Bestuurder aansprakelijk voor IE-inbreuk?
Bijdrage ingezonden door Maarten Haak, Hoogenraad & Haak advocaten. Een bestuurder wordt niet snel aansprakelijk gehouden voor handelen of nalaten van zijn onderneming. De lat ligt hoog: alleen als hem een ernstig, persoonlijk verwijt kan worden gemaakt van onrechtmatig handelen door het bedrijf is de bestuurder zelf aansprakelijk voor schade. Een ‘gewoon’ verwijt is niet genoeg voor aansprakelijkheid op de voet van artikel 2:9 BW. Meestal stuit een claim hierop af.
In de zaak Cepia/X [IEF 14251] wees hof Den Haag zo'n claim wel toe. Ondernemer X kocht een voorraad speelgoedhamsters à contant buiten het reguliere cirquit. Dan gaat het vaak om namaak - en dat bleek ook in dit geval. De onderneming maakte inbreuk op de merk-, model- en auteursrechten van Cepia. Na een sommatie van Cepia en de daaropvolgende check van X (ja: inderdaad inbreuk) had X ervoor moeten zorgen dat zorgvuldig opgave werd gedaan van aantallen, herkomst en afnemersgegevens. Later bleek dat X één afnemer buiten schot had gehouden ("vergeten dat die er ook nog was"). Hij had bewust in strijd met de waarheid opgave gedaan van inbreukgegevens, en bovendien pas na drie maanden. De onderneming ging vervolgens failliet. Juist dan is belangrijk als een bestuurder zelf (in persoon) kan worden aangesproken: daar zit misschien nog wat vermogen om schade op te verhalen.
Het hof Den Haag acht de bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor schade van Cepia, ontstaan doordat de verdere verhandeling van de namaakhamsters niet kon worden voorkomen. De vertraging in het corrigeren van een onjuiste opgave wordt de bestuurder persoonlijk (en ernstig) kwalijk genomen. Aan X zelf werd ook een inbreukverbod opgelegd. Een IE-proceskostenveroordeling werd niet uitgesproken.
Is dit nu de nieuwe norm: de bestuurder persoonlijk aansprakelijk houden indien de onderneming niet meteen doet wat een rechthebbende in de eerste sommatie vraagt? Ik denk het niet. Bestuurder X heeft het kennelijk echt heel bont gemaakt. In nieuwe zaken zal per geval moeten worden beoordeeld of de bestuurder een "ernstig, persoonlijk verwijt" treft als de onderneming na een sommatie niet adequaat reageert. Bij klip-en-klare inbreuken lijkt de rechthebbende hiermee een extra middel in handen te hebben om druk mee uit te oefenen. Maar als er enige twijfel over de inbreukvraag bestaat, kan de bestuurder vermoedelijk geen 'ernstig, persoonlijk verwijt' worden gemaakt, als hij het belang van de eigen onderneming voorrang geeft boven dat van de rechthebbende die een (gestelde) inbreuk wil stoppen. Juist op dat punt ging het mis voor X: hij kon niet uitleggen waarom de onderneming belang had bij een onjuiste of te late opgave.
Houders van merken en andere IE-rechten hebben in duidelijke namaakzaken weer een extra stok om mee te slaan.
Maarten Haak, advocaat intellectuele eigendom
Onrechtmatige concurrentie, rectificatie en geheimhoudingsplicht Rechtspraak.nl: In deze zaak heeft een ex-werknemer een mail gestuurd aan zijn werkgever en diverse klanten van de werkgever. In die mail spreekt de ex-werknemer denigrerend over zijn werkgever, heeft hij bedrijfseconomische gegevens geopenbaard, en heeft hij zijn dienstverband per direct opgezegd. De door de werkgever naar aanleiding van de e-mail gevorderde rectificatie is afgewezen omdat onvoldoende is gesteld dat geopenbaarde feiten en mededelingen in die email van de ex-werknemer onjuist zijn. Wel acht de kantonrechter de geopenbaarde feiten en gedane mededelingen een schending van de overeengekomen geheimhoudingsplicht van de ex-werknemer. De in verband daarmee gevorderde boete is daarom toegewezen, met dien verstande dat de kantonrechter die gematigd heeft tot € 250,00.
Uitspraak ingezonden door Willem Hoorneman,
Uitspraak ingezonden door Bjorn Schipper,
Kunstverzamelaar/gastcurator spreekt kunstenaar en zijn galerie aan wegens het in strijd met gemaakte afspraken niet ter beschikking stellen en in eigendom overdragen van naar vrij artistiek inzicht nieuw te maken werk(en) ten behoeve van expositie in Gemeentemuseum. Bewijsopdracht ten aanzien van inhoud afspraken.
Sponsorovereenkomst. Sport Navigator houdt zich bezig met sportmarketing en sportmanagement, waarbij zij professionele schaatsers uit verschillende landen commercieel ondersteunen door sponsors te werven. Tegen betaling voeren de schaatsers het sponsorlogo op hun schaatspak tijdens (internationale) wedstrijden. Partijen hebben een sponsorovereenkomst gesloten. Clafis start een eigen schaatsploeg en vordert met succes dat Sport Navigator de verzochte informatie levert over schaatsers die met het logo van Clafis hebben gereden in de sponsorperiode (tijdens EK’s Allround en de WK’s Sprint) en de exposurepercentages die daarbij werden gehaald.
Architectenovereenkomst. Winkelformule. BV Y heeft een architectenovereenkomst gesloten met de architect bij BV X tot het ontwerpen, ontwikkelen en implementeren van een nieuw multipliceerbaar winkelformule. Voor de diverse fases van het project krijgt de architect een vast honorariumen met een regeling voor aanvullende werkzaamheden. De verbouwing van de tot pilot store aangewezen winkel in Zeist, heeft door drie achtereenvolgende asbestvondsten gedurende drie perioden stilgelegen.
Handelsnaam. The Way of Beauty Kappers is aan appellant overgedragen na ondertekening van een intentieverklaring van verkoop, waarin onder andere een relatie- en concurrentiebeding is opgenomen. Geïntimeerde 4 heeft met eiser een arbeidsovereenkomst waar wederom een concurrentiebeding in is opgenomen. Eiser stelt dat geïntimeerden het concurrentiebeding heeft overtreden en inbreuk maakt op haar handelsnaam door na beëindiging van het dienstverband een eigen kapperszaak te beginnen. Het hof oordeelt dat geen sprake is van handelsnaaminbreuk, omdat geïntimeerden de handelsnaam inmiddels niet meer gebruiken. Geïntimeerde 4 handelt niet in strijd met het concurrentiebeding. Beoordeling van de overtreding door andere geïntimeerden vereist nader feitenonderzoek.