Hof verplicht Maxeon tot zekerheidsstelling in octrooigeschil met AIKO c.s.

Hof Den Haag 17 december 2024, IEF 22697; ECLI:NL:GHDHA:2024:2390 (Maxeon tegen AIKO c.s.). AIKO B.V. en wederverkopers VDH en Librain (hierna samen: AIKO c.s.) zijn betrokken in een octrooigeschil met Maxeon over zonnepanelen. Maxeon ontwerpt, produceert en verhandelt zonnepanelen en is houdster van Europees octrooi EP 2 297 788 B1 (hierna: EP 788 of het octrooi). Zij stelt dat AIKO c.s. met het verhandelen van door AIKO B.V. geproduceerde ‘All Back Contact’ zonnepanelen inbreuk maken op EP 788. Op 3 januari 2024 heeft Maxeon deze kortgedingprocedure aanhangig gemaakt tegen AIKO c.s. en heeft daarbij een verbod gevorderd om in Nederland, Italië en Frankrijk inbreuk te maken op EP 788. De voorzieningenrechter wees destijds de vorderingen van Maxeon af. Maxeon diende hiertegen hoger beroep in. In dit incident vorderen AIKO c.s. dat Maxeon zekerheid stelt voor in de vorm van een onherroepelijke (afroep)bankgarantie van een gerenommeerde Nederlandse bank voor de proceskosten en schadevergoeding waarvan Maxeon in de hoofdzaak zou kunnen worden veroordeeld. De reden hiervoor is dat er tussen Nederland en Singapore, waar Maxeon is gevestigd, geen verdrag bestaat dat tenuitvoerlegging van de veroordeling in de proceskosten in Singapore mogelijk maakt. AIKO c.s. stellen dat, voor zover bekend, Maxeon niet beschikt over verhaalsmogelijkheden in Nederland. Uit openbare financiële gegevens van de moedermaatschappij van Maxeon blijkt dat het concern financieel in zwaar weer verkeert.