Rood-witte dubbele schroefdop onvoldoende onderscheidend als vormmerk
Gerecht EU 16 juni 2015, IEF 15034; ECLI:EU:T:2015:381 (Gako Konietzko/BHIM)
Vormmerk. Gako Konietzko heeft een verpakkingsvorm bestaande uit een cilindrisch wit-rode verpakking als driedimensionaal beeldmerk aangemeld, maar het ontbreekt aan onderscheidend vermogen. Het BHIM wijst de aanvraag af. De twee rood en witgekleurde opeenliggende schroefdopopeningen geven niet een noemenswaardige afwijking om een herkomstfunctie te vervullen.
17 Hinsichtlich des von der angemeldeten Marke hervorgerufenen Gesamteindrucks ergebe sich die Unterscheidungskraft der Marke zum einen aus den Farben Rot (Schraubdeckel) und Weiß (Behälter), die sich von den in der Branche verwendeten Farben deutlich unterschieden, und zum anderen aus der Form der Marke mit der auf dem Schraubdeckel angebrachten Zentralöffnung mit (weißer) Schraubkappe, die ein kennzeichnendes Element sei. Darüber hinaus weiche die Marke von den branchenüblichen Gestaltungsformen erheblich ab.
27 Im vorliegenden Fall reichen die Unterscheidungsmerkmale der angemeldeten Form, d. h. die beiden Öffnungen und die Farben Rot und Weiß, nicht aus, um sie von den anderen auf dem Markt anzutreffenden Formen nennenswert derart zu unterscheiden, dass die Form die Funktion als Herkunftshinweis erfüllen könnte.
29 Das einzige Merkmal, durch das sich die angemeldete Marke von der üblichen Form abhebt, ist in den übereinanderliegenden Öffnungen zu sehen. Die angemeldete Marke weist nämlich im Gegensatz zu den in der Akte aufgeführten Beispielen von Gefäßen einen Deckel in der Größe des Gefäßes als Verschluss auf, und auf diesem befindet sich in der Mitte ein zweiter Verschluss in Form eines Schraubverschlusses.
30 Selbst wenn dieses Merkmal als ungewöhnlich angesehen werden könnte, wäre es allein nicht ausreichend, um den durch die angemeldete Marke hervorgerufenen Gesamteindruck so stark zu beeinflussen, dass die Marke damit erheblich von der Norm oder der Üblichkeit in der betreffenden Branche abwiche und deshalb ihre wesentliche herkunftskennzeichnende Funktion erfüllen könnte. Das Übereinanderliegen der beiden Verschlüsse ist nämlich lediglich eine Variante eines üblichen Merkmals von Gefäßen für in einer Apotheke zubereitete Cremes, Flüssigkeiten und Produkte, so dass der Durchschnittsverbraucher, obwohl diese Artikel nicht genauso in anderen Gefäßen der Branche verpackt werden, die betreffende Ware nicht ohne Prüfung und ohne besondere Aufmerksamkeit von Waren anderer Unternehmen unterscheiden kann.
Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey,
Merkenrecht. Vormmerk. Uit het
Auteursrecht. Merkenrecht. Bij verstek wordt Kidooz veroordeeld tot staken van inbreuk op de auteurs- en merkenrechten, o.a. door het verveelvoudigen van (driedimensionale) producten in de vorm van Disneyfiguren, of het tonen van producten met op de merkrechten van Disney overeenstemmende tekens [red. op kinderkleding]. De volledige proceskosten ex 1019h Rv zijn bij dagvaarding gespecificeerd en per e-mail nog bijgewerkt tot de dag van de mondelinge behandeling. De kosten aan de zijde van Disney zullen conform specificatie worden begroot op € 7.303,65.
Vragen gesteld door High Court of Justice, Verenigd Koninkrijk [
Brussel I. Verweerster is houdster van het in Roemenië ingeschreven merk TASER International. In 2008 zijn twee overeenkomsten tussen partijen gesloten over de niet-exclusieve distributie van verzoeksters producten waarbij verbintenissen zijn aangegaan om alle merken die verweerders in Roemenië hadden laten inschrijven of waarvan zij de inschrijving in Roemenië hadden gevraagd en die bestonden in de merken en de handelsnaam van verzoekster, aan verzoekster over te dragen. Die verbintenis wordt blijkbaar door verweerders niet nagekomen want in mei 2011 vonnist de Rb Boekarest dat verweerders de contractuele verplichtingen dienen na te komen. Daar bleek dat verweerders weigeren de verbintenis uit te voeren omdat verzoekster haar verbintenis tot betaling van de prijs voor de overdracht niet is nagekomen. Verweerders beroep (uitspraak april 2013) slaagt niet. De zaak ligt nu voor in cassatie. Partijen zijn het niet eens over de bevoegde rechter. In de overeenkomsten is een bepaling opgenomen dat bij uitsluiting de gerechten in Arizona/VS bevoegd zijn. Op grond daarvan meent verzoekster dat de bevoegdheidsbepalingen van het internationale privaatrecht niet van toepassing zijn. Verweerders menen dat dit wel het geval is.
Benelux
Zie eerder