Auteursrecht  

IEF 20861

Verschuldigde licentievergoeding moet worden betaald

Rechtbank Gelderland 20 jul 2022, IEF 20861; ECLI:NL:RBGEL:2022:3641 (Eisers tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verschuldigde-licentievergoeding-moet-worden-betaald

Ktr. Rb. Gelderland 20 juli 2022, IEF 20861; ECLI:NL:RBGEL:2022:3641 (eisers tegen gedaagde) Eiser 1 is de enige organisatie in Nederland die toestemming heeft verkregen tot het als bedrijf zonder winstoogmerk bemiddelen inzake het muziekauteursrecht. Eiser 2 is aangewezen als rechtspersoon die exclusief belast is met de inning en verdeling van de in artikel 7 WNR bedoelde vergoedingen. Gedaagde heeft een café waar hij muziek laat horen aan publiek. Eisers vorderen een veroordeling tot betaling van bedrag van € 1.072,71, gebaseerd op de licentieovereenkomst die zij met gedaagde hebben voor het afspelen van muziek in zijn café. Gedaagde betwist dat hij deze overeenkomst heeft gesloten met eisers. Ook geeft hij aan dat zijn café al 2 of 2,5 jaar gesloten is door de coronamaatregelen en vanwege gezondheidsredenen. Hij meent dat hij de gevorderde licentievergoeding dus niet hoeft te betalen. De kantonrechter oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat gedaagde de licentieovereenkomst heeft opgezegd. Hij is dus verplicht de verschuldigde licentievergoeding te betalen. Het door eisers gevorderde bedrag komt echter niet overeen met de facturen. De kantonrechter veroordeelt gedaagde tot betaling van het verschuldigde bedrag aan licentievergoeding dat uit de facturen voortvloeit en wijst het meer of anders gevorderde af.  

IEF 20854

Geslaagd in deel van bewijsopdracht

Rechtbank Gelderland 13 jul 2022, IEF 20854; ECLI:NL:RBGEL:2022:3549 (eiser tegen gedaagden ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geslaagd-in-deel-van-bewijsopdracht

Rb. Gelderland 13 juli 2022, IEF 20854; ECLI:NL:RBGEL:2022:3549 (eiser tegen gedaagden) In het tussenvonnis van 27 oktober 2021 werd eiser opgedragen te bewijzen dat de rekenmodellen uit de dagvaarding (waarop de vorderingen gebaseerd zijn) dezelfde rekenmodellen zijn (althans er hetzelfde uitzien) als de rekenmodellen die gedaagde 2 bij eiser heeft aangeschaft. Wat betreft rekenmodel ‘Cashflow-matrix’ is eiser volgens de rechtbank niet geslaagd in de bewijsopdracht. De rechtbank is van oordeel dat wat betreft rekenmodel ‘Cashflow-matrix’ ervan uit moet worden gegaan dat dit model nog geen onderdeel uitmaakte van de rekenmodellen die gedaagde 2 bij eiser heeft aangeschaft. Wat betreft rekenmodellen ‘Financieringsplan’, ‘Middeling’ en ‘Vaste activa en afschrijvingen’ is eiser wel geslaagd in de bewijsopdracht. Er is vast komen te staan dat deze modellen nagenoeg hetzelfde zijn als de modellen die gedaagde 2 bij eiser heeft aangeschaft. Al met al komt de rechtbank tot de conclusie dat gedaagden inbreuk hebben gemaakt op de auteursrechten van eiser.

IEF 20853

Review mocht op website geplaatst worden

Rechtbank Gelderland 13 jul 2022, IEF 20853; ECLI:NL:RBGEL:2022:3532 (Eiseres tegen Shots Video ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/review-mocht-op-website-geplaatst-worden

Rb. Gelderland 13 juli 2022, IEF 20853; ECLI:NL:RBGEL:2022:3532 (eiseres tegen Shots Video) Eiseres publiceert vlogs en blogs over seksspeeltjes en Shots Video verkoopt seksspeeltjes. Eiseres heeft op haar website een review geplaatst over een seksspeeltje van Shots Video. Shots Video heeft deze review vervolgens integraal, inclusief de affiliate link, op haar eigen website geplaatst zonder hierbij de naam van eiseres te noemen. Eiseres meent dat Shots Video hiermee inbreuk maakt op haar auteursrechten en vraagt Shots Video om de review te verwijderen. Shots Video zegt de review te gaan verwijderen maar doet dit vervolgens niet. Hierop vordert eiseres dat Shots Video door de rechtbank wordt geboden de review offline te halen. Daarnaast vordert eiseres een schadevergoeding van Shots Video. Shots Video meent dat zij op basis van de algemene voorwaarden van eiseres rechthebbende is geworden van de auteursrechten op de review. De rechtbank acht dat de algemene voorwaarden door Shots Video stilzwijgend zijn aanvaard. De rechtbank komt tot de conclusie dat Shots Video zich dus kon beroepen op de algemene voorwaarden en het haar daarom vrij stond de review op haar website te plaatsen. Wat betreft de naamsvermelding oordeelt de rechtbank dat eiseres onvoldoende heeft gesteld dat zij schade heeft geleden. De vordering ten aanzien van de gestelde inbreuk en de vordering tot schadevergoeding worden daarom allebei afgewezen.

IEF 20849

Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Matthijs Schonewille, BINGH Advocaten.

Afzonderlijke handhaving van gezamenlijk auteursrecht

Hof Amsterdam 12 jul 2022, IEF 20849; ECLI:NL:GHAMS:2022:2582 (Jelurida tegen Apollo ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/afzonderlijke-handhaving-van-gezamenlijk-auteursrecht

Vzr. Hof Amsterdam 12 juli 2022, IEF 20849, IT 3999; ECLI:NL:GHAMS:2022:2582 (Jelurida tegen Apollo) Jelurida houdt zich bezig met de ontwikkeling en het onderhoud van computerprogrammatuur, genaamd Nxt Software. Jelurida is beheerder en eigenaar van alle intellectuele eigendomsrechten van een gelijknamige groep waarvan zijn deel uitmaakt. Apollo houdt zich bezig met het aanbieden van verschillende financiële softwarediensten. In het vonnis van 22 september 2020 [IEF 19443] oordeelde de voorzieningenrechter dat Apollo inbreuk had gemaakt op de auteursrechten op de Nxt Software. Apollo vordert in hoger beroep dat het vonnis wordt vernietigd en Jelurida vordert op haar beurt verwerping van het beroep. Het hof oordeelt dat er een gemeenschappelijk auteursrecht rust op het Java-code deel van de Nxt Software.

IEF 20844

Conclusie A-G: prejudiciële vraag over 'mededeling aan publiek'

Hoge Raad 24 jun 2022, IEF 20844; ECLI:NL:PHR:2022:625 (DLZ tegen Sena en Buma), https://www.ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-prejudici-le-vraag-over-mededeling-aan-publiek

HR conclusie A-G 24 juni 2022, IEF 20844; ECLI:NL:PHR:2022:625 (DLZ tegen Sena en Buma) DLZ heeft Sena en Buma in 2018 gedagvaard. Zij vorderde dat de rechtbank voor recht zou verklaren dat in de gemeenschappelijke woonkamers geen sprake is van openbaarmaking van muziek. De kantonrechter wees de vordering af en oordeelde dat er sprake was van een ‘openbaarmaking’ in de zin van de Aw en de Wnr, [IEF 17981]. Tegen dit oordeel heeft DLZ hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en heeft de vorderingen DLZ afgewezen [IEF 19852]. Vervolgens is door DLZ beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest.

IEF 20837

Rechtstreekse vergoedingsplicht voor online platformen in België

Op 16 juni jl. heeft het Belgische parlement een nieuwe wet omtrent auteurs- en naburige rechten goedgekeurd. Een vrij uniek gegeven is dat de Belgische wet bepaalde online platformen een rechtstreekse vergoedingsverplichting oplegt. Het gaat hierbij om de volgende platformen:

- De online content-sharing platformen
- Streamingplatformen met abonnementformules, zoals Spotify, Netflix en Apple Music

Er zijn een reeks uitzonderingen voorzien. Belangrijk is bijvoorbeeld dat de platformen winst moeten nastreven. Niet-commerciële platformen zijn dus niet gevat. Ook platformen die werken met transacties vallen hier niet onder. Dat zijn bijvoorbeeld platformen waar je een som betaalt voor de aankoop of de huur van een audiovisueel werk.
Het rechtstreekse vergoedingsrecht is niet overdraagbaar en is van toepassing wanneer een auteur of uitvoerend kunstenaar het recht op mededeling aan het publiek door die online platformen heeft overgedragen. De vergoeding wordt enkel uitbetaald aan collectieve beheersvennootschappen die auteurs of uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen. Je moet dus lid worden om hierop recht te hebben. Ook hier zijn de modaliteiten nog niet duidelijk. Concreet zullen de beheersvennootschappen onderhandelen met de platformen om die modaliteiten af te spreken.

IEF 20832

Conclusie tot vernietiging en verwijzing in principale cassatieberoep

Hoge Raad 3 jun 2022, IEF 20832; ECLI:NL:PHR:2022:534 (Brein tegen NSE ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/conclusie-tot-vernietiging-en-verwijzing-in-principale-cassatieberoep

HR conclusie A-G 3 juni 2022, IEF 20832; ECLI:NL:PHR:2022:534 (Brein tegen NSE) Deze conclusie betreft een zaak die opnieuw bij de Hoge Raad ligt. Het gaat om een tweede nadere conclusie van P-G van Peursem. De Hoge Raad heeft bij tussenarrest van 5 april 2019 [IEF 18372] prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. Per brief van 29 juni 2021 werd door de griffier van het Hof gevraagd of beantwoording van de vragen van de Hoge Raad nog nodig was met het oog op het Youtube en Cyando­-arrest [IEF 20039]. Van Peursem concludeert in zijn conclusie tot vernietiging en verwijzing in het principale cassatieberoep wegens het slagen van een motiveringsklacht en tot verwerping van het incidentele cassatieberoep.

IEF 20830

Gezamenlijk auteursrecht op televisieformat

Rechtbank Amsterdam 25 mei 2022, IEF 20830; ECLI:NL:RBAMS:2022:2927 (Eiseres tegen gedaagden ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gezamenlijk-auteursrecht-op-televisieformat

Rb. Amsterdam 25 mei 2022, IEF 20830; ECLI:NL:RBAMS:2022:2927 (Eiseres tegen Gedaagden) Eiseres heeft gewerkt voor gedaagden. Eiseres en gedaagde 1 hebben een exploitatieovereenkomst gesloten voor een bepaald televisieformat. Eiseres heeft even later ontslag genomen. De advocaat van eiseres heeft gedaagden per brief bericht dat eiseres de exploitatieovereenkomst ontbindt, dan wel vernietigt. Tussen partijen is in geschil wie het auteursrecht op het format heeft. De rechtbank oordeelt dat in de exploitatieovereenkomst weliswaar staat dat het format door eiseres is ontwikkeld, maar dat onvoldoende duidelijk is geworden dat eiseres enig maker van het format is. De rechtbank meent dat er sprake is van een gezamenlijke inspanning. De rechtbank komt tot de conclusie dat partijen medemakers zijn en dus een gezamenlijk auteursrecht op het format hebben.

IEF 20815

Uitspraak ingezonden door Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing.

Voorzieningenrechter wijst alle vorderingen van Scopema af

Rechtbank Amsterdam 1 jul 2022, IEF 20815; ECLI:NL:RBAMS:2022:4410 (Scopema tegen gedaagde), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voorzieningenrechter-wijst-alle-vorderingen-van-scopema-af

Vzr. Rb. Amsterdam 1 juli 2022, IEF 20815; ECLI:NL:RBAMS:2022:4410 (Scopema tegen gedaagde) Een zaak over zit/slaapbanken en draaiplateaus voor in busjes. Scopema had gedaagde gedagvaard op grond van auteursrechtinbreuk, slaafse nabootsing en ongeoorloofd parasiteren. De voorzieningenrechter wijst alle vorderingen van Scopema af. Er is geen sprake van auteursrechten, omdat alle ingeroepen elementen niet origineel, ofwel banaal, ofwel functioneel bepaald zijn, of een combinatie van die drie. Aan de inbreukvraag wordt niet toegekomen. Slaafse nabootsing wordt ook afgewezen. Er is geen sprake van verwarring omdat de totaalindruk van de bank van gedaagde afwijkt van die van Scopema, en overgenomen keuzes zijn gedaan in het kader van de deugdelijkheid en bruikbaarheid van producten. Ook van een onrechtmatig profiteren van de prestatie van Scopema is geen sprake. Het enkele feit dat [naam bedrijf] distributeur is geweest is onvoldoende voor een geslaagd beroep op het leerstuk van parasiteren, waarvoor een hoge drempel geldt. De rechter weigert de door Scopema gevraagde voorzieningen. 

IEF 20808

Gedaagde kan partijen in vrijwaring dagvaarden

Rechtbank Gelderland 22 jun 2022, IEF 20808; ECLI:NL:RBGEL:2022:3082 (Eiseres tegen gedaagden), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gedaagde-kan-partijen-in-vrijwaring-dagvaarden

Rb. Gelderland 22 juni 2022, IEF 20808, IT 3980; ECLI:NL:RBGEL:2022:3082 (eiseres tegen gedaagden) Eiseres (licentiegever) en gedaagden (licentienemers) hebben voor de periode 1 maart 2011 t/m 31 december 2013 een licentieovereenkomst gesloten voor gebruik van door eiseres ontwikkelde software. Deze overeenkomst is vervolgens door gedaagden opgezegd. Eiseres vordert onder meer inzage in de in beslag genomen bescheiden. Zij stelt dat het voldoende aannemelijk is dat gedaagden inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht. De rechtbank acht het wenselijk om deze incidentele vordering te bespreken met partijen en zal daarom een mondelinge behandeling gelasten. De gedaagden willen op hun beurt ECI en een medewerker van GNB (de partij die het softwarepakket aan gedaagden heeft geleverd) in vrijwaring dagvaarden. Dit kan alleen als de gedaagden menen hiertoe gronden te hebben. Indien hetgeen gedaagden hebben gesteld juist is, kunnen zij de nadelige gevolgen van een eventuele auteursrechtinbreuk (geheel of ten dele) afwentelen op ECI en/of de medewerker. Hierdoor hebben gedaagden de benodigde grond voor het in vrijwaring dagvaarden van ECI en de medewerker.