HvJ EU: hoger beroep Boehringer niet toegelaten
HvJ EU 1 oktober 2025, IEF 23000; ECLI:EU:C:2025:740 (Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG tegen EUIPO en Glenmark Pharmaceuticals Europe Ltd). Het Hof laat het door Boehringer Ingelheim op 23 januari 2025 ingestelde hoger beroep tegen het arrest van het Gerecht van 13 november 2024 in zaak T-524/23 Shape of inhaler niet toe. Op grond van artikel 58a van het Statuut en de artikelen 170a en 170b van het Reglement van Orde moet de appellant in een aparte toelatingsaanvraag duidelijk en gedetailleerd aantonen dat het beroep een kwestie opwerpt die significant is voor de eenheid, de consistentie of de ontwikkeling van het Unierecht. De drie ingeroepen middelen, te weten een schending van artikel 7 lid 1 onder e punt ii van Verordening nr. 40/94 over vormmerken met technische uitkomst, verdraaiing van feiten en bewijs, en een motiveringsklacht ontleend aan artikel 94 van Verordening 2017/1001, blijven volgens het Hof te algemeen. Zij richten zich vooral op feitelijke waarderingen en verwijzen in abstracte zin naar rechtspraak, waaronder Gömböc, zonder concreet te maken waarom er een rechtsvraag van het vereiste gewicht speelt. Het Hof herinnert er bovendien aan dat artikel 94 van Verordening 2017/1001 ziet op de motiveringsplicht van EUIPO en niet op die van het Gerecht.