Rood label op matras mist onderscheidend vermogen, kan niet als positiemerk worden ingeschreven

Gerecht van de Europese Unie 29 januari 2025, IEF 22522; IEFbe 3861; ECLI:EU:T:2025:107 (Doorinn GmbH tegen EUIPO). Het Gerecht heeft uitspraak gedaan in de zaak tussen Doorinn GmbH en het EUIPO over de weigering van de inschrijving van een positiemerk. Doorinn had een aanvraag ingediend voor een positiemerk, bestaande uit een rood label dat zich aan de onderkant van een matras bevindt, op de verticaal lopende rand in het onderste derde gedeelte. De aanvraag betrof matrassen en medische matrassen. De onderzoeker van het EUIPO heeft de aanvraag afgewezen wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen. De Kamer van Beroep heeft dit besluit bevestigd en geoordeeld dat het teken geen onderscheidend vermogen heeft, omdat het met het uiterlijk van de waren versmelt en niet aanzienlijk afwijkt van de norm of de gangbare praktijken in de sector. Het Gerecht onderzoekt of de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld dat het teken geen onderscheidend vermogen heeft. Het stelt vast dat het teken een positiemerk is, dat niet als losstaand element van het matras kan worden gezien, maar versmelt met de vorm van een deel van de waar. Daarom is terecht het criterium toegepast dat dergelijke tekens alleen onderscheidend vermogen hebben als zij aanzienlijk afwijken van wat gebruikelijk is in de sector. Het Gerecht stelt vast dat de relevante kringen bestaan uit alle consumenten van de Unie en dat de beoordeling van het onderscheidend vermogen gebaseerd moet zijn op de algehele indruk, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het teken als geheel.