AG concludeert tot verwerping domeinnaamrechtzaak artiestenverloning.nl
Conclusie AG HR 11 september 2015, IEF 15244 (Artiestenverloningen tegen Prae)
Uitspraak ingezonden door Vivien Rörsch, Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek en Rutger van Rompaey, Van Benthem & Keulen. Domeinnaamrecht. Middel klaagt erover dat het hof [IEF 13819] een onjuiste en te terughoudende maatstaf heeft gehanteerd bij de beoordeling van de onrechtmatigheid van de domeinnaam artiestenverloning.nl, omdat een beschrijvende niet onrechtmatig is, terwijl verwarringsgevaar doorslaggevend moet zijn. Ook is er onvoldoende gewicht toegekend aan "een zeker bekendheid". "Deze zaak doet mij in cassatie enigszins gekunsteld aan. Ik bedoel  daarmee dat de handelsnaamrechtelijke poot van het geschil, zoals veel  vaker, al snel uit beeld is geraakt (bij de rechtbank [IEF 11997], waar niet  incidenteel tegen is opgekomen in hoger beroep) en ik ben niet de enige  die dat betreurt, zie bijvoorbeeld annotator M.F.J. Haak in zijn  BIE-noot onder het hofarrest in onze zaak." De AG concludeert tot verwerping.
2.2. Deze zaak doet mij in cassatie enigszins gekunsteld aan. Ik bedoel daarmee dat de handelsnaamrechtelijke poot van het geschil, zoals veel vaker, al snel uit beeld is geraakt (bij de rechtbank, waar niet incidenteel tegen is opgekomen in hoger beroep) en ik ben niet de enige die dat betreurt, zie bijvoorbeeld annotator M.F.J. Haak in zijn BIE-noot onder het hofarrest in onze zaak. (...)
2.13 Onderdeel 1 (...) Van een te terughoudende maatstaf bij de door het hof in wezen gehanteerde toets van gekwalificeerde (nodeloze) verwarring is volgens mij dan ook geen sprake.
2.14 Onderdeel 2 (...) Voor zover het onderdeel aanvoert dat rov 9 onbegrijpelijk is in het licht van de aangegeven stellingen uit de eerder instanties (...) die erop neerkomen dat zij wel degelijk voldoende bekendheid geniet om het beschrijvende karakter op te heffen, beoogt het onderdeel in wezen een herbeoordeling van deze feitelijke kwestie, waarvoor in cassatie geen plaats is.
2.15 (...) Bovendien vormt het in cassatie onbestreden oordeel uit rov 9 dat er geen sprake is van bewust aanhaken, omdat Prae juist vanwege het beschrijvende karakter van artiestenverloning(en) voor deze aanduiding heeft gekozen (...).
Domeinnaamrecht. Semafoniediensten. KPN heeft een overeenkomst gesloten ten  aanzien van de aankoop van diverse activa, een klantenbestand, licenties  en intellectuele eigendomsrechten ten behoeve van de uitbreiding van  haar klantenbestand ten aanzien semafoniediensten. Eisers stellen dat  deze overeenkomst betrekking heeft op vermogensbestanddelen die door  contractspartij van KPN onrechtmatig aan eisers zijn ontnomen. Anders  dan eisers betogen heeft KPN bij het aangaan van de overeenkomst te  goeder trouw gehandeld en de voorzieningenrechter gaat uit van de  rechtsgeldigheid van de overeenkomst. Diverse vorderingen van eisers,  die -kort gezegd- (uiteindelijk) beogen te bereiken dat eisers wederom  een semafonienetwerk kunnen exploiteren met de activa die aan KPN zijn  overgedragen, worden afgewezen. Eigendom van domeinnaam en merknamen Maxer en Callmax wordt niet onderbouwd.
Handelsnaamrecht. Domeinnaamrecht. AKTIE-TAXI stelt met succes dat TCMN inbreuk maakt op haar rechten op grond van de handelsnaamwet, omdat TCMN aan het economisch verkeer deelneemt onder de handelsnaam Aktie-Taxi. De naam is echter exclusief aan eiser voorbehouden. De Rechtbank oordeelt dat potentiële klanten in de veronderstelling verkeren dat zij een dienst afnemen bij Aktie Taxi of Actie Taxi en niet bij TCMN. Dat een potentiële klant bij het maken van een reservering wordt doorgelinkt naar de website van TCMN doet hier niets aan af. Daarnaast is er ook sprake van verwarringsgevaar. De kenmerkende onderdelen van beide handelsnamen zijn de woorden: taxi en actie/aktie. Het woord taxi is beschrijvend voor de aard van de onderneming. Het woord actie is indirect beschrijvend. Daar staat tegenover dat de woorden nagenoeg gelijk of in dezelfde volgorde in de naam zijn geplaatst. 
Uitspraak ingezonden door Lars Bakers, 
Domeinnaamrecht. Via 
Een bijdrage van