DOSSIERS
Alle dossiers

Onrechtmatige publicaties  

IEF 5370

Paard, natuurlijk

prdnat.gifVzr. Rechtbank Zwolle-Lelystad, 4 december 2007, zaaknummer / rolnummer: 138654 / KG ZA 07-499, Paard Natuurlijk V.O.F. Kooistra en Veldman tegen Nederlandse Uitgevers Combinatie B.V.

Wel gemeld, nog niet besproken. Gedaagde pleegt auteursrechtinbreuk door artikel van eiseressen in haar krant op te nemen in een andere layout en zonder naamsvermelding. Verbod en rectificatie toegewezen.

Paard Natuurlijk c.s. zijn de auteursrechthebbenden van een artikel over “Natuurlijke voeding” dat op hun website www.paardnatuurlijk.nl is geplaatst.

NUC heeft de tekst van dit artikel zonder toestemming van Paard Natuurlijk c.s. opgenomen in het blad HP Vakblad voor de complete paardenbranche. NUC heeft ook de layout van het artikel veranderd en de naam van de auteur weggelaten.

De raadsman van Paard Natuurlijk c.s. heeft NUC gesommeerd geen artikelen van Paard Natuurlijk c.s. meer te publiceren, een voorschot op de geleden schade te vergoeden, en een rectificatie te plaatsen. NUC heeft aan deze sommatie niet voldaan. Vandaar dat Paard Natuurlijk c.s. een kort geding aanhangig heeft gemaakt.

NUC erkent in kort geding dat als aan Paard Natuurlijk een auteursrecht met betrekking tot het gewraakte artikel toekomt zij inbreuk heeft gemaakt. Nu NUC echter niet heeft weersproken dat het artikel op de website van Paard Natuurlijk c.s. staat waarop is aangegeven dat het is geschreven door Paard Natuurlijk c.s., is het volgens de Voorzieningenrechter voldoende aannemelijk geworden dat het auteursrecht aan Paard Natuurlijk c.s. toebehoort. Dat een ander auteursrechthebbende is is voorts niet voldoende door NUC onderbouwd. Het gevorderde verbod wordt dan ook door de Voorzieningenrechter toegewezen.

Het gevorderde voorschot op de geleden schade wordt niet toegewezen. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling – bij afweging van de belangen van partijen – aan toewijzing niet in de weg staat. De Voorzieningenrechter is naar voorlopig oordeel van mening dat zowel de materiële schade (verlies aan omzet door minder lezers van het oorspronkelijke artikel) en de immateriële schade (schade aan reputatie door gewijzigde layout en weglaten van de naam van de auteur) niet voldoende vaststaat.

NUC heeft ter zitting verschillende keren aangegeven bereid te zijn een rectificatie te plaatsen in HP Vakblad. Zij heeft daar echter aan toegevoegd dat de door Paard Natuurlijk c.s. verzochte rectificatie te ver gaat, maar zij heeft nagelaten die stelling te onderbouwen. De gevorderde rectificatie wordt dan ook toegewezen.

NUC wordt veroordeeld in de volledige proceskosten van EUR 4.571,25.

Lees het vonnis hier.

IEF 4676

Praktisch niet meer mogelijk (vonnis)

Rechtbank Amsterdam, 13 september 2007, LJN: BB3558, Eiser tegen Weekbladpers, h.o.d.n. Weekbladpers Tijdschriften B.V. en Vrij Nederland

Vonnis, in aansluiting op dit eerdere bericht. Samenvatting rechtspraak.nl: De voorzieningenrechter heeft het weekblad Vrij Nederland verboden de in het nummer van 5 september 2007 gepubliceerde foto van Z. - voormalig advocaat en juridisch adviseur van de vermoorde vastgoedhandelaar Endstra - opnieuw te verspreiden of ter publicatie aan te bieden. Z. is een belangrijke getuige in het strafproces tegen H., verdachte van afpersing van (onder meer) Endstra.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat het (opnieuw) verspreiden van de foto de traceerbaarheid van Z. kan vergroten en daarmee zijn veiligheidsrisico en acht de aanvankelijke publicatie onrechtmatig. Z. wordt vooralsnog niet beschouwd als een 'publiek figuur'. De vordering om de gehele oplage van Vrij Nederland terug te halen (een zogenoemde 'recall') is afgewezen, omdat het bewuste nummer al bij de abonnees ligt en de foto daarmee reeds deel uitmaakt van het publieke domein, waardoor een dergelijke maatregel weinig effect zou sorteren. Een verbod voor de toekomst is wel gegeven, om te vermijden dat de beeltenis van Z. opnieuw onder de aandacht wordt gebracht.”

Lee het vonnis hier.

IEF 4551

Het illustere modeduo

vjr.gifQuotenet.nl bericht: “Uitgelachen om de affairette met Viktor & Rolf? Nou, nog eentje dan. Weet u wat de advocaat van het humorvolle herenduo ons toevoegde? Dat de voornaamste reden om op te treden tegen die schelmen van Kwoot gelegen was in het feit dat Gordon, ja die ordinaire krullenbol waar John de Mols' Els zo dol op is, zijn twee hondjes Viktor & Rolf genoemd heeft... (…)  Het lukte ons vorige week nog om verkleed als het illustere modeduo, geheel conform de coole mores van de mode, met een uitdrukkingsloos gezicht op de catwalk te staan. Maar nu konden we ons lachen even niet inhouden. De Amsterdamse ontwerpers vonden onze act klaarblijkelijk minder leuk dan de 750 bezoekers van de show van Osborn en overwegen een rechtzaak."

Lees hier meer.

IEF 4304

Sint / Pasfotopoint / Glaxo / Astropower

1- Voorzieningenrechter Rechtbank Alkmaar, 5 juli 2007, LJN: BA8844. Stichting Sint Nicolaas Centrale Nederland tegen Gedaagde.

“Eén van de twistpunten tussen partijen is het mede organiseren van de landelijke Sinterklaasintocht, die door de NPS op televisie wordt uitgezonden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat er geen recht op het houden van die intocht. Enig patent hierop kan niet worden aangevraagd, want het Sinterklaasfeest is van ons allemaal.
Reeds hierop strandt de door SNC gevorderde mededeling van Gedaagde aan de NPS dat zij zich voor al hetgeen dat betrekking heeft op de intocht van Sinterklaas tot SNC dient te wenden. Bovendien staat het de NPS geheel vrij wie zij wenst te benaderen voor het verzorgen van de ondersteuning bij de landelijke intocht. Evenmin als aan Gedaagde, komt aan SNC enig recht toe, op basis waarvan het verstrekken van deze opdracht bij de NPS kan worden geclaimd. Van enige overeenkomst daartoe is namelijk niet gebleken.”

Lees het vonnis hier.

2- Rechtbank Amsterdam, 5 juli 2007, LJN: BA8856. Eiser (E. de R. v. Z.) tegen gedaagde.

Eiser is doende een boek te schrijven over de Koninklijke Familie. (…) De bescherming van dat belang wordt vooralsnog voldoende gediend met het opleggen van een ordemaatregel, inhoudende dat Gedaagde op straffe van verbeurte van een dwangsom gehouden is ieder geschrift dat hij over eiser en met hem verband houdende kwesties in de openbaarheid wil brengen of wil doen brengen tenminste drie weken voorafgaand aan de voorgenomen dag van publicatie ter kennisneming aan Eiser ter beschikking te stellen, opdat deze tijdig kan nagaan of daarin informatie is verwerkt die afkomstig is uit het door Eiser bij Gedaagde opgeslagen archief en nog niet behoort tot het publieke domein, zodat Eiser in dat geval in staat is desgewenst passende maatregelen te treffen.”

Lees het vonnis hier.

3- Rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, locatie Leiden, 4 juli 2007. Pasfotopoint the Store tegen Pasfotoshop (met dank aan P. Koerts, Trip).

“Pasfotopoint heeft geen vordering zoals hiervoor omschreven ingesteld [art 6 lid 1 Hnw – IEF]. De verbodsvordering zoals ingediend kan niet worden gegrond op de Handelsnaamwet en Pasfotopoint heeft niet gesteld op grond waarvan zij meent die verbodsvordering wel in te kunnen stellen door het indienen van een verzoekschrift aan de rechter.”

Lees het vonnis hier.

4- Rechtbank ’s-Gravenhage, 4 juli 2007, HA ZA 06-2677. Glaxo Group Limited Tegen
Pharmachemie B.V.

“Dat het enkele gegeven dat de informatie uit de G-standaard van juni 2006 enige weken voorafgaand aan de expiratiedatum van EP 266 beschikbaar was niet moet worden aangemerkt als het aanbieden van generiek Ondansetron in de zin van artikel 53 lid 1 ROW 1995, althans niet als het voor een of ander aanbieden in de zin van dat artikel. De rechtbank zal de vorderingen van Glaxo derhalve afwijzen.

Lees het vonnis hier.

5- EPO, EBoA, 28 juni 2007, G 0001/05, Astropower Inc.(met dank aan Geert Theuws, Howrey)

Uitspraak betreft een aantal openstaande en zeer interessante punten t.a.v. divisionals.
"So far as Article 76(1) EPC is concerned, a divisional application which at its actual date of filing contains subject-matter extending beyond the content of the earlier application as filed can be amended later in order that its subject-matter no longer so extends, even at a time when the earlier application is no longer pending. Furthermore, the same limitations apply to these amendments as to amendments to any other (non-divisional) applications."

Lees de uitspraak hier.

IEF 4014

Niet van toepassing

Rechtbank Amsterdam , 16 mei 2007, LJN: BA5286. Connie Breukhoven tegen Media Plus V.O.F. tegen Witheet Publishing Llc.

Persrechtzaak. Onbewezen suggestie prostitutieverleden Breukhoven. Mediarecht is interessant en sluit vaak aan bij het IE recht, maar is helaas te veelomvattend om ook uitputtend op IEForum.nl te bespreken. Daarom alleen twee passages die ook interessant zijn voor de klassieke IE-praktijk:

“Veroordeelt gedaagden onder 1 tot en met 4 om binnen 4 dagen na betekening van dit vonnis Google en Yahoo per brief opdracht te geven tot verwijdering uit de zoekmachine van de publicaties, zoals door [eiseres] als producties 5 en 6 overgelegd, met een direct afschrift van deze brieven aan de raadsman van [eiseres], zulks op straffe van een dwangsom van EUR 5.000,= voor iedere dag of gedeelte daarvan dat gedaagden onder 1 tot en met 4 in gebreke blijven om aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van EUR 150.000,=,”

“Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld. De kostenveroordeling zal geschieden volgens het gebruikelijke tarief, aangezien geen der partijen een beroep heeft gedaan op artikel 1019 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en [eiseres] bovendien zich op het standpunt heeft gesteld dat dit artikel niet van toepassing is op inbreuk op het portretrecht.”

Lees het vonnis hier.

IEF 3783

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Amsterdam, 08 maart 2007,  LJN: BA2385. Market4care Nederland B.V. tegen Tblox B.V.

Samengevat in de opgelegde rectificatie: “De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft TBlox bij vonnis van 8 maart 2007 veroordeeld tot het rectificeren van de door Tblox gedane onjuiste mededelingen over Market4Care. Daarnaast is het TBlox verboden dergelijke beweringen in de toekomst te doen. TBlox heeft ten onrechte gesuggereerd dat M4C niet te allen tijde de belangen van haar klanten en de daarbij behorende beveiliging van haar diensten in acht neemt. TBlox heeft deze suggestie niet aan de hand van feiten kunnen waarmaken. Daarnaast heeft TBlox in haar vergelijkende mededelingen over M4C geen volledige en juiste vergelijking toegepast.

Verder heeft de voorzieningenrechter bij vonnis van 8 maart 2007 beslist dat het aanbieden van een videopresentatie van de applicatie van Market4Care onrechtmatig was. Market4Care heeft auteursrecht op de applicatie en TBlox is niet gerechtigd op dit auteursrecht inbreuk te maken”

Lees het vonnis hier.

IEF 3481

Truttig blad

Adformatie bericht dat Sanoma Uitgevers het tijdschrift Salomé heeft gesommeerd de uitzending van een radiospotje waarin Salomé wordt afgezet tegen het denkbeeldige tijdschrift 'Ibelle', een kwinkslag naar het tijdschrift Libelle van Sanoma, met onmiddelijke ingang  te doen staken. In de radiocommercial wordt 'Ibelle' afgeschilderd als een truttig blad dat niet meer van deze tijd is.

Lees hier meer.

IEF 3470

Het Schandpaaleffect

sg.gifRechtbank Amsterdam,  24 januari 2007, LJN: AZ7825. Stichting Genealogie Nederland tegen de vereniging TROS.

Rechtmatige aantasting in eer en goede naam, misleidende mededeling, wel schending portretrecht, immateriële schadevergoeding geportretteerde.

Tros Opgelicht zaak. Veel persrecht en klein beetje portretrecht. De Stichting Genealogie Nederland biedt per postorder aan het publiek genealogiekronieken aan. Zij heeft een mailing van 45.000 stuks doen rondgaan, bevattende een brief met bestelformulier waarin de uitgave 'De Kroniek van het oude geslacht [de familienaam van de aangeschreven persoon]' werd aangeboden, met gratis familiewapen en gratis boekje over genealogie, voor EUR 49,95. Opgelicht heeft aandacht besteed aan de Stichting, voorzitter A. en de in de mailing aangeboden kroniek en wederom gewaarschuwd en geadviseerd om niet op de mailing in te gaan. De Stichting maakt hiertegen bezwaar.

“In de uitzendingen zijn de kijkers gewaarschuwd en is hen geadviseerd niet in te gaan op het aanbod van de Stichting en haar voorzitter A, dat als malafide wordt gepresenteerd. Aldus zijn de Stichting c.s. aangetast in hun eer en goede naam, zodat thans de vraag aan de orde komt of die aantasting ook onrechtmatig is."

In de eerste plaats is de rechtbank met Tros van oordeel dat de mailing van de Stichting misleidend is als bedoeld in artikel 6:194 BW. (…) Het 'genealogisch register' blijkt echter niet meer te zijn dan een opsomming van personen met dezelfde achternaam (althans gelieerd aan die achternaam) en persoonsgegevens zoals namen van ouders, geboortedatum, doopdatum en –plaats en trouwdatum. (…) Het gratis aangeboden familiewapen, waarvan in de mailing wordt vermeld dat A tijdens zijn onderzoeken daarop is gestuit, blijkt door of in opdracht van de Stichting ontworpen te zijn. (..) disclaimers doen niet af aan de in de brief gewekte suggestie dat kroniek en familiewapen zijn samengesteld op basis van gericht onderzoek naar de familie van de aangeschrevene. (…) Dit een en ander betekent dat Tros naar het oordeel van de rechtbank het handelen van de Stichting, maar ook dat van A, aan de kaak heeft mogen stellen en het publiek heeft mogen waarschuwen en adviseren om niet op het misleidende aanbod in te gaan. Er is dan ook geen sprake van lichtvaardige verdachtmakingen door Tros."

Portretrecht

“Voorts acht de rechtbank het niet onjuist dat Tros in de uitzending niet alleen de Stichting heeft gepresenteerd als verspreider van de mailing, maar ook A. Hij is de enige natuurlijke persoon die bij de activiteiten van de Stichting is betrokken. (…)  Wel is Tros te ver gegaan door A en zijn echtgenote met een draaiende camera bij hun woning op te wachten. Aangenomen moet worden dat A hier niet op bedacht was. Zowel A en zijn echtgenote als de voordeur van hun woning, met huisnummer, zijn herkenbaar in beeld gekomen, terwijl dit naar het oordeel van de rechtbank op deze wijze geen redelijk doel dient. Tros heeft dan ook het portretrecht van A en zijn privacy geschonden. Dat het gelaat van A en zijn adres voorafgaand aan de uitzendingen van Tros reeds bij het Nederlandse publiek bekend waren, zoals Tros aanvoert, valt uit de door haar in het geding gebrachte producties niet af te leiden.   Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat Tros onrechtmatig jegens A heeft gehandeld door hem met draaiende camera bij zijn woning op te wachten.

Dit betekent dat de vraag moet worden beantwoord of toewijzing van de vorderingen van de Stichting c.s. op dit onderdeel noodzakelijk is ter bescherming van de belangen van de Stichting c.s. en of om die reden sprake is van een in artikel 10, tweede lid, van het EVRM toegestane beperking van het recht van Tros op vrijheid van meningsuiting. Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval, aangezien Tros zich niet enkel heeft beperkt tot uitzending van een foto van A, maar hem ook onverhoeds heeft benaderd en zijn reactie heeft gevraagd zonder dat A daarop was voorbereid. Dit heeft een schandpaaleffect dat niet gerechtvaardigd is, ook al hebben de Stichting c.s. zich door de mailing schuldig gemaakt aan misleiding.

(…) Resteert de immateriële schade van A wegens schending van zijn portretrecht en zijn privacy als gevolg van het feit dat hij herkenbaar in beeld is gebracht voor zijn woning. Deze schade kan reeds thans worden begroot, zodat verwijzing naar de schadestaatprocedure niet nodig is. Bij deze schadebegroting weegt enerzijds mee dat de wijze waarop Tros A in beeld heeft gebracht als gezegd een schandpaaleffect heeft gehad. Anderzijds is echter, nu het gaat om een tv-programma, sprake van een vluchtige presentatie. De beelden zullen bij de meeste kijkers niet beklijven, temeer daar A relatief kort in beeld is geweest.
Dit een en ander afwegende begroot de rechtbank, mede gelet op de overige omstandigheden van het geval, de schade op EUR 2.000,-.

 Lees het vonnis hier.

IEF 2773

Studentenzender

cmtv.bmpNu.nl bericht dat Campus TV, de studentenzender op internet, onderneemt juridische stappen tegen videomarktplaats YouTube. Advocaat Matthijs Kaaks van Campus TV zei woensdag dat de Amerikaanse internetsite is gesommeerd het materiaal te verwijderen. Het gaat om een filmpje waarin een studente van de Hogeschool van Amsterdam over haar ervaringen in de prostitutie vertelt.

(..) Voor zover bekend is Campus TV het eerste Nederlandse bedrijf dat You Tube met een rechtszaak dreigt.

Lees hier meer.

IEF 2515

Een gyroscopisch instrument

npbl.bmpRechtbank Arnhem, 16 augustus 2006, Mill Holding tegen J.W.L. Fronik. (Met dank aan Tom de Wit, Banning Advocaten).

 

Uitgebreid vonnis over uitputting, domeinnamen en onrechtmatige uitlatingen.

 

Partijen komen elkaar niet voor het eerst tegen. In deze procedure gaat het om de vraag of Fronik op enige wijze inbreuk maakt op de merkrechten van Mill door op zijn websites originele powerballs van het merk NSD POWER BALLS aan te bieden.

Mill verkoopt "powerballs", een gyroscopisch instrument, onder het merk NSD POWER BALL. Nano Second fabriceert de powerballs in Taiwan en heeft het Europees gemeenschapsmerk NSD POWER geregistreerd. Mill is houder van het gelijkluidende Benelux woordmerk. In Duitsland importeert Kern de powerball van Nano Second.

 

Fronik brengt eveneens powerballs op de Nederlandse markt, onder andere onder de aanduiding DYNABEE. Sinds 2004 heeft Fronik voorts een overeenkomst met Kern en brengt de powerballs van Nano Second onder de naam POWERBALL THE ORIGINAL en "Nano-Second the Original Powerball" op de markt. Zowel Mill als Fronik bieden de powerballs aan op het internet.

 

Er is al eerder geprocedeerd tussen partijen, waarbij werd geoordeeld dat van inbreuk op het merk Powerball door Fronik geen sprake was. In een tweede kort geding heeft de rechter Fronik geboden het gebruik van de merknaam NSD POWER BALL als domeinnaam te staken en Mill verboden zich op enigerlei wijze of in enigerlei vorm onjuiste, misleidende, suggestieve of denigrerende mededelingen te doen over de door Fronik aangeboden powerballs. In het ingestelde appel is nog geen uitspraak gedaan.

 

In dit geding vordert Mill onder meer het gebruik door Fronik van de merknaam NSD POWERBALL te staken en verscheidene domeinnamen over te dragen.

 

De rechtbank gaat ervan uit dat Fronik uitsluitend de originele NSD POWER BALL aanbiedt en dat niet is gebleken dat Fronik het teken zelf aanbrengt. Het aanbieden van powerballs afkomstig van Nano Second met het teken "Nano-Second the Original Powerball" levert dat ook geen inbreuk op de merkrechten van Mill op.

 

Fronik stelt dat hij de powerballs heeft verkregen van Mill zelf dan wel van haar wederverkopers en dat er derhalve sprake is van uitputting in de zin van art. 13 lid 9 BMW. De rechtbank gaat hierin mee en oordeelt dat Mill zich in beginsel niet kan verzetten tegen doorverhandeling van die powerballs door haar wederverkopers en vervolgens door Fronik.

 

De rechtbank verwerpt het beroep van Mill op Dior/Evora, te weten dat het aanbieden van haar powerball tezamen met andere ballen, die naar het oordeel van Mill van mindere kwaliteit zijn, afbreuk doet aan het image van haar powerball.

 

Een en ander leidt tot de conclusie dat het verhandelen van de NSD POWER BALL door Fronik geen inbreuk oplevert op de rechten van Mill. Dat geldt ook voor het aanbieden daarvan op de website van Fronik. Van een gebruik zonder geldige reden is geen sprake. Ook het gebruik van metatags ‘nsd power ball’ levert geen inbreuk op, nu dit gebruik voortvloeit uit en beperkt is tot de toegestane aanbieding en verkoop van de powerballs van het merk NSD POWER BALL.

 

De vorderingen van Mill liggen derhalve voor afwijzing gereed.

 

In reconventie stelt Fronik dat Mill onrechtmatig jegens hem handelt, onder meer door uitlatingen als 'goedkope imitatie uit China van belabberde kwaliteit' en 'rommel'. De rechtbank behandelt de verschillende uitlatingen en gaat hier gedetailleerd op in. De rechtbank acht de hierboven genoemde uitlatingen evenals een e-mail gericht aan dealers danwel potentiële klanten onrechtmatig en acht tevens voldoende aannemelijk dat Fronik schade heeft geleden als gevolg van deze onrechtmatige mededelingen van Mill.

 

Tot slot stelt Fronik dat Mill het merk NSD POWER BALL te kwader trouw heeft gedeponeerd, aangezien Kern de powerballs reeds in de Benelux leverde vóórdat Mill daarmee begon. Nu de ratio van artikel 14B BMW meebrengt dat een verklaring voor recht, waarvoor een oordeel over de nietigheid de basis is, ook slechts gevorderd kan worden (mede) op verzoek van de voorgebruiker, en niet tijdig een vordering tot voeging of tussenkomst van Kern is ingesteld, verklaart de rechtbank deze vordering niet ontvankelijk.

Rechtbank verwijst de zaak naar de rol om de schade nog in deze procedure op te maken en de laatste onduidelijkheid over een eerdere rectificatie weg te nemen. 

Lees het vonnis hier.