Domeinnaamrecht  

IEF 5238

Het overgenomen merk

clyse.gifGerechtshof ’s-Gravenhage, 29 november, rolnr. 05/1609, Canna B.V. tegen Glas (met dank aan Huib Berendschot, AKD Prinsen Van Wijmen).

Hoger beroep in deze zaak. In eerste instantie was het nog CANNA tegen CANNALYSE,  maar door merkovername (van een ex-medewerker van gedaagde) kan eiser zich in dit beroep op het merk CANNALYSE beroepen en ziet zijn vorderingen nu wel toegewezen. Geen overdracht .com domeinnaam, omdat het verbod slechts ziet op de Benelux en de domeinnaam ook gebruikt kan worden op een manier waarmee geen inbreuk in de Benelux wordt gemaakt.

Na het vonnis van de Rechtbank Den Haag van 5 oktober 2005, waarin werd geconcludeerd dat het merk CANNALYSE van gedaagde geen inbreuk maakte  op eisers niet-onderscheidende CANNA, heeft eiser het Beneluxmerk CANNALYSE overgenomen van een derde, een naar het lijkt ex-medewerker van gedaagde. Eiser beroept zich nu in hoger beroep primair op dit merk, Gedaagde heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerding.

Partijen twisten over de rechtmatigheid van het handelen van de genoemde derde en over wie de merknaam nu eigenlijk heeft bedacht, maar van overtuigend bewijs of reeds genomen juridische stappen door gedaagde tegen deze derde is geen sprake en het hof gaat er derhalve voorshands van uit dat het merk rechtsgeldig is overgedragen. Nu er sprake is van identieke tekens voor identiek waren is inbreuk een gegeven.

“8. Het hof acht aannemelijk dat door het gebruik van het teken CANNALYSE door Glas inbreuk in de zin van artikel 2.20, lid l, sub a, BVIE (artikel 13A, lid 1, sub a, BMW) wordt gemaakt op de rechten van Canna met betrekking tot haar merk CANNALYSE. Het door Gias gebruikte teken CANNALYSE is immers gelijk aan het merk en wordt gebruikt voor een testkit waarmee de werkzame stoffen in cannabis kunnen worden geanalyseerd, derhalve waren waarvoor het merk is gedeponeerd. Glas heeft dat op zichzelf ook niet gemotiveerd betwist. Niet gesteld of aannemelijk is geworden is dat het merk CANNALYSE ieder onderscheidend vermogen mist. Het op die merkrechten van Canna gebaseerde inbreukverbod is derhalve toewijsbaar. Dat geldt in zoverre ook voor de vordering tot veroordeling tot het betalen van dwangsommen. Nu het hier gaat om een Benelux-merk zal het inbreukverbod slechts gelden voor de Benelux.”

De .com domeinnaam van gedaagde hoeft echter niet te worden overgedragen, nu deze ook op niet-inbreukmakende wijze kan worden gebruikt:

“Wat betreft het onder 8 gevorderde bevel tot overdracht van de domeinnaam www.cannalyse.com door Glas aan Canna merkt het hof op dat Glas door toewijzing van het inbreukverbod het teken Cannalyse en dus ook de domeinnaam, niet kan gebruiken in de Benelux. Het hof is voorshands van oordeel dat sprake is van gebruik in de Benelux indien het gebruik daarvan in het bijzonder (mede) op het publiek in de Benelux is gericht, respectievelijk op het Benelux-publiek de indruk moet maken in het bijzonder daarvoor (mede) bestemd te zijn. Deze domeinnaam kan ook gebruikt worden op een manier dat daardoor geen inbreuk in de Benelux wordt gemaakt, zodat Glas bij het behoud daarvan belang kan hebben. In het licht daarvan is het hof voorshands van oordeel dat een afweging van de wederzijdse belangen leidt tot afwijzing van deze vordering.”

Lees het arrest hier.

IEF 5211

Loket gesloten

Jurlok.gifRechtbank Rotterdam, 29 november 2007, KG ZA 07-944, Stichting het Juridisch Loket tegen de Stichting Paralegal Expertise & Management (met dank aan Gregor Vos, Klos Morel Vos & Schaap).

Wel gemeld, nog niet besproken. Handelsnaamrecht. Stichting Juridisch Loket kan zich beroepen op handelsnaamrechten omdat zij een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet is. Paralegal kan geen ouder handelsnaamgebruik aantonen. Overdracht domeinnaam juridischloket.info bevolen.

Stichting Het Juridisch Loket is de opvolger van de voormalige Bureaus Rechtshulp en wordt gefinancierd door de Raad voor de Rechtsbijstand. De rechtbank neemt aan dat de naam sinds 1 mei 2004 door de eiser wordt gebruikt. De Stichting maakt bezwaar tegen het gebruik van de naam Juridisch Loket door gedaagde Paralegal. Paralegal stelt echter dat zij reeds vanaf 12 november 2003 de handelsnaam Juridisch Loket gebruikt, aangezien zij de naam op die datum heeft ingeschreven in het handelsregister. Voorts stelt zij op 31 januari 2004 de domeinnaam juridischloket.info in gebruik te hebben.

De Rechtbank gaat eerst in op de vraag of Stichting Het Juridisch Loket een onderneming is in de zin van de Handelsnaamwet en zij zich op handelsnaamrechten kan beroepen:

 

"4.1 Er is sprake van een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet indien materieel voordeel wordt nagestreefd. Dit materieel voordeel dient ruim te worden verstaan. Het Juridisch Loket heeft ten doel het realiseren van een effectieve en efficiënte toegang tot een kwalitatief goed stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. In dat kader verstrekt zij gratis juridische informatie en advies aan mindervermogenden. Zij beoogt daarmee onder meer die groep de kosten die aan commerciële juridische dienstverlening zijn verbonden, te besparen. Dit is voorshands aan te merken als een streven naar materieel voordeel in bovengenoemde zin. Ter uitvoering van dit streven begeeft het Juridisch Loket zich op de markt van de juridische dienstverlening. Zij heeft een aandeel in die markt en op grond van haar doelstelling belang bij het behoud en versterking van dat marktaandeel. Een en ander leidt tot het voorlopig oordeel dat het Juridisch Loket een onderneming in de zin van de Handelsnaamwet is."

Paralegal slaagt er niet in aan te tonen dat zij de naam Juridisch Loket eerder gebruikte dan Het Juridisch Loket. Haar stelling dat er geen verwarring tussen beide stichtingen zou zijn, neemt de Rechtbank niet aan:

4.4 Dat het gebruik van de handelsnaam Het Juridisch Loket door het Juridisch Loket van oudere datum is dan het gebruik door Paralegal van de handelsnaam www.juridischloket.info. Dat betekent dat het Juridisch Loket vanaf juni 2004 bescherming toekomst op grond van artikel 5 Handelsnaamwet tegen het gebruik van jongere, op haar handelsnaam gelijkende handelsnamen, voor zover er bij het publiek verwarring van de ondernemingen te duchten is. Dat die verwarring in dit geval te duchten is, is evident. Dat Paralegal “verkeerde bezoekers” altijd doorverwijst naar het Juridisch Loket, wat daar ook van zij, doet daar, anders dan Paralegal lijkt te betogen, niet aan af. Integendeel. Het bevestigt het gevaar van verwarring alleen maar.

Verbodsvordering en vordering tot overdracht domeinnaam juridisch loket.info worden toegewezen, evenals de vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten ad € 19.235,-,

Lees het vonnis hier.

IEF 5090

Eénééntwee

Webwereld.nl bericht: “SIDN schort uitgifte van nummerdomein 112.nl op in afwachting van de uitspraak in het proces tussen de Staat en Bram Heerink. De nieuwe numerieke variant, 112.nl, blijft wel gereserveerd voor de Staat.

De Staat is nog in een rechtszaak verwikkeld met Bram Heerink, al jaren eigenaar van www.112.nl. Dat domein werd hem in eerste instantie door de rechter ontnomen, maar hangende het hoger beroep heeft Heerink beslag laten leggen op het domein.

(…) Volgens SIDN staat hun beslissing overigens wel geheel los van de door de advocaat van Heerink aangebrachte argumenten. De gewraakte clausule in het 'numerieke Sunrise-reglement' waarin 112.nl wordt gereserveerd voor de Staat, artikel 2.3, wordt dan ook niet geschrapt, zoals Heerink had geëist. Dit bevestigt een woordvoerster van SIDN.

Lees hier  meer (ook over www.117.nl). Weblog Heerink hier.

IEF 5063

Speelgoed

aquaplay.gifRechtbank ‘s-Gravenhage, 12 november 2007, KG ZA 07-1092, Playhold AB tegen Mio Mio B.V.

Inbreuk door merkgebruik in domeinnaam. Inschrijving in het handelsregister is voldoende om aan te nemen dat de handelsnaam wordt gevoerd. Behandeling door twee advocaten leidt i.c. tot matiging proceskosten.

Speelgoedfabrikant en eiser Playhold is rechthebbende op de Benelux- en  Gemeenschapswoord / beeldmerken  Aquaplay (klasse 28, spellen en speelgoed). Gedaagde Mio Mio verkoopt via internet speelgoed van o.a. Playhold. Sinds 2004 is gedaagde houdster van de domeinnaam www.aquaplay.nl, die tot voor kort was gekoppeld aan haar eigen website. Recentelijk heeft Mio Mio eveneens de naam Aquaplay  laten registreren in het handelsregister.

Mio Mio bestrijdt niet dat het gebruik van het teken ‘aquaplay’ in de domeinnaam www.aquaplay.nl als merkgebruik moet worden aangemerkt, maar stelt dat dit geoorloofd is. De voorzieningenrechter oordeelt anders: Het gebruik is niet is beperkt tot de verdere verhandeling van Playhold-speelgoed, gedaagde heeft niets ondernomen om tot een eventuele nietigverklairing van het merk te komen, van eventuele oudere rechten of een impliciete licentie is geen sprake en een geldige reden is i.c. in beginsel niet relevant.

“4.3. Daargelaten de gestelde gelijkheid van teken en merk, bestrijdt Mio Mio in ieder geval niet dat het teken ‘aquaplay’ in de domeinnaam zodanig overeenstemt met het aquaplaymerk dat daardoor verwarring bij het publiek kan ontstaan omtrent de herkomst van de waren en evenmin dat de waren waarvoor het teken wordt gebruikt gelijk zijn aan die waarvoor het merk is ingeschreven, zodat Playhold zich in beginsel op deze bepaling [Artikel 9 lid 1 onder b GMeVo  - IEF] kan beroepen. De omstandigheid dat Mio Mio op de website ook speelgoed aanbiedt dat door of met toestemming van Playhold onder het aquaplaymerk in de Gemeenschap in het verkeer is gebracht, maakt het gebruik van het teken niet toelaatbaar omdat het niet is beperkt tot de verdere verhandeling van juist dat speelgoed (vergelijk in dit verband HvJ EG 4 november 1997, nr. C-337/95, Dior/Evora).

4.4. Playhold kan zich daarom in beginsel verzetten tegen het gebruik dat Mio Mio van de domeinnaam maakt. Mio Mio heeft opgemerkt dat nog heeft te gelden dat het aquaplaymerk slechts onderscheidend vermogen heeft voor waterspeelgoed door de bijzondere schrijfwijze. Voor zover Mio Mio daarmee de geldigheid van het merk in twijfel heeft willen trekken, stuit dat af op het in artikel 95 GMeVo neergelegde vermoeden van geldigheid van het merk, zolang Playhold niets onderneemt om tot nietigverklaring van het merk te komen.”

“(…) 4.6. Mio Mio voert voorts tegen de vorderingen aan dat zij beschikt over een ouder recht. Zij stelt het navolgende. De domeinnaam is in 2001 geregistreerd door C. Vlaanderen. Vlaanderen gebruikte de domeinnaam voor internetverkoop van speelgoed onder de naam ‘Het Speelgoedhuis’. Mio Mio heeft de domeinnaam op 5 april 2004 van Vlaanderen gekocht en vervolgens gekoppeld aan haar website. Omdat de domeinnaamregistratie ouder is dan de merkregistratie van Playhold, heeft Mio Mio een geldige reden om de domeinnaam te gebruiken.

4.7. Voor zover Mio Mio aansluiting wil zoeken bij artikel 9 lid 1 onder c GMeVo gaat het verweer niet op omdat een geldige reden in beginsel niet relevant is wanneer, zoals in deze procedure, moet worden aangenomen dat gebruik van het teken plaatsvindt dat valt onder de omschrijving van artikel 9 lid 1 onder b GMeVo.

4.8. Playhold heeft daarnaast betwist dat Van Vlaanderen de domeinnaam heeft gebruikt. Mio Mio heeft dat gebruik niet aannemelijk gemaakt. In deze procedure moet er daarom van uit gegaan worden dat de domeinnaam pas in 2004, na registratie van het Gemeenschapsmerk, door Mio Mio in gebruik is genomen. Aan de enkele registratie van de domeinnaam door Vlaanderen kan Mio Mio in ieder geval geen rechten ontlenen, daargelaten de vraag of deze rechten op Mio Mio kunnen overgaan. Het voorgaande alleen al leidt er toe dat de bescherming van oudere rechten als bedoeld in artikel 107 GMeVo evenmin in beeld komt.”

“4.10. Uit de onder 2.8 aangehaalde, door Mio Mio overgelegde, e-mail moet worden afgeleid dat Playhold in ieder geval nog in oktober 2006 in de veronderstelling verkeerde dat de domeinnaam niet actief was en dat Playhold zich op het standpunt stelde dat de domeinnaam zou moeten worden overgedragen. Aan het belang van Mio Mio zou dan tegemoetgekomen worden door op de aan de domeinnaam gekoppelde website van Playhold een link op te nemen naar de webwinkel van Mio Mio. Daarom kan niet worden aangenomen dat Playhold een impliciete licentie heeft gegeven dan wel dat Playhold al zó lang op de hoogte is van het inbreukmakend gebruik, dat om die reden geen spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen meer kan worden aangenomen. (…) De recente registratie van de handelsnaam in het handelsregister versterkt het spoedeisend belang van Playhold bij de gevraagde voorzieningen.”

“(…) 4.13. De inschrijving in het handelsregister is, anders dan Mio Mio stelt, voldoende om aan te nemen dat Mio Mio de handelsnaam voert. Aannemelijk is dat zij door dit gebruik profiteert van de wervende kracht van het aquaplaymerk, te meer omdat Mio Mio niet bestrijdt dat het een bekend merk betreft en Mio Mio in haar onderneming waren verkoopt die gelijk zijn aan die waarvoor het merk is ingeschreven. Van een ouder recht is, zoals hiervoor is overwogen, geen sprake. Playhold kan zich derhalve tegen het gebruik van de handelsnaam verzetten op grond van haar Beneluxmerk en het bepaalde in artikel 2.20 lid 1 onder d BVIE en mogelijk ook op grond van artikel 5a Handelsnaamwet.”

De vorderingen van Playhold worden toegewezen. De domeinnaam dient te worden overgedragen en de handelsnaam dient te worden doorgehaald. De proceskosten worden gematigd:  Meer dan één advocaat was i.c. niet nodig. De kosten voor vertalingen voor de cliënt mogen wel worden opgevoerd.

“4.16. De voorzieningenrechter ziet geen enkele aanleiding te veronderstellen dat de in de overgelegde urenspecificatie opgegeven uren niet daadwerkelijk aan de zaak zijn besteed. Het aantal gewerkte uren (in totaal circa 100 uur) komt echter zodanig hoog voor dat de kosten daarvan niet als redelijk en evenredig voor rekening van Mio Mio kunnen worden gebracht. In dit verband valt op dat de zaak, ook ter zitting, is behandeld door meer dan één advocaat, wat niet verklaard kan worden door de complexiteit van de zaak. Het gaat hier om een feitelijk en juridisch niet zeer ingewikkelde zaak, die -gelet op hetgeen in vergelijkbare gevallen is gebleken- moet kunnen worden behandeld voor aanzienlijk geringere kosten. Wel wordt ermee rekening gehouden dat partijen min of meer uitvoerig hebben onderhandeld over een regeling van hun geschil, hetgeen kostenverhogend heeft gewerkt. Een en ander afwegend worden de redelijke en evenredige proceskosten (exclusief verschotten) begroot op € 15.000,-.

4.17. Het bezwaar van Mio Mio tegen de gemaakte kosten van vertaling van processtukken wordt verworpen. Het is begrijpelijk dat Playhold, binnen redelijke grenzen, kennis dient te nemen van de gewisselde processtukken om haar advocaat juiste instructies en informatie te geven. Die kosten dient Mio Mio te dragen. “

Lees het vonnis hier.

IEF 4999

Numeriek

De SIDN lanceert eind januari 2008 zuiver numerieke .nl-domeinnamen. "Numerieke domeinnamen zijn domeinnamen die geheel uit cijfers bestaan (bv. 1234.nl), of uit cijfers met een koppelteken (bv. 12-34.nl). Van 1 tot en met 14 december 2007 organiseert SIDN een voorinschrijving voor de houders van merkenrechten of handelsnaamrechten. Zij kunnen zich tijdens deze sunrise-periode inschrijven op numerieke .nl-domeinnamen die een direct verband houden met hun recht. Op de SIDN website www.sidn.nl/numeriek staat vanaf vandaag alle informatie rondom de sunrise gepubliceerd."

Lees hier meer. 

IEF 4877

Faits divers

Eierdoosjes. “Rechter H. Warnink keek tussen de betogen van advocaten door langdurig naar de twee eierendoosjes. Inzet van een kort geding tussen twee groothandels. Een contract bij de supermarkt Lidl als rijk bezit? Nou nee, niet met de huidige prijzen.  Ze zijn alletwee groen, cyclaamkleurig en bedrukt met een fleurig lettertype. Inhoud: 6 Mega Scharreleieren. Of 6 Mega Active Scharreleieren: de eerste is van Eierenhandel Visser in Hoorn, de laatste van de Eierencentrale West-Nederland uit Barneveld. (…) Rechter Warnink houdt de doosjes en het dossier nog even bij zich. Hij doet volgende week uitspraak.”

Lees hier meer (Noord-Hollands Dagblad).

Navigatiestemmen. “De bekende Vlaamse televisiehond Samson en zijn baasje Gert willen niet dat hun stemmen worden nageaapt door een Nederlandse aanbieder van TomTom-stemmen. Ze dreigen met een rechtszaak tegen www.navigatiestemmen.nl, dat een imitatie van hun stemmen verkoopt.”

Lees hier meer (Nu.nl).

Uitvechten. “Dick Maas past toch de titel van zijn nieuwste film aan. De Botox Methode heet nu Moordwijven, aldus distributeur Independent Films donderdag. Het farmaceutische bedrijf Allergan, dat het middel heeft geregistreerd, had bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de naam. ,,Ik had het graag in de rechtzaal uitgevochten, maar in tegenstelling tot Allergan ontbreekt het ons aan de middelen kostbare juridische procedures te voeren'', aldus filmmaker Maas.”

Lees hier meer (Brabants Dagblad).

Domeinfraude. “Oplichters hebben het opnieuw gemunt op Nederlandse domeinnaamhouders. De SIDN waarschuwt dat verkopers deze week weer leuren met peperdure opname in een webgids. De stichting ontving de afgelopen dagen meerdere klachten van SIDN-deelnemers en houders van domeinnamen over het Spaanse bedrijf GT@P, dat dit voorjaar ook actief was met deze vorm van colportage.”

Lees hier meer (Webwereld.nl). 

Drie zingende meisjes. “Nog geen week na de overtuigende zege van de drie zingende meisje Vol op het Nationaal Songfestival in Baarn worden Lisa, Amy en Shelley van plagiaat beticht. Hun winnende liedje Adem in, adem uit, zou niet geschreven zijn door de dertienjarige Lisa Vol, maar overgenomen zijn van de vroegere cabaretière Adèle Bloemendaal.

Rick Vol en ook Christine Braun van de Avro noemt de link met Adèle Bloemendaal 'klinkklare nonsens'. "Gelukkig hebben we de kinderen voorbereid op dergelijke onsportieve reacties. Het is de schaduwkant van het ergens succesvol in zijn. En internet is een goed medium voor gefrustreerde lieden om schandaaltjes de wereld in te slingeren." Volgens de Fijnaarter zijn de door Lisa neergepende regels inmiddels als beschermde tekst bij muziekorganisaties als Buma/Stemra opgenomen. "Daarom verbaast het me dat op de website van de songteksten de zaak nog niet is rechtgezet."

Lees hier meer (BN de Stem).

Overschrijven. “De ethische rubriek in de Amerikaanse krant New York Times was zó interessant dat ethicus Alexander von Schmidt van De Pers niet anders kon dan hem overschrijven. Althans: in zeven van de acht keer kwamen de ethische kwesties rechtstreeks uit de Amerikaanse krant.  (…) 'Dit is plagiaat, absoluut', reageert ethicus Randy Cohen van de New York Times in de NRC van vrijdag. Welnee, vindt hoofdredacteur Jan Jaap Heij van De Pers op Zaterdag, "dit lijkt me geen plagiaat." Cohen houdt vol: "Hij bedondert zijn lezers." Maar Heij is niet onder de indruk: "we gaan er gewoon mee door."

Lees hier meer (Dag.nl).

Geen rechtszaak. “Pieter Storms heeft geen rechtszaak tegen Het Gesprek of de oprichters daarvan aangespannen. Alle stappen die hij genomen heeft zijn ´geregisseerde publicitaire acties die slechts ten doel hebben Het Gesprek te beschadigen´. Dat zeggen de aandeelhouders in Het Gesprek Frits Barend, Ruud Hendriks en Derk Sauer in een reactie op berichtgeving in de pers. ´ Als Pieter Storms meent dat hem onrecht is aangedaan, nodigen wij hem uit om eindelijk een rechtszaak aan te spannen, zodat de rechter zich kan uitspreken over de feiten, aldus de drie oprichters.”

Lees hier meer (Adformatie.nl).

IEF 4856

Eerst even voor jezelf lezen

medlease.gifGerechtshof Arnhem, 9 oktober 2007, rolnummer 2007/679 KG. Medi Lease B.V. tegen Econocom Nederland B.V. (Met dank aan Wim Maas, Howrey)

Het hof gaat in op de vraag of Econocom inbreuk maakt op de handelsnaam van Medi Lease en/of onrechtmatig jegens Medi Lease handelt door het gebruik van de handelsnaam, domeinnaam en/of het teken “Medlease”.

4.5. “(…) Dit betekent echter niet dat het woord “Medi Lease” geen onderscheidend vermogen zou hebben. Aan het onderscheidend vermogen van de handelsnaam mogen immers geen al te strenge eisen worden gesteld. Ook al dan niet originele samenvoegingen van beschrijvende woorden kunnen onderscheidend zijn. Wel geldt dat naarmate een handelsnaam van zichzelf of door gebruik een groter onderscheidend vermogen heeft, deze een ruimere bescherming geniet, en dat naarmate een handelsnaam meer beschrijvend is of bestaat uit afgesleten, veel gebruikte termen, een meer beperkte beschermingsomvang aangewezen is.”

Lees het arrest hier. Lees eerder bericht + vonnis rechtbank hier.

IEF 4841

Faits Divers

Kuifje parodie. “Deense schilder mag Kuifje en Magritte parodiëren. (…) In het Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht stuitte de Gentse jurist Dirk Voorhof op een zomerarrest van het Brusselse hof van beroep dat zijn oren deed tuiten. De rechtenhouders van Kuifje (nv Moulinsart) en van René Magritte (Charly Herscovici) werd het recht ontzegd zich nog langer te verzetten tegen de exploitatie van de "parodiërende" schilderijen van Ole Ahlberg. De Deense kunstenaar schildert de stripheld perfect na, maar dan in chique erotische situaties.”

Lees hier meer (Knack.be).

Spelmerk. SBS6 heeft te kennen gegeven hun belspelprogramma Treetz van de buis af te halen. Het evenementenbureau Evotions heeft de televisiezender gesommeerd om dit te doen, omdat SBS6  zich schuldig maakte aan het schenden van het merkrecht. Treetz is al ruim 2 jaar geleden gedeponeerd bij het merkenbureau door evenementenbureau Evotions en was dus niet in positieve zin verrast door het inmiddels ‘lenen’ van hen toegekende merk.

Lees hier meer (FZ.nl).

Nepdesign. “Beter goed gejat dan slecht bedacht? Wat populair is wordt nagemaakt. Soms worden ontwerpen rechtstreeks gekopieerd; soms zijn er wat dingen veranderd, maar is het origineel nog duidelijk herkenbaar. Het is een bekend verschijnsel in de modewereld, maar ook designmeubels worden schaamteloos gekopieerd."

Lees hier meer (Elsevier).

Belastingdienst. “Echt of nep? Leuker kunnen ze het dus wel maken, die Belastingdienst. Ik zag in de Grazia van vorige week deze pagina opduiken. Op het eerste gezicht denk je dat het een 'normale' rubriek is maar als je een pagina doorbladert zie je dat het een advertentie van de Belastingdienst Douane betreft. Erg fraai, leuk gedaan”

Lees hier meer (Molblog.nl).

Open brief aan Dr. Kamil Idris (WIPO): Where were you, Director General, these last days, while the future, the image and the reputation of your Organization were being dragged through the mud a few floors from your office? Where were you when our future, our image and our reputation were at stake? And what is more, when the future of the wealthiest of the UN institutions, the future of intellectual property and the future of creativity and innovation of developing countries were being questioned? Where were you to defend the organisation and us, your staff?

Lees hier meer (IP Watch). 

Domeinindustrie. “In Nederland is er een lokale dochter opgestart van het succesvolle  DomainNews.com. In aanvulling op het algemene nieuws uit de domeinindustrie richt DomainNews.nl zich meer op de Nederlandse markt. Daarmee beantwoordt het gerenommeerde DomainNews de groeiende vraag naar nieuws over domeinnamen in Nederland, die de groei reflecteert van het aantal professionals dat in Nederland met domeinnamen de kost verdient.”

Lees hier meer.

Octrooi op borstkankergen ongeldig. “Het Europese octrooi van Myriad Genetics en de universiteit van Utah op het BRCA1-gen, het bijbehorende eiwit en de toepassingen blijft voor het grootste deel ongeldig. Dat heeft het hof van beroep van het Europese octrooibureau (EPO) in München bepaald. (…) Het Europese octrooi EP 705 902 dateert van 2001. Het werd indertijd aangevochten door het Institut Curie en enkele andere, voornamelijk Franse laboratoria. In 2005 verklaarde het EPO het octrooi grotendeels ongeldig, om technische redenen. Twee andere Myriad-octrooien werden eveneens geheel of gedeeltelijk ongeldig verklaard.”

Lees hier meer. (C2W.nl).

Parodie Musti. Een parodie op de Vlaamse animatiefiguur Musti kan door de beugel. In de parodie heet de witte kat 'Mufti' en krijgt hij naast een donker kleurtje ook de bommengordel van een zelfmoordterrorist. (…) "Deze parodie op Musti zou je kwaadaardig kunnen noemen," zegt juridisch adviseur Ronny Vidts namens ER Productions op nieuwsblad.be. "We zouden kunnen optreden, maar we denken niet dat dit jonge kijkers schade toebrengt."

Lees hier meer (Telegraaf).

IEF 4835

In de kern

asvs.gifVzr. Rechtbank Arnhem, 19 september 2007, LJN: BB5014. ASV Stübbe Gmbh & Co Kg tegen ASV Stübbe Benelux B.V. c.s.

Merkinbreuk. Uitleg vaststellingovereenkomst. Na het einde van een distributieovereenkomst tussen ASV Stübbe GmbH en ASV Stübbe Benelux B.V. ontstaan geschillen, die partijen door middel van het sluiten van een vaststellingovereenkomst hebben beslecht. De vraag in dit geding (in conventie en reconventie) is of partijen toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst.

De voorzieningenrechter overweegt en oordeelt als volgt:

‘4.4 Vaststaat dat ASV Stübbe Benelux tot op heden het gebruik van de merkrechten ‘ASV’ en ‘Stübbe’ van ASV Stübbe niet heeft gestaakt en de domeinnamen ‘asv-stuebbe.nl’ en ‘asv-stubbe.nl’ niet heeft overdragen aan ASV Stübbe Nederland BV. [gedaagde 4] voert als reden hiervoor aan dat hij de vaststellingsovereenkomst zo heeft begrepen, en ook mocht begrijpen, dat de punten 1 tot en met 3 successievelijk zouden worden afgewerkt. Nadat door hem € 50.000,00 is betaald (punt 1), heeft ASV Stübbe evenwel geweigerd mee te werken aan de aandelenoverdracht (punt 2), waarna [gedaagde 4] zijn medewerking aan de overdracht van de domeinnamen (punt 3) heeft opgeschort.

4.5. Voorshands geoordeeld is op geen enkele wijze aannemelijk geworden dat de punten 1 tot en met 3 van de vaststellingovereenkomst successievelijk moeten worden afgewerkt.’

De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat ASV Stübbe Benelux B.V. c.s. toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen voortvloeiend uit de vaststellingovereenkomst.

De voorzieningenrechter oordeelt ten aanzien van de gevorderde volledige proceskostenveroordeling als volgt:

‘4.9. ASV Stübbe vordert op grond van artikel 1019h Rv een volledige proceskostenveroordeling. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan de in deze zaak - die in de kern handelt over inbreuken op intellectuele eigendomsrechten - door ASV Stübbe gevorderde vergoeding voor juridische bijstand ten bedrage van € 7.800,00, niet als onevenredig of onredelijk worden aangemerkt. De gevorderde vergoeding zal worden toegewezen, nu evenmin is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan geoordeeld moet worden dat de billijkheid zich tegen toewijzing verzet. De kosten aan de zijde van ASV Stübbe worden begroot op:
- kosten dagvaarding   € 155,16 (2x dagvaarding van € 84,31 en € 70,85)
- vast recht   €    300,00
- salaris procureur    € 7.800,00
Totaal     € 8.255,16’

In reconventie worden de vorderingen van ASV Stübbe Benelux B.V. c.s. afgewezen. ASV Stübbe GmbH mocht onder de gegeven omstandigheden terecht overgegaan tot opschorting van haar (leverings)verplichtingen uit hoofde van de vaststellingovereenkomst en er is geen sprake van onverschuldigde betaling verricht door ASV Stübbe Benelux B.V. c.s.

Lees het vonnis hier.

IEF 4834

Eerst even voor jezelf lezen

Vzr. Rechtbank Arnhem, 19 september 2007, LJN: BB5014. ASV Stübbe Gmbh & Co Kg tegen ASV Stübbe Benelux B.V. c.s.

Distributie- en vaststellingsovereenkomst. “Vast staat dat ASV Stübbe Benelux tot op heden het gebruik van de merkrechten ‘ASV’ en ‘Stübbe’ van ASV Stübbe niet heeft gestaakt en de domeinnamen ‘asv-stuebbe.nl’ en ‘asv-stubbe.nl’ niet heeft overdragen aan ASV Stübbe Nederland BV.”

Lees het vonnis hier.

Douanekamer Gerechtshof Amsterdam, 3 juli 2007, LJN: BB4622. Belastingzaak, inspecteur tegen belanghebbende.

 “6.1. De Douanekamer stelt voorop dat tussen partijen vaststaat dat de door Licentiehouder betaalde royalty’s waarvan de bijtelling in geschil is, betrekking hebben op de door haar aangekochte goederen waarvan de waarde dient te worden bepaald, en voorts dat de litigieuze royaltybetalingen in hun geheel zien op het recht gebruik te maken van een handelsmerk. Derhalve dient onderzocht te worden of Licentiehouder de royalties betaald heeft als voorwaarde voor de verkoop van de goederen, een en ander als bedoeld in artikel 32, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van het CDW en in de daaraan in de artikelen 157 tot en met 162 van de UCDW gegeven uitwerking.”

Lees de uitspraak hier.