kosten), met verrekening tegenover door haar nog onbetaalde facturen van [gedaagde] (€2.327,15). [gedaagde] betwist onrechtmatigheid, beroept zich op rechtmatige inkoop via een Surinaamse leverancier en vordert in reconventie betaling van die €2.327,15. Eerder speelde een vrijwaringsincident; na antwoord, reconventie en zitting op 24 juni 2025 wijst de rechtbank op 23 juli 2025 een tussenvonnis.

IEF 22979

Uitspraak ingezonden door Alexander Heirwegh, Co & Delarue.

Merken van Airwair zijn toch geldig volgens de Belgische rechter

Belgische gerechten 30 sep 2025, IEF 22979; 2023/AR/266 (Airwair International Ltd. Tegen Retail Distribution Concepts B.V. ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/merken-van-airwair-zijn-toch-geldig-volgens-de-belgische-rechter

Hof van beroep Brussel 30 september 2025, IEF 229979; IEFbe 4002; 2023/AR/266 (Airwair International Ltd. Tegen Retail Distribution Concepts B.V.). Airwair is de producent van Dr. Martens-schoenen. Volgens Airwair maakt Retail Distribution inbreuk op haar merkenrechten. Retail Distribution vorderde een nietigverklaring. De voorzieningenrechter verklaarde een vormmerk van Airwair nietig wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen. De inbreukvordering werd ook afgewezen. In hoger beroep stelt Airwair nogmaals dat Retail Distribution inbreuk maakt op haar merken en dat de nietigverklaring ongegrond is. Eerst oordeelt de Belgische rechter over de nietigheid. Bij het Benelux-merk 1417807 (geel stiksel op een zwarte welt) wacht de rechter met het doen van uitspraak, omdat er prejudiciële vragen zijn gesteld aan het Benelux-Gerechtshof. Benelux-merk 0588726 (DMS-zoolpatroon) heeft onderscheidend vermogen, omdat het significant afwijkt van wat gangbaar of gebruikelijk is op de markt. Benelux-merk 0588724 (geel stiksel in de rand tussen bovenleer en schoenzool van een schoen) heeft geen intrinsiek onderscheidend vermogen omdat het niet op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in de betrokken sector gangbaar is. Maar het hof acht het bewezen dat het teken onderscheidend vermogen heeft gekregen door het gebruik ervan als merk, zodat de betrokken kringen de waar als afkomstig van een bepaalde onderneming identificeren. Onder andere door persartikelen waarin wordt verwezen naar het gele stiksel als hét onderscheidende element van de schoenen, met gebruik van termen als iconisch, typisch en kenmerkend. Dus deze merken zijn geldig.

IEF 22986

Hof Amsterdam zet WAMCA-zaken tegen TikTok door op niet-AVG-grondslagen en houdt AVG-vorderingen aan in afwachting van HvJ EU

Hof Amsterdam 7 okt 2025, IEF 22986; ECLI:NL:GHAMS:2025:2666 (de Stichtingen tegen TikTok-entiteiten), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-amsterdam-zet-wamca-zaken-tegen-tiktok-door-op-niet-avg-grondslagen-en-houdt-avg-vorderingen-aan-in-afwachting-van-hvj-eu

Hof Amsterdam 7 oktober 2025, gevoegde zaken C/13/702849, C/13/706680 en C/13/706842, IEF 22986; ECLI:NL:GHAMS:2025:2666 (de Stichtingen tegen TikTok-entiteiten). Het hof behandelt drie WAMCA-zaken van SMC, STBYP en SOMI tegen diverse TikTok-entiteiten Het Hof Amsterdam doet een tussenarrest in drie samengevoegde WAMCA-zaken tegen diverse TikTok-entiteiten (SMC, STBYP en SOMI als belangenorganisaties). De AVG-grondslagen worden voorlopig aangehouden in afwachting van prejudiciële antwoorden van het HvJ-EU naar aanleiding van vragen van de Rechtbank Rotterdam over het “actief-zijn” en het (al dan niet vereiste) mandaat van art. 80 AVG; pas daarna beoordeelt het hof zijn bevoegdheid voor die AVG-vorderingen. Intussen mag de procedure wél door over de zelfstandige niet-AVG-grondslagen (onrechtmatige daad, consumentenrecht en, in hoger beroep door SOMI, de DSA), omdat dat past bij een efficiënte afwikkeling van collectieve acties. Voor die niet-AVG-vorderingen aanvaardt het hof internationale rechtsmacht op basis van art. 7 lid 2 Brussel I-bis (Handlungsort/Erfolgsort) en, voor buiten-EU entiteiten, de commune Nederlandse regels van art. 6 onder e Rv. De vorderingen zijn niet “summierlijk ondeugdelijk” en gaan door. Het hof verduidelijkt verder procespositie en partijen: na rolinschrijving blijven de zaken zelfstandig; niet iedere partij wordt automatisch partij in elkaars zaak; ontvankelijkheid wordt per collectieve vordering getoetst; SOMI is in appel slechts ontvankelijk tegen TikTok Ierland en STBYP niet tegen TikTok Ltd. (deze gedeeltelijke niet-ontvankelijkheden worden in het eindarrest opgenomen).

IEF 22982

Uitlating van een advocatenkantoor heeft meer impact dan een willekeurige derde

Rechtbank Midden-Nederland 9 sep 2025, IEF 22982; ECLI:NL:RBMNE:2025:4887 ([eiseres] B.V. tegen [gedaagde] B.V.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/uitlating-van-een-advocatenkantoor-heeft-meer-impact-dan-een-willekeurige-derde

Rb. Midden-Nederland 9 september 2025, IEF 22982; ECLI:NL:RBMNE:2025:4887 ([eiseres] B.V. tegen [gedaagde] B.V.). [eiseres] is een leverancier van printer-, kopieer- en scanapparatuur en heeft een aantal overeenkomsten met het advocatenkantoor [gedaagde] gesloten. [gedaagde] is ontevreden over de dienstverlening van [eiseres]. Scans telden ook mee voor "tellertikken", hierdoor kreeg het kantoor een grote naheffing. [D] heeft daarover een recensie op internet geplaatst. Daarnaast is mr. [A] in een internetreportage van het consumentenprogramma Radar verschenen waarin zij haar ontevredenheid over [eiseres] heeft uitgesproken. [eiseres] vordert dat [gedaagde] de recensie op internet verwijdert en een spreekverbod opgelegd krijgt. De eer en goede naam van [eiseres] zou zijn aangetast. Verder is de recensie niet gebaseerd op feiten volgens [eiseres]. Bij de beantwoording van de vraag of een uitlating onrechtmatig is, moeten de wederzijdse belangen tegen elkaar worden afgewogen. Aan de ene kant het belang van [eiseres] om niet door publicaties te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Aan de andere kant het belang van [gedaagde] dat zich kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over haar ervaringen met [eiseres]. Ook als die ervaringen negatief zijn.  

IEF 22983

Gerecht EU: geen verwarringsgevaar tussen ETI PUF en ‘Poof!…and done’

Gerecht EU (voorheen GvEA) 1 okt 2025, IEF 22983; ECLI:EU:T:2025:924 (Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ tegen EUIPO en Dr. Oetker RO SRL), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-geen-verwarringsgevaar-tussen-eti-puf-en-poof-and-done

Gerecht EU 1 oktober 2025, IEF 22983; IEFbe 4004; ECLI:EU:T:2025:924 (Eti Gıda Sanayi ve Ticaret AŞ tegen EUIPO en Dr. Oetker RO SRL). Het Gerecht bevestigt de beslissing van de Eerste Kamer van Beroep van het EUIPO en verwerpt het beroep van Eti Gıda tegen het EU-beeldmerk “Poof!…and done” van Dr. Oetker RO. Uitgangspunt is het algemene EU-publiek (incl. Roemenië) met gemiddelde aandacht en, uit proceseconomie, identieke waren/diensten (klasse 30: bak-/zoetwaren; klasse 35: retail/marketing daarvoor). In de tekenvergelijking kent het Gerecht doorslaggevend gewicht toe aan het visuele aspect (supermarktaankoop). De tekens vertonen slechts lage visuele overeenstemming: de woorddelen “puf” (ETI-merken) en “poof” (bestreden merk) delen slechts p en f, verschillen in lengte, lettervolgorde en opmaak (kleuren, lettertype, uitroepteken), en gaan vergezeld van afwijkende beeldelementen (o.a. bruin rechthoekig label met lachend gebak bij ETI versus blauw “splash” met sterren bij Oetker) en secundaire woorden (ETI resp. “…and done”). Conceptueel is de overeenstemming laag, omdat “puf/poof” in het Engels/Roemeens vooral alluderen op een luchtige/fluffy textuur en dus zwak onderscheidend zijn voor bakwaren. Fonetisch bestaat overeenkomst (van laag tot hoog afhankelijk van taal en uitspraak van “oo” als /u/), maar die compenseert de visuele verschillen niet. De oudere ETI PUF-merken hebben normale (niet verhoogde) onderscheidingskracht. Gevolg: geen verwarringsgevaar in de zin van art. 8(1)(b) jo. art. 60(1)(a) UMVo.

IEF 22980

LEGO tegen Boon Beton tussenkomst FraVin en Thijssen-Den Brok afgewezen

Rechtbanken 1 okt 2025, IEF 22980; ECLI:NL:RBDHA:2025:18118 (Lego tegen Boon Beton en FraVin/Thijssen-Den Brok), https://www.ie-forum.nl/artikelen/lego-tegen-boon-beton-tussenkomst-fravin-en-thijssen-den-brok-afgewezen

Rb. Den Haag 1 oktober 2025, IEF 22980; ECLI:NL:RBDHA:2025:18118 (Lego tegen Boon Beton en FraVin/Thijssen-Den Brok). De Rechtbank Den Haag wijst het incident tot tussenkomst van FraVin International B.V. en Thijssen-Den Brok B.V. af in de merkenzaak van LEGO Holding A/S tegen Boon Beton B.V. De hoofdzaak gaat over vermeende inbreuk op de bekende LEGO-woordmerken doordat Boon Beton op haar website termen als “legoblokken van beton” en “Lego” gebruikt voor stapelbare betonblokken; LEGO vordert onder meer een verbod, opgave en schadevergoeding, terwijl Boon Beton in reconventie verklaringen voor recht vraagt (o.a. beschrijvend gebruik ex art. 2.23 lid 1 sub b BVIE en, subsidiair, dat de LEGO-merken geen bescherming genieten voor klasse 19). De rechtbank acht zich bevoegd voor zowel het Uniemerk (EU-wijd) als de Benelux-registratie. FraVin en Thijssen-Den Brok, die eerder door LEGO zijn gesommeerd en verwijzingen naar LEGO van hun sites hebben verwijderd, willen in de hoofdzaak tussenkomen om zelf vorderingen in te stellen.

IEF 22978

Uitnodiging tweede Distinguished IViR Lecture: Prof. Peggy Valcke over de rol van advocaten in het informatierecht

Uitnodiging tweede Distinguished IViR Lecture: Prof. Peggy Valcke over de rol van advocaten in het informatierecht

Met veel genoegen kondigt het IViR de tweede Distinguished IViR Lecture aan die professor Peggy Valcke (KU Leuven) zal geven op vrijdag 24 oktober in het Westindisch Huis (Herenmarkt 99) in Amsterdam. Professor Valcke zal spreken over "The Unbearable Lightness of Being… an Information Lawyer". Met deze Distinguished Lecture continueert het IViR de serie van tweejaarlijkse Information Law Lectures. Peggy Valcke wordt met deze Lecture ook de tweede Distinguished IViR Fellow! Deelname is gratis; na afloop is er uiteraard een borrel. De Lecture biedt dus een mooie gelegenheid om bij te praten met de spreker en vakgenoten.

Voor meer informatie en inschrijving kunt u terecht op: https://www.ivir.nl/nl/agenda/distinguished_ivir_lecture_valcke/.

IEF 22977

Uitspraak ingezonden door Arnout Groen en Julie Visser, AC&R.

AG HvJ EU: offline streamingkopieën zijn mededeling aan het publiek

HvJ EU 2 okt 2025, IEF 22977; ECLI:EU:C:2025:749 (Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding, Stichting de Thuiskopie tegen HP Nederland BV, Dell BV, Stichting Overlegorgaan Blanco Informatiedragers), https://www.ie-forum.nl/artikelen/ag-hvj-eu-offline-streamingkopieen-zijn-mededeling-aan-het-publiek

Conclusie AG HvJ EU 2 oktober 2025, IEF 22977; IEFbe 4001; ECLI:EU:C:2025:749 (Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding, Stichting de Thuiskopie tegen HP Nederland BV, Dell BV, Stichting Overlegorgaan Blanco Informatiedragers). De Hoge Raad legt in C-496/24 (Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding & Stichting de Thuiskopie tegen HP Nederland, Dell en SOBI) drie vragen voor over de thuiskopie-uitzondering bij betaalde streamingdiensten. Het gaat om “offline streaming copies”: een abonnee kiest in de app werken die de aanbieder, onder DRM/technische voorzieningen, versleuteld opslaat op het apparaat; de gebruiker kan ze alleen binnen de app afspelen, niet vrij kopiëren of overzetten, en de aanbieder kan ze wissen. De vragen: (1) valt dit onder art. 5(2)(b) Richtlijn 2001/29 (privékopie) met inachtneming van de driestappentoets van art. 5(5)? (2) verzetten de doelstellingen van de richtlijn (hoog beschermingsniveau, evenwicht, techniekneutraliteit) zich tegen uitsluiting van zulke kopieën van de nationale thuiskopie-heffing? (3) maakt de vergoedingswijze (per download of per play) nog uit? Feitenkader en nationaal recht: in NL wordt de thuiskopieheffing door Stichting de Thuiskopie geïnd op dragers/apparaten, met tarieven vastgesteld door SONT; voor 2018-2020 rekent SONT ook betaalde streamingdiensten mee.

IEF 22976

Gerecht bevestigt opening nietigheidsprocedure Cripps Pink en Cripps Red

Gerecht EU (voorheen GvEA) 24 sep 2025, IEF 22976; ECLI:EU:T:2025:895 (WAAA tegen CPVO en Teak Enterprises Pty Ltd), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gerecht-bevestigt-opening-nietigheidsprocedure-cripps-pink-en-cripps-red

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22976; IEFbe 4000; ECLI:EU:T:2025:895 (WAAA tegen CPVO en Teak Enterprises Pty Ltd). Het Gerecht verwerpt het beroep van Western Australian Agriculture Authority (WAAA) tegen de beslissing van de Raad van Beroep van het CPVO van 12 januari 2024 om nietigheidsprocedures te openen voor de communautaire kwekersrechten op de appelrassen Cripps Pink (Pink Lady) en Cripps Red (Sundowner). De procedurele context: WAAA vroeg vernietiging van die beslissing; opmerkelijk is dat het CPVO in rechte de stellingen van WAAA steunde, terwijl Teak Enterprises als interveniënt verdedigde dat de beslissing van de Raad moest blijven staan. Het Gerecht bevestigt de twee-fasen-toets van art. 53a Verordening 874/2009: in fase 1 is alleen de vraag of de door de nietigheidsaanvrager overgelegde gegevens “serious doubts” over de geldigheid wekken; pas in fase 2 volgt het volledige, contradictoire onderzoek. Binnen die beperkte toets mocht de Raad concluderen dat vier nieuwe stukken-Exhibit 3 (rapport Special Rural Research Fund, 17-2-1988), Exhibit 15 (statutory declaration Allan Price, 2017), Exhibit 17 (statutory declaration John Cripps, 2018) en Exhibit 19 (statutory declaration teler Francis Atherton, 2018), op zichzelf voldoende ernstige twijfel vestigen over nieuwheid (art. 10(1) Verordening 2100/94) vóór de novelty bar date 29-8-1989. Dat eerdere Pink Lady-arrest uit 2019 (T-112/18) niet tot nietigheid leidde, blokkeert een nieuwe aanvraag niet: het gaat om een andere aanvrager, andere bewijsstukken (met name leveringen in 1987-1989 zonder restricties) en dus om een nieuwe feitelijke basis; art. 53a fungeert als filter tegen lichtvaardige herhalingen.