Merkenrecht  

IEF 1203

Horen, zien en navolgen

Opinion of Advocate general Dámaso Ruiz-Jarabo Colomer, 10 November 2005, Case C-206/04. Muehlens./.OHIM (ZIRH). Nadere uitleg Lloyd/Loints en tik op de vingers van het Hamburgse Landsgericht door A-G Colomer.

Cosmeticafabrikant Muehlens stelt oppositie in tegen de aanvrage van het woordmerk ZIRH en baseert zich daarbij op haar oudere woord/beeldmerk SIR. Beiden zijn aangevraagd voor dezelfde waren in o.a. klasse 3. Muehlens stelt dat er auditieve overeenstemming is tussen beide merken en meent, onder verwijzing naar Lloyd/Loints, dat dit voldoende is om gevaar op verwarring aan te nemen. Zowel het de Opposition Division, de Board of Appeal van het OHIM, GvEA en nu ook A-G Colomer zijn het hier niet mee eens.

De A-G legt uit dat de zinsnede "niet valt uit te sluiten dat de enkele auditieve gelijkenis tussen de merken verwarring kan doen ontstaan" uit het Lloyd/Loints-arrest, niet inhoudt dat enkele auditieve overeenstemming tussen twee merken altijd voldoende is om verwarring aan te nemen; verwarring kan zich voordoen, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn:
42.   My approach to the admissibility of the appellant’s submission having been thus clarified, consideration of this part of the plea must focus on the dicta of the Court of Justice in its judgment in Lloyd Schuhfabrik Meyer, referred to above, specifically in paragraph 28 thereof, where it states that the possibility cannot be ruled out ‘that mere aural similarity between trade marks may create a likelihood of confusion’.

43.   Logically, the meaning of that sentence is not absolute, as the appellant contends, since the judgment declares that phonetic similarity is sufficient for a referring court, where the products are similar, to decide that such likelihood exists. A grammatical interpretation of those words suggest that the Court of Justice does not rule out the possibility that such similarity is sufficient to infer that there is a likelihood of confusion, but it does not necessarily require that conclusion to be arrived at merely on the basis of acoustic resonances.

44.   From the logical and linguistic point of view, where ‘the possibility is not excluded’ that something may happen, it is recognised that it is not very probable and, implicitly, that such an event is unusual. In any case, that statement provides no basis for inferring a general rule according to which it is doubtful that a specific case will arise.

In het onderhavige geval oordeelde de voorgaande instanties dat de begripsmatige en visuele verschillen tussen ZIRH en SIR ervoor zorgden dat, ook al was er (enige) auditieve overeenstemming, er geen verwarringsgevaar te duchten is.

Boeiend wordt het wanneer de A-G uithaalt naar het Landgericht Hamburg, dat het waagde te concluderen dat er wel sprake was van gevaar op verwarring tussen beide merken en daarmee lijnrecht inging tegen eerdere rechtspraak van het OHIM en GvEA.

75.   The German court’s decision rejects the Court of First Instance’s thesis that the degree of phonetic similarity between the two trade marks is so insignificant that it will not give rise to any likelihood of confusion, since the degree of identity of the marks is not sufficiently great. In giving reasons for its decision, the Landgericht Hamburg relies on the case-law of the Bundesgerichtshof (German Supreme Court in civil and criminal matters), according to which failure to consider phonetic similarities when evaluating the likelihood of confusion unjustifiably deprives the proprietor of the trade mark of some of the protection to which he is entitled.

76.   Even if it is accepted that the national judicial authorities to which Article 234(2) EC applies, such as the Landgericht Hamburg, enjoy a degree of latitude as regards preliminary references, (44) the need for the uniform application of Community law dictates that recourse must be had to Article 234 EC, specifically where the approach taken by a national high court is at odds with that taken by a Community Court, particularly if the decisive impact which a request for a ruling might have had in resolving the dispute is taken into account.

77.   The fact that the decision given by the first German court was open to appeal does not diminish the harm caused, essentially by creating legal uncertainty, as the Commission has emphasised. Faced with such a clear conflict of interpretation of a Community provision, the only course open to that court was to use Article 234 EC; (45) it is to be hoped, however, that an appeal court will mitigate the effects of the situation that has arisen, for the sake of interpretative rigour and the European spirit that has presided over the comportment of the judicial authorities in that country, which has always led the field so far as concerns the sincere cooperation with the Court of Justice provided for by the Treaties.

Lees hier conclusie.
IEF 1201

Vrijdagmiddagberichten

1- In de VS is bijna alles patenteerbaar, tot en met het zijwaarts schommelen aan toe. Vaak werd daarbij nog wel ergens een computer of andere techniek opgevoerd, al was dat maar voor de vorm. Nu is echter een aanvraag binnengekomen die zelfs niet pretendeert technisch te zijn: patent wordt verzocht op een "werkwijze voor het vertellen van een verhaal, welk verhaal een tijdslijn en een uniek plot met karakters." De gepubliceerde conclusies schetsen een verhaal waarbij de hoofdpersoon zichzelf tijdelijk geheugenverlies toewenst, en er enige tijd later achterkomt dat hij die ook gekregen heeft. Vervolgens blijkt langzaam maar zeker wat hij allemaal gedaan heeft gedurende die tijd.

In hoeverre de rechtbank die straks de geldigheid van een eventueel octrooi op deze plotlijn moet beoordelen, beeldrechten zal moeten betalen voor de openbare vertoning van films als Memento, is nog niet duidelijk. Lees meer hier. (Zijwaarts schommelen hier).

2- Ongelukkig gekozen beeldmerken zagen we al eerder hier. Maar ook bij het kiezen van een domeinnaam moeten de linguïstische aspecten niet uit het oog verloren worden. Voorbeelden van precaire domeinnamen hier.

3- Alexander von Mühlendhal, who retired as OHIM vice-president in October, has joined German IP firm Bardehle Pagenberg as a consultant. Von Mühlendahl will work in the Munich and Alicante offices, and will advise clients on trade mark and design matters. He officially started with Bardehle on November In honour of von Mühlendahl's contribution to Community law, the OHIM library has been re-named in his honour. (Managing IP)

IEF 1197

Focus op het bewijs

GvEA, 9 november 2005, zaak T-275/03, Focus Magazin Verlag tegen OHIM. Meer procesrecht dan merkenrecht. Wat begint met een beroep op de relatieve weigeringsgronden, eindigt met een beslissing op formele gronden. Gevraagd bewijs was wel tijdig ingediend, OHIM wordt in het ongelijk gesteld.

ECI Telecom heeft inschrijving aangevraagd voor het woordteken Hi-FOCUS voor telecommunicatiesystemen. Focus Magazin Verlag heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het aangevraagde merk op basis van het woordmerk FOCUS, ingeschreven voor waren en diensten in 24 klassen. De oppositieafdeling heeft de oppositie afgewezen op grond dat verzoekster, Focus, bij gebreke van overlegging van de volledige vertaling van het bewijs van inschrijving van haar Duitse merk het bewijs  van het bestaan van haar oudere merk niet had geleverd. De oppositieafdeling was van oordeel dat de verwijzing naar de lijst van waren en diensten van het internationale merk niet kon worden beschouwd als een volledige Franse vertaling van het Duitse inschrijvingsbewijs.

De kamer van beroep heeft het beroep van Focus verworpen. Zij heeft geoordeeld dat Focus verplicht was, het bewijs van het bestaan van haar oudere merk te leveren door overlegging van de vertaling van haar inschrijvingsbewijs, en dat het overgelegde bewijs in casu onvoldoende was.

Vast staat "dat verzoekster samen met het oppositiebezwaarschrift het Duitse inschrijvingsbewijs van het oudere merk en het in het Frans gestelde inschrijvingsbewijs van haar internationaal merk nr. 663 349, dat op het oudere merk is gebaseerd, heeft overgelegd. Tevens staat vast dat verzoekster als bijlage bij haar beroepschrift tegen de beslissing van de oppositieafdeling de Franse vertaling van het Duitse inschrijvingsbewijs van het oudere merk heeft gevoegd." (...) "Aangezien het betrokken document tijdig [...] is aangevoerd [...] mocht de kamer van beroep in casu derhalve niet weigeren, met dit document rekening te houden."

De ter verwering aangevoerde arresten van het Gerecht doen niet ter zake. Ook faalt het argument van het OHIM dat de procedure van inschrijving van gemeenschapsmerken aanzienlijk langer zal duren indien partijen nog feiten of bewijzen voor het eerst voor de kamer van beroep mogen aandragen. "Aangezien reeds in de procedure voor de oppositieafdeling een aantal onderling overeenstemmende elementen die wijzen op het bestaan van een ouder recht, waren aangedragen, heeft juist het niet-aanvaarden van de voor de kamer van beroep overgelegde extra vertaling ertoe geleid dat deze procedure langer duurt."

Bestreden beslissing vernietigd, zonder dat uitspraak moet worden gedaan op de andere middelen. Lees het arrest hier.

IEF 1185

Door het dal

Connexxion biedt treinreizigers op het traject Ede - Amersfoort vanaf september 2007 de mogelijkheid te kiezen tussen stiltecoupe's en dancewagons. Deze laatste wagons zijn speciaal bedoeld voor de jeugd en zullen voorzien zijn van plasmaschermen met videoclips en speakers met muziek.

Hoewel de muzikale invulling van de muziek die uit de speakers zal schallen nog niet bekend is, heeft Conexxion wel bekend gemaakt (hier) dat de treinstellen onder de naam "Dance Vallei lijn" zullen gaan rijden. Vallei verwijst in dit geval naar de Gelderse Vallei waarvan het traject tussen Ede en Amersfoort deel uit maakt. UDC, organisator van het jaarlijkse Dance Valley is niet blij met de keuze van de naam en heeft stappen aangekondigd. UDC heeft eerder succesvolle procedures gevoerd tegen het gebruik van de namen Indian Valley en Dance Hill. Lees hier meer.

IEF 1179

Ondertussen in Haarlem

Het Amerikaanse blootblad Penthouse eist dat een seksclub in Haarlem met dezelfde naam direct een andere naam zoekt. Gisteren diende hierover een kort geding bij de rechtbank in Haarlem. De club bestaat al bijna dertig jaar, maar de Amerikaanse uitgever kwam de naam eerder dit jaar voor het eerst tegen op internet. Volgens het bericht zou Penthouse haar merk in Europa ook willen gaan gebruiken voor „gentlemen's clubs.”

"Volgens de advocaat van de seksclub, K. van der Leij, zijn de Amerikanen veel te laat met hun eis. Maar de advocate van Penthouse, M. Smallegange, stelde dat de Amerikaanse uitgever van Penthouse niet in verband wil worden gebracht met een seksclub in Nederland. De rechter vroeg zich af of de uitgever van Penthouse er geld voor over heeft om de seksclub tot een nieuwe naam te bewegen. De advocate van Penthouse gaat onderzoeken of de Amerikanen daarvoor voelen. Mochten de partijen er niet uitkomen, dan doet de rechter 22 november uitspraak." Lees hier meer. (En wie het vonnis in handen krijgt mag het uiteraard mailen).

IEF 1169

We gaan naar Duitsland toe

Wereld voetbalbond FIFA meldt op haar website dat ze een ‘landmark victory’ heeft geboekt inzake een merkenconflict met het Duitse bedrijf Ferrero. FIFA heeft een aantal CTM-aanvragen gedaan voor namen als: World Cup 2006, WM 2006, World Cup Germany en Germany 2006. Ferrero is van mening dat de merken onderscheidend vermogen missen en stelde een nietigheidsactie in bij OHIM. Het OHIM heeft echter, volgens het persbericht, de registraties van de FIFA bevestigd voor alle waren en diensten waarvoor het was aangevraagd.

FIFA is natuurlijk blij met deze overwinning: “FIFA welcomes this very important decision by OHIM and the positive decisions in Germany. The safeguarding of the commercial rights is essential for the future of a privately financed FIFA World Cup, for the organisers of other major sports events, and for the game of football as a whole. The revenue that the FIFA World Cup generates from marketing serves as the basis for FIFA’s extensive range of grassroots development activities.”, aldus FIFA General Secretary Urs Linsi. De uitspraak van OHIM is op dit moment nog niet beschikbaar (wie het heeft mag het natuurlijk mailen).

IEF 10472

Life/Thomson Life

HvJ EG 6 oktober 2005, zaak C-120/04 (Medion tegen Thomson; inzake Life/Thomson Life) - dossier

Merken – Richtlijn 89/104/EEG – Artikel 5, lid 1, sub b – Verwarringsgevaar – Gebruik van merk door derde – Samengesteld teken dat bestaat uit benaming van derde gevolgd door merk [afbeelding is niet het betreffende merk]

Ouder merk ‘LIFE’ tegen jonger merk ‘THOMSON LIFE’. Verwerping Duitse ‘Präge-theorie’. Volgens deze theorie zou bij de vergelijking van de totaalindrukken het meest ‘geprägte’ (pregnante) bestanddeel, te weten ‘THOMSON’, het ‘slechts medebepalende’ bestanddeel ‘LIFE’ grotendeels naar de achtergrond doen verdwijnen.

Er kan bij het publiek verwarring tussen merken voor dezelfde waren en diensten bestaan, ‘wanneer het bestreden teken wordt gevormd door samenvoeging van de firmanaam van een derde met het ingeschreven merk, dat een normaal onderscheidend vermogen heeft, en het ingeschreven merk weliswaar niet als enige bepalend is voor de totaalindruk van het samengestelde teken, doch daarin een zelfstandige onderscheidende plaats behoudt.’ (Dictum). IER 2006/1

Verklaart voor recht: Artikel 5, lid 1, sub b, van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, dient aldus te worden uitgelegd dat er bij het publiek verwarring tussen dezelfde waren en diensten kan bestaan, wanneer het bestreden teken wordt gevormd door samenvoeging van de firmanaam van een derde met het ingeschreven merk, dat een normaal onderscheidend vermogen heeft, en het ingeschreven merk weliswaar niet als enige bepalend is voor de totaalindruk van het samengestelde teken, doch daarin een zelfstandige onderscheidende plaats behoudt.

IEF 1164

Collectieve legalisatie

Twee berichten op VPRO 3voor12 Journalism:

- Muziekrechtenorganisaties hebben de afgelopen maanden hun hoofd gebroken over een mogelijkheid tot collectieve legalisatie van het razend populaire podcasting. De Buma, die de belangen van componisten en auters behartigt, heeft een tijdelijke regeling getroffen met podcasters voor collectieve licenties. De Sena, die zich inzet voor de belangen van uitvoerend kunstenaars, wilde ook een collectieve afspraak. Dat is mislukt. Podcasters moet nog steeds de betaling van uitvoerende artiesten moet hij voor iedere plaat afzonderlijk regelen met de desbetreffende platenmaatschappij. Lees hier meer.

- Buma/Stemra en de Belangen Vereniging Dance (BVD) presenteerden op ADE hun nieuwe samenwerkingsverband. Zij gaan ervoor zorgen dat met behulp van nieuwe technologie nummers in deejaysets op grote evenementen worden geregistreerd, om zo royalties te kunnen betalen aan componisten van dancemuziek. DJMonitor bedacht een systeem dat registratie van dancemuziek mogelijk maakt. Lees hier meer.

Eén artikeltje uit het FD:

- De douane in Rotterdam heeft sinds medio dit jaar 80 containers met vervalste merkkleding aangetroffen, vooral sportkleding en sportschoenen van zeer bekende merken. De containers kwamen uit China en waren bestemd voor Rusland. Meer dan een miljoen kledingstukken worden vernietigd of gerecycled, waardoor het niet meer als kleding gebruikt kan worden. Niet eerder onderschepte de douane zoveel namaak. (Zie ook hier).