Geplastificeerde gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen
Vzr. Rechtbank Almelo 11 november 2011, LJN BU4888 (Friends Hygiene B.V. tegen Savon B.V.)
Auteursrecht op geplastificeerde gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen. Verbodsvordering alternatieve producten voor doseerunits. Stukgelopen samenwerking. Over en weer hebben partijen afname van reinigingsproducten enerzijds en hygiënepapier anderszijds afgesproken. Partijen hebben hun samenwerkingsafspraken niet aan het papier toevertrouwd. Kennelijk is definitief en onvoorwaardelijk door partijen afgesproken om “de stekker er uit te trekken”.
In reconventionele vordert Savon een verbod op auteursrechtelijke inbreuk op geplastificeerde gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen die behoren bij de betreffende vaatwasproducten. Vrees voor inbreuk is niet gesteund door feiten en/of omstandigheden, en de vraag is of geplastificeerde overzichten met daarin standaardteksten en standaard waarschuwingen, inderdaad auteursrechtelijke bescherming verdienen.
Verbod op aan derden aanbieden van alternatieve producten voor gebruik in de aldaar geplaatste Savon-doseerunits. Ook deze vordering wordt afgewezen nu er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd dat het gestelde gevaar (agressieve chemische) waaruit spoedeisend belang moet blijken, kan openbaren.
18. De voorzieningenrechter moet vaststellen dat deze vrees – gelijk door Friends bij wijze van verweer is benadrukt - niet wordt gesteund door feiten en/of omstandigheden waaruit volgt dat Friends inderdaad reeds buiten de van Savon afkomstige leveringen om, dergelijke overzichten is gaan afleveren bij afnemers. Uit niets blijkt voorts dat Friends voornemens is die geplastificeerde overzichten in eigen beheer te laten maken. Door Friends is gemotiveerd weersproken dat door haar de gestelde auteursrechtinbreuken zijn gedaan en dat zij voornemens is dergelijke inbreuken te gaan doen. Daarbij komt naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook nog eensde beperking dat het auteursrecht alleen bescherming biedt voor geschreven tekst die ook nog eens aan het oorspronkelijkheidvereiste moet voldoen. Door Friends is terecht aangevoerd dat bij gebrek aan meer informatie voorshands oordelend niet kan worden getoetst of de aangevoerde werken– met daarin standaardteksten en standaard waarschuwingen - inderdaad auteursrechtelijke bescherming kunnen verdienen. De in reconventie onder I verzochte voorlopige voorziening zal dan ook moeten worden afgewezen.
19.Onder II wordt in reconventie gevorderd om Friends op straffe van een dwangsom te verbieden om aan derden alternatieve producten (te weten andere producten dan die afkomstig van Savon) te leveren aan derden voor het gebruik bij die derden in de aldaar geplaatste doseerunits van Savon. Door Friends is weersproken dat zij doende is of van zins is dergelijke alternatieve producten aan derden te leveren. De spoedeisendheid van deze vordering baseert Savon op de omstandigheid dat wisseling van deze meestal agressieve producten chemisch gevaar voor de gebruikers kan opleveren. De voorzieningenrechter is van oordeel dat ook deze reconventionele vordering moet worden afgewezen nu door Savon geen feiten en/of omstandigheden zijn aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat het gestelde gevaar zich juist door toedoen van Friends bij derden kan openbaren. Uit niets blijkt dat Friends doende is alternatieve producten voor gebruik in deze doseerunits (omstreeks 300 in NL) in te kopen c.q. te laten vervaardigen. Evenmin isgebleken van door Friends ontplooide verkoopactiviteiten waaruit kan worden afgeleid dat Friends doende is c.q. moet zijn om alternatieve producten in de plaats te stellen van de voor Friends dus niet meer verkrijgbare producten van Savon.
Klein beetje IE. Handelsnaamrecht. Schending garantiebepalingen overnameovereenkomst vs. leveringsakte en vervaltermijn. In de Leveringsakte staat “k. De vennootschap is gerechtigd de handelsnamen en merken te voeren die zij tot op de dag van vandaag gebruikt; de vennootschap beschikt over alle rechten, bevoegdheden en vergunning om de door haar gedreven onderneming uit te oefenen (…)”.
Prejudiciële vragen Högsta domstol, Zweden. Auteursrechten en naburige rechten. Luisterboeken en bestanduitwisseling. Recht op doeltreffende bescherming van intellectuele eigendom. Handhavingsrichtlijn 2004/48/EG artikel 8 Bescherming van persoonsgegevens, elektronische communicatie en het bewaren van bepaalde gegenereerde gegevens, openbaarmaking van persoonsgegevens. Richtlijn 2002/58/EG: een vordering tot staking tegen een internet service provider, de naam en het adres van de gebruiker van een IP-adres informatie - artikel 15 - richtlijn 2006/24/EG - Artikel 4. bestanden delen
Octrooirecht. Afgelopen arbeidsovereenkomst. Geheimhoudingsbeding. Stork drijft een onderneming in onder meer textiele en grafische druk en rotatiezeefdruksystemen. Daarnaast ontwerpt en vervaardigt Stork diverse (metaal)producten voor specifieke toepassingen, waaronder die gericht op de medische markt. Voorheen was Stork genaamd Stork Screens B.V., intern ook wel afgekort tot “SSH”. X is in oktober 1988 bij Stork in dienst gekomen, in de beëindigingsregeling is zijn non-concurrentiebeding vervallen verklaard, er geldt nog wel een geheimhoudingsbepaling.
In snippits: Het bericht van
Europese Rekenkamer heeft in een 'audit' beoordeeld of de Commissie het Geografisch Indicatie-systeem beheert op een manier die het mogelijk maakt effectief te voldoen aan de doelstellingen. Drie criteria werden gebruikt voor de audit, namelijk de robuustheid van het gedefinieerde systeem, de aantrekkelijkheid van de regeling voor potentiële aanvragers en consumentenbewustzijn:
Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure tegen aanvrage gemeenschapsbeeldmerk '
Met gelijktijdige dank aan Thomas Berendsen,
Toegewezen vrijwaringsincident. INTS c.s. vordert in de hoofdzaak verklaring van recht en staking van inbreuk op auteursrecht en merkenrechten op kleding. Kosten van incident worden aangehouden.
Toegewezen vrijwaringsincident. Tommy Hilfiger vordert in de hoofdzaak, zakelijk weergegeven, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Marbami en Kruidvat met onmiddellijke ingang beveelt om inbreuk op de Gemeenschapsmerkrechten van
Collectieve beheersorganisaties (hierna CBO's) laten zich, met name in de audiovisuele industrie, steeds meer rechten overdragen door de bij hen aangesloten makers. Voorheen was hun rol vooral gericht op het innen en verdelen van wettelijke vergoedingsaanspraken zoals leen- en verhuurvergoeding, thuiskopievergoeding en de vergoeding voor kabeldoorgifte ("secundaire openbaarmaking"). Door de technologische ontwikkelingen is de idee van secundaire openbaarmaking op de tocht komen