Hof: de octrooien vertegenwoordigen geen waarde
Hof Den Haag 5 november 2025, IEF 23140; ECLI:NL:GHDHA:2025:2412 ([de vrouw] tegen [de man]). Partijen zijn in 1998 getrouwd onder huwelijkse voorwaarden. In 2023 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De rechtbank Rotterdam heeft zich al eerder uitgesproken over de verdeling van de gemeenschap. [de vrouw] is het daar op een aantal punten niet mee eens en gaat in hoger beroep. Zo voert zij aan dat de rechtbank de octrooien van [de man] ten onrechte op nihil heeft gewaardeerd. Volgens haar vertegenwoordigen de octrooien wel degelijk waarde. De man is jarenlang onbereikbaar geweest voor de vrouw en de kinderen omdat hij aan de octrooien ten grondslag liggen technische uitvinding werkte. De vrouw stelt dat de man dit nooit zou hebben gedaan als de octrooien, dan wel de uitvinding, geen waarde zouden vertegenwoordigen. [de man] betwist dat de technische uitvinding waarop de octrooien rusten voor commerciële doeleinden wordt gebruikt, en de vrouw heeft niet aannemelijk gemaakt dat dat wel het geval is.