Alle vorderingen van Ravestein afgewezen in zaak tegen MacGregor en Cargotec
Rb. Rotterdam 3 september 2025, IEF 22940; ECLI:NL:RBROT:2025:11121 (Ravestein tegen CargoTec, Ravestein tegen MacGregor). In het tussenvonnis van 1 juni 2022 [IEF 20776] moest Ravestein bewijzen dat MacGregor in 2016 de complete set tekeningen en andere informatie van Bouygues heeft ontvangen. In het tussenvonnis van 6 december 2023 [IEF 21824] oordeelde de rechtbank dat de gehoorde getuigen dat bewijs niet hadden geleverd. Daarop diende Ravestein een incidentele vordering op grond van artikel 843a Rv in. In het tussenvonnis van 27 november 2024 [IEF 22426] is MacGregor veroordeeld om binnen vier weken na de datum van het tussenvonnis aan Ravestein de wijzigingsovereenkomst en de correspondentie met Bouygues af te geven. In de zaak tegen Cargotec worden alle beslissingen aangehouden. De vraag die in deze uitspraak centraal staat, is of MacGregor zich aan het vonnis van november 2024 heeft gehouden.