Beperkte creatieve inbreng sluit auteursrecht uit, maar voorzieningenrechter erkent onrechtmatige nabootsing van luiertas
Vzr. Rb. Zeeland-West-Brabant 6 juni 2025, IEF 22820; ECLI:NL:RBZWB:2025:4513 (Eiseres tegen gedaagde). Mevrouw [naam] heeft onder de handelsnaam [eiseres] een eenmanszaak gedreven en in 2021 een luiertas op de markt gebracht (hierna: [tas eiseres]). in 2025 is deze eenmanszaak overgegaan in een besloten vennootschap onder dezelfde naam. Gedaagde heeft in december 2024 op haar website eveneens een luiertas gelanceerd (hierna: [tas gedaagde]). Eiseres stelt auteursrechthebbende te zijn op de [tas eiseres] en dat gedaagde hierop inbreuk maakt, dan wel dit ontwerp slaafs nabootst. Daarom vordert eiseres onder andere een breed stakingsbevel, een rectificatieplicht en een meldingsplicht aan professionele afnemers met het verzoek tot terugzending van de inbreukmakende tassen. Gedaagde betwist dat [naam] de ontwerper van de tas is, dat eiseres auteursrechthebbende is, dat de [tas eiseres] auteursrechtelijk beschermd is en dat er sprake is van inbreuk of slaafse nabootsing. De voorzieningenrechter gaat aan het argument van gedaagde dat eiseres niet de maker is voorbij. Het is namelijk voldoende aannemelijk dat [naam] de maker is. In de stukken en op de mondelinge behandeling heeft [naam] uitgelegd hoe het ontwerpproces is verlopen.