Wij gaan dat doen, ligt ook op mijn bordje
Kwekersrecht. Octrooirecht, bio-octrooirichtlijn 98/94/EG. Aantal moties betreffende de kwekersvrijstelling en het octrooieren van genen en genetische eigenschappen, met reacties staatssecretarissen Bleker & Atsma.
Staatssecretaris Bleker: De motie op stuk nr. 190 [volledige kwekersvrijstelling en aansluiting met Duitsland en andere landen], refererend aan de interruptie van mevrouw Dijksma, is ondersteuning van beleid. Wij gaan dat doen. Wij hebben het over een volledige vrijstelling van alle materiaal voor kwekers en veredelaars. Wij willen dat realiseren in Europees verband, waarbij wij het belang goed afwegen ten opzichte van de belangen van de chemie en een aantal andere sectoren.
De motie op stuk nr. 194 [verzoekt de regering, zich in te spannen om het patenteren van genen en genetische eigenschappen onmogelijk te maken”] ligt ook op mijn bordje. Ik ontraad het aannemen van deze motie, want het zou de ontwikkelingen tegenhouden. Het bedrijfsleven is gebaat bij innovaties en zou op deze manier worden geblokkeerd.
De motie op stuk nr. 195 [onderzoek naar de mate, vormen en mogelijke maatschappelijke gevolgen van verdere monopolisering in Nederlandse veredelingssector] zie ik eveneens als ondersteuning van beleid. Ik neem het mee in mijn inzet voor een in Europees verband te regelen volledige kwekersvrijstelling. Dat is een motie van mevrouw Wiegman en van de heer Dijkgraaf.
De motie op stuk nr. 197 [met stakeholders haalbaarheid en wenselijkheid invoering uitgebreide kwekersvrijstelling onderzoeken] is ondersteuning van beleid en wordt meegenomen in de consultaties van belanghebbenden en brancheverenigingen.
De motie op stuk nr. 198 [onafhankelijke voorzitter aanzoeken die dit overleg kwekers- en octrooirecht vormgeeft], een motie van de heer Ormel, mevrouw Wiegman en de heer Dijkgraaf zie ik eveneens als ondersteuning van beleid. Die sluit trouwens aan bij de motie die ik hieraan voorafgaand van advies heb voorzien.
Staatssecretaris Atsma: motie nr. 191 [tegen belangenverstrengeling, dubbele petten en draaideurconstructies in de EFSA] Ik zou dat overigens breder willen zien, want het gaat bij belangenverstrengeling niet alleen om deze organisatie; het is meer in algemene zin. Ik kan niet anders dan dit als ondersteuning van beleid zien en ik ben het er zeer mee eens.
Motie nr. 192 [bepleiten voor opname van directe en indirecte milieueffecten van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) in de indicatieve lijst met sociaaleconomische criteria voor een eventuele landelijke vrijstelling van toelating van het betreffende ggo-gewas] Ik heb in het algemeen overleg al aangegeven dat dit alleen kan als er sprake is van nieuwe gegevens. In dit geval is er volgens mij sprake van dubbel werk. Wij gaan het werk van de EFSA niet overdoen. Ik moet deze motie dus ontraden, omdat zij overbodig is.
Motie nr. 193 [positieve grondhouding aan te nemen jegens vrijstellingsverzoeken van lidstaten, zoals nu Oostenrijk, betreffende toelating van genetisch gemodificeerde gewassen] In beginsel zijn wij natuurlijk positief, maar ook in dit geval geldt dat vrijwaringen alleen aan de orde kunnen zijn als er sprake is van risico's. Zo algemeen geformuleerd kunnen wij niet met deze motie uit de voeten. Dat hebben wij ook al heel nadrukkelijk gewisseld in het algemeen overleg. Ik moet deze motie dus op grond van dat gegeven ontraden.
Motie nr. 196 [opnemen van milieucriteria, zoals resistentieontwikkeling en gevolgen voor de biodiversiteit, in de lijst met criteria die lidstaten mogen hanteren bij de nationale toelating van de teelt van gg-gewassen] In de motie op stuk nr. 196 van de fracties van de SGP en de ChristenUnie wordt de regering verzocht om zich actief in te zetten voor het opnemen van milieucriteria zoals resistentieontwikkeling en gevolgen voor de biodiversiteit. Ook hierbij geldt dat er, kijkend naar wat de EFSA doet, sprake zou kunnen zijn van dubbel werk. Ik heb al eerder aangegeven dat wij daar niet voor voelen. Vandaar dat ik ook deze motie op grond van dat gegeven moet ontraden.
Motie nr. 199 [pleiten voor een Europese onderbouwingsprocedure voor een proportionele uitzonderingsmogelijkheid die per genetisch gewas voor het gehele grondgebied van een lidstaat dient te worden aangevraagd] In die zin zullen wij hier met een positieve grondhouding naar kijken, met name omdat die positieve onderbouwing voor uitzonderingen per staat is geduid. De houding ten aanzien van deze motie is dus positief. Ik zie haar als ondersteuning van het beleid.
Als randvermelding. Franchise. Overgang van onderneming. Voorzetting handelsnaam, instaan van Franchisegever voor betaling van lonen van eisers.
Een lezer vroeg ons:
Persbericht
Even kort. Domeinnaamrecht. Merkennaamrecht. WIPO geschillenbeslechting. Woord "unive" wordt wijdverbreid gebruikt, vaak als afkorting van universiteit. Uit klacht valt niet af te leiden dat verweerder op de hoogte had moeten zijn van het merk van klager. Klacht heeft geen kwade trouw van verweerder aangetoond. Klager heeft klacht niet onderbouwd en probeert WIPO Panel te misleiden, dus sprake van kwade trouw van klager. Misbruik van procesrecht. Klacht is afgewezen.
Met dank aan Diederik Stols,
Handelsnaamrecht. Domeinnaamrecht. racehardware.nl. Handel in materialen voor autosport. Sponsor en preferred supplier Dutch Supercar Challenge en maakt reclame rond televisie-uitzendingen. Reclame-uiting gedaagde: "Ben je opzoek naar Race Hardware kom naar braxracehardware.nl". Voor zover geen onderscheidend vermogen, zo stelt verweerder, is i.c. handelsnaam ingeburgerd door gebruik: inschrijving handelsregister, actief middels domeinnaam, zakelijke correspondentie en promotiefilmpjes op YouTube. Vorderingen toegewezen. Dwangdom €5.000 maximum €100.000. 1019h Rv proceskosten €6.651,71.
Modelrecht. Gemeenschapsmodel kinderloopfietsen (
Auteursrecht onderdelen 4.8. Het beroep op auteursrechtelijke bescherming ten aanzien van de afzonderlijke onderdelen van kinderloopfiets van Firstbike (frame, voorvork en zadel) moet eveneens worden verworpen. Firstbike heeft niet aangegeven welke trekken van die onderdelen voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, terwijl Ridder Ride erop heeft gewezen dat vele trekken worden bepaald door de technische functie van het betreffende onderdeel. Voor zover de onderdelen niet-technische trekken hebben die blijk geven van een persoonlijk stempel van [Eiser sub 2], wijken de onderdelen van de Chopper naar voorlopig oordeel voldoende af gelet op de verschillen die Ridder Ride heeft opgesomd, zoals de afwijkende vorm van de gaten van het frame, de breedte van de voorvork en de gaten in de zadelpen. Als wordt gekeken naar de afzonderlijke onderdelen, kunnen die verschillen naar voorlopig oordeel niet worden aangemerkt als ondergeschikte details.
4.11 (...) Aangezien de bewijslast van de gestelde continuering van de leveringen bij Firstbike ligt en er in het kader van dit kort geding geen ruimte is voor nadere bewijslevering, moet er in deze procedure van worden uitgegaan dat Ridder Ride geen Enduro-fietsen heeft geleverd aan ING en dat de verklaring van Ridder Ride over het staken van de handel in de Enduro per 31 januari 2011 dus juist is. Dat gegeven, in combinatie met het – door Firstbike geweigerde – aanbod van Ridder Ride om vast te leggen dat Ridder Ride de Enduro niet meer op de markt zal brengen op straffe van een boete, heeft Firstbike onvoldoende spoedeisend belang bij een verbod.