Vorderingen Ducapro tegen Arubaanse radiozender Q-Waves afgewezen vanwege gebrek aan onderbouwing en te verstrekkende gevolgen

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 4 april 2025, IEF 22700; ECLI:NL:OGEAA:2025:82 (Ducapro tegen Q-Waves). Q-Waves exploiteert op Aruba een radiostation en zendt muziek uit zonder daarvoor een vergoeding te betalen. Ducapro is een organisatie die de belangen van rechthebbenden op muziekwerken behartigt en heeft een overeenkomst met BumaStemra om deze in het Caribisch deel van het Koninkrijk te vertegenwoordigen. In het verleden was er een raamovereenkomst tussen BumaStemra en de Aruba Broadcasters Association (ABA), waarvan Q-Waves lid was, maar deze is in 2019 opgezegd. Sinds eind 2023 probeert Ducapro namens BumaStemra een vergoeding te innen van Q-Waves voor het gebruik van muziekwerken. Ducapro vordert in kort geding een verbod voor Q-Waves om muziek van door haar vertegenwoordigde rechthebbenden uit te zenden zonder vergoeding, op straffe van een dwangsom. Subsidiair vordert zij dat Q-Waves voorlopig een percentage van haar omzet als vergoeding betaalt voor het muziekgebruik, totdat in een bodemprocedure over de definitieve vergoeding is beslist.

De rechter stelt vast dat Q-Waves inderdaad muziek uitzendt waarop auteursrechten rusten en dat zij in beginsel gehouden is een vergoeding te betalen. Q-Waves betwist echter de bevoegdheid van Ducapro om deze rechten te innen en wijst op het ontbreken van een wettelijke basis en transparantie over de tarieven. De rechter acht aannemelijk dat Ducapro namens BumaStemra mag optreden, maar laat de vraag of zij daartoe volledig gerechtigd is in het midden, omdat het gevorderde om andere redenen niet toewijsbaar is. Het gevorderde verbod wordt als te ingrijpend beschouwd, mede gezien de machtspositie van Ducapro, het ontbreken van een lokaal vergoedingenmodel en het feit dat onderhandelingen nog gaande zijn. Ook het subsidiaire verzoek wordt afgewezen, omdat de billijkheid van de tarieven en de berekeningsgrondslag onvoldoende zijn onderbouwd en nader onderzoek vergen. Het Gerecht wijst zowel het primaire als het subsidiaire gevorderde van Ducapro af. Ducapro wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De rechter benadrukt dat een verbod op het uitzenden van muziek te verstrekkende gevolgen zou hebben voor Q-Waves en dat er onvoldoende grond is om een voorlopige vergoeding vast te stellen zonder nadere onderbouwing en onderzoek.

4.4. Voor wat betreft het primair gevorderde verbod om gebruik te maken van de muzikale werken van de door Ducapro (via BumaStemra) vertegenwoordigde rechthebbenden als volgt. Een dergelijk verbod is, mede vanwege de (van BumaStemra als beheerder van auteursrechten afgeleide) machtspositie van Ducapro, een ingrijpend middel dat niet lichtvaardig moet worden gebruikt. Sinds jaar en dag wordt hier ten lande door de radiostations muziek uitgezonden en eerst in 2018 is door BumaStemra een overeenkomst met ABA (waarvan ook Q-Waves op dat moment lid was) aangegaan, welke overeenkomst in 2019 door BumaStemra is opgezegd. Pas eind 2023 heeft Ducapro zich vervolgens bij Q-Waves gemeld met de boodschap dat een vergoeding moet worden betaald. Partijen zijn sindsdien in overleg getreden (onder meer) over een door Q-Waves te betalen vergoeding. Dat dit enkel door toedoen van Q-Waves (nog) niet is gelukt, kan voorshands niet worden gezegd. Tussen partijen bestaat - zoals tijdens de laatste zitting gebleken - met name een verschil van inzicht over de berekeningsgrondslag van de door Q-Waves te betalen billijke vergoeding en over de waarborgen die Ducapro al dan niet biedt om de vertrouwelijkheid van de door haar geëiste administratieve en financiële informatie te waarborgen. Op voorhand is niet, althans onvoldoende gebleken dat Q-Waves zich op oneigenlijke of onredelijke gronden tegen de ter zake door Ducapro ingenomen standpunten heeft verzet, te meer nu een niet eenzijdig opgesteld en voldoende op de lokale markt toegespitst vergoedingenmodel voor het muziekgebruik, alsmede wettelijke regulering ontbreekt. Een verbod muziek uit te zenden heeft verregaande gevolgen voor Q-Waves nu zij daardoor in haar voortbestaan wordt bedreigd. Gelet hierop, bezien in het licht van het geschetste tijdsverloop en de tussen partijen gevoerde onderhandelingen, is het gevorderde verbod vooralsnog te ingrijpend. Voor dit oordeel is mede van belang dat alleen Q-Waves in rechte is betrokken terwijl er vele radiostations zijn op Aruba die alle evenmin een vergoeding betalen.