Artikel 843a Rv niet te gebruiken in procedure over voorlopig getuigenverhoor
Rechtbank Amsterdam 12 mei 2016, IEF 15951, IT 2062, RB 2715; LS&R 1318; ECLI:NL:RBAMS:2016:2759 (843a Rv en voorlopig getuigenverhoor)
Procesrecht. Geen IE-zaak. Een vordering ex art. 843a Rv kan niet worden ingediend in een verzoekschriftprocedure tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor wordt niet aangemerkt als een lopend geding: dit verzoek wordt immers juist ingediend om te bewerkstelligen dat getuigen worden gehoord voordat een geding aanhangig is of wordt gemaakt. De verwijzing van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2000:AA4877) in r.o. 4.1.3 naar “eiser of verzoeker” ziet kennelijk op verzoekers in (andere) verzoekschriftprocedures die als “een lopend geding” kunnen worden aangemerkt en die in dat kader een verzoek op de voet van artikel 843a Rv hebben gedaan. Toepassing wisselbepaling van art. 69 Rv. Voorlopig getuigenverhoor toegewezen.