Vordering deels toegewezen: CST en [gedaagde] in geschil over projecten en samenwerking
Rb. Rotterdam 15 oktober 2025, IEF 23059; ECLI:NL:RBROT:2025:12581 (CST tegen [gedaagde]). CST is een internationaal opererend bedrijf dat zich richt op de productie van opslagtanks, silo’s en dakconstructies voor de olie- en gasindustrie. In 2020 is CST een samenwerking aangegaan met [gedaagde], een dienstverlener op het gebied van commerciële vertegenwoordiging en projectontwikkeling. Partijen sloten een overeenkomst van opdracht waarin werd afgesproken dat [gedaagde] CST zou adviseren. Er volgden gezamenlijke werkzaamheden in drie projecten: VTTI-ETT5, BP Verwater en VTTV Cyprus. In 2023 werd een intentieverklaring opgesteld waarin CST zich bereid toonde om de activa van [gedaagde] over te nemen. Deze verklaring had alleen geen bindend karakter. Uiteindelijk is de overname niet doorgegaan. CST heeft daarop in 2024 conservatoir beslag laten leggen bij [gedaagde]. In deze procedure vordert CST betaling van een bedrag van openstaande facturen voor geleverde materialen, terugbetaling van een voorschot in het kader van het VTTV-project, en een vergoeding voor beslagkosten. [gedaagde] vordert in reconventie ook een bedrag van CST, deze vordering ziet onder meer op openstaande facturen voor verrichte werkzaamheden en softwareontwikkeling, schadevergoedingen in verband met projectproblemen, vermeend onrechtmatig gebruik van software en ontwerptekeningen (het zogenaamde IFR-dak), en een vergoeding op grond van de intentieverklaring.