Prejudicieel gestelde vragen: is het feit dat een licentiehouder van software zich niet houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst een auteursrechtinbreuk of kan hiervoor een afzonderlijke regeling gelden?

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 oktober 2018, IEF 18145; IT 2689; IEFbe 2799; C-666/18 (Free Mobile tegen IT Development) Via Minbuza. Free Mobile is een aanbieder van mobiele telefonie op de Franse markt. Bij overeenkomst van 25.08.2010 heeft IT Development aan Free Mobile een licentie verleend en een onderhoudscontract met haar afgesloten voor het softwarepakket ClickOnSite. IT Development heeft aangevoerd dat er in strijd met de licentieovereenkomst wijzigingen zijn aangebracht in de software en heeft op 22.05.2015 inbeslagneming wegens inbreuk laten verrichten ten kantore van de onderneming Coraso, een subcontractant van Free Mobile. Volgens Free Mobile zijn de verzoeken op grond van inbreuk niet ontvankelijk. Daarnaast stelt Free Mobile dat de originaliteit van de software niet is bewezen en dat de handelingen voor beslag inzake inbreuk nietig zijn. Ook stelt Free Mobile dat de aangebrachte wijzigingen alleen betrekking hebben op de eigen database van de licentiehouders en dat de clausule waarin is bepaald dat het softwarepakket niet mag worden gewijzigd in strijd is met de bepalingen van het wetboek van intellectuele eigendom. Deze bepalingen moeten worden geacht niet te zijn geschreven. De rechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van IT Development niet-ontvankelijk verklaard. IT Development heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en de rechter in tweede aanleg verzocht om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof. In eerste aanleg waren de verzoeken van IT Development uitsluitend gebaseerd op inbreuk. In hoger beroep zijn zij subsidiair tevens gebaseerd op de contractuele aansprakelijkheid.