Frauderende, zelfstandig franchisenemer heeft imagoschade toegebracht
Hof Arnhem-Leeuwarden 8 september 2015, IEF 15272; ECLI:NL:GHARL:2015:6582; ECLI:NL:GHARL:2015:6591 (Super de Boer tegen Kippersluis)
Franchise. Tekortkoming overeenkomst. Kippersluis handelt als zelfstandig franchisenemer van Super de Boer (nu Jumbo). Ze is tekortgeschoten in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst en dit geldt ook als tekortkoming in de huurovereenkomst. Kippersluis heeft jarenlang gefraudeerd door het achterhouden van franchisefees en heeft daarbij imagoschade toegebracht aan Jumbo. De onderhuurovereenkomst tussen partijen wordt ontbonden en Kippersluis wordt veroordeeld tot terugbetaling van al hetgeen Jumbo aan haar heeft voldaan.
3.16 (…) De franchisenemer exploiteert immers als zelfstandig ondernemer de supermarkt. De franchisegever heeft weinig mogelijkheden voor toezicht en inzicht in de bedrijfsvoering. Een en ander leidt het hof tot het oordeel dat Kippersluis toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst (en de daaraan gerelateerde formuleovereenkomst). Deze toerekenbare tekortkoming geldt als een toerekenbare tekortkoming in de huurovereenkomst (artikel 1.3 van de onderhuurovereenkomst) en levert dus een grond op voor ontbinding van de huurovereenkomst.
3.17 Kippersluis heeft zich erop beroepen dat de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt. Zij heeft erop gewezen dat leidinggevenden van Super de Boer ervan op de hoogte waren dat vele franchisenemers frauderen, dat 125 van de 150 franchisenemers fraudeerden en Jumbo met hen nog steeds een contractuele relatie onderhoudt en dat de fraudebedragen die Jumbo aan het FIOD dossier heeft ontleend, niet kloppen. De werkelijke fraudebedragen zijn verwaarloosbaar op het totaal aan omzet en de afgedragen franchisefees, aldus Kippersluis.
3.18 Het hof verwerpt het verweer.
3.21 De conclusie luidt dat Kippersluis door het achterhouden van franchisefees, de toegebrachte imagoschade en het geschonden vertrouwen toerekenbaar tekortgeschoten is in de samenwerkingsovereenkomst. Deze tekortkoming rechtvaardigt de ontbinding van de onderhuurovereenkomst.
Het Bachkoor maakt ruim dertig jaar gebruik van de Pieterskerk in Leiden voor de uitvoeringen van de Matthäus Passion en het Weihnachts Oratorium in samenwerking met de Gemeente Leiden. Zij hebben op 8 oktober 2014 afspraken gemaakt over het sluiten van een nieuwe overeenkomst. Nadien is er gecorrespondeerd over de samenwerking en de vastlegging van de gemaakte afspraken. Partijen hebben geen overeenkomst bereikt op de betreffende punten zodat de oorspronkelijke overeenkomst niet is gewijzigd. Vaststaat dat het Bachkoor zich uiteindelijk heeft neergelegd bij de door stichting Pieterskerk gewenste indexering door op 28 mei 2015 alsnog tot ondertekening over te gaan.
Uitspraak ingezonden door Paul Reeskamp, Marloes Meddens-Bakker en Sjo Anne Hoogcarspel,
Mededingingsrecht. Aan de orde is de vraag of zelfstandige remplacanten moeten worden beschouwd als 'schijnzelfstandigen'. Het Hof is van mening dat dit zo is. Anders dan 'echte' ondernemingen bevinden zelfstandige remplacanten zich gedurende de contractuele relatie in een ondergeschiktheidsrelatie. Zij moeten niet alleen de aanwijzingen van de dirigent opvolgen maar ook volgens een aan hen ter beschikking gesteld rooster aanwezig zijn voor repetities en concerten, dit alles niet anders dan de musici die bij het orkest als werknemer in dienst zijn. Van enige flexbiliteit of zelfstandigheid voor wat betreft tijdschema, plaats en wijze van uitvoering is geen sprake. Van een reëele vrijheid is naar het oordeel van het hof geen sprake omdat bij het niet aanvaarden van de opdracht, de remplacant niet snel nogmaals zal worden gevraagd door dat orkest. Een solist is een atypisch geval dat het hof daarvan niet kan laten afhangen of zelfstandige remplacanten in het algemeen als 'schijnzelfstandigen' moeten worden aangemerkt. De gevorderde verklaring voor recht kan worden toegewezen. Er moeten dus mininumtarieven worden opgenomen in de cao.
Tegen het arrest van het Hof [
Contractenrecht. Procesrecht. Toepassing liquidatietarief. Beroep op art. 2 lid 1 Handhavingsrichtlijn en artikel 1019 Rv zijn slechts van toepassing in procedures betreffende een dreigende inbreuk op IE-rechten en de daaraan inherente rechtsgang. Er is geen overeenkomst tussen partijen tot stand gekomen. Jack Daniel's mocht onderhandelingen afbreken en er is geen verplichting tot dooronderhandelen omdat er geen gerechtvaardigd vertrouwen was aan de kant van Kamstra. Het verband met de handhaving van IE-rechten is in deze zaak te ver verwijderd. Jack Daniel's wordt in de proceskosten veroordeeld.
Domeinnaamrecht. Semafoniediensten. KPN heeft een overeenkomst gesloten ten aanzien van de aankoop van diverse activa, een klantenbestand, licenties en intellectuele eigendomsrechten ten behoeve van de uitbreiding van haar klantenbestand ten aanzien semafoniediensten. Eisers stellen dat deze overeenkomst betrekking heeft op vermogensbestanddelen die door contractspartij van KPN onrechtmatig aan eisers zijn ontnomen. Anders dan eisers betogen heeft KPN bij het aangaan van de overeenkomst te goeder trouw gehandeld en de voorzieningenrechter gaat uit van de rechtsgeldigheid van de overeenkomst. Diverse vorderingen van eisers, die -kort gezegd- (uiteindelijk) beogen te bereiken dat eisers wederom een semafonienetwerk kunnen exploiteren met de activa die aan KPN zijn overgedragen, worden afgewezen. Eigendom van domeinnaam en merknamen Maxer en Callmax wordt niet onderbouwd.
Antwoorden van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Economische Zaken op schriftelijke vragen van de leden Oosenbrug en Van Dekken (beiden PvdA) over het minder uitbetalen voor het online muziekgebruik aan artiesten. Gedeelte van de inhoud:
Eerder werden er al belangrijke wijzigingen door middel van de implementatiewet richtlijn Collectief Beheer toegelicht in de MvT [