DOSSIERS
Alle dossiers

Herkomstaanduidingen  

IEF 6036

Verse Nederlandse rechtspraak

Rechtbank Rotterdam, 2  april 2008, LJN: BC9760, Tbi Holdings B.V. c.s. tegen Technisch Installatie Bureau Rotterdam mede h.o.d.n. TIB Rotterdam B.V. 

“5.13 De slotsom is dat TBI c.s. een beroep toekomt op artikel 5 Hnw. Het gevraagde gebod tot het staken van elk gebruik van de lettercombinatie TIB dan wel een met TBI overeenstemmend teken voert echter te ver, zodat dit zal worden beperkt tot het gebruik daarvan ter aanduiding van de onderneming. Daartoe moet ook worden gerekend het gebruik in de domeinnaam, nu TIB Rotterdam erkent dat zij haar domeinnaam als handelsnaam gebruikt.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 16 april 2008, LJN: BC9863, Loods 5 Zaandam B.V. c.s tegen Gedaagde

Geschil over domeinnaam loods5.com. “Na het door de rechter tijdens de comparitie van 19 november 2007 gegeven (voorlopig) oordeel, welk oordeel inhield dat de vorderingen van Loods 5 in de zaak tegen [gedaagde] zouden worden afgewezen, is Loods 5 nog in de gelegenheid gesteld om een door haar gemaakte fout te herstellen door alsnog te reageren op de door [gedaagde] gegeven specificatie van zijn proceskosten. Vervolgens heeft Loods 5 de akte houdende eiswijziging genomen. Doordat Loods 5 pas op dat moment alsnog haar eis zodanig heeft gewijzigd dat de nieuwe vordering niet langer zijn grondslag vindt in het intellectuele eigendomsrecht, is de rechtbank van oordeel dat de eiswijziging slechts is ingediend om te ontkomen aan een veroordeling tot betaling van een redelijke en evenredige proceskostenvergoeding aan [gedaagde]. Naar het oordeel van de rechtbank handelt Loods 5 met de eiswijziging in strijd met een goede procesorde, omdat [gedaagde] in ieder geval tot en met de eerste comparitie van partijen in deze procedure steeds is uitgegaan en ook heeft mogen uitgaan van een vordering die betrekking heeft op het intellectueel eigendomsrecht en daar zijn verweer op heeft gebaseerd.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 16 april 2008, LJN: BC9865, Trianon Chocolatiers B.V. tegen Revillon Chocolatier Société Par Actions Simplifiée

“4.3.2.  Het is een feit van algemene bekendheid dat chocoladeproducten op de markt worden gebracht in zeer veel uiteenlopende vormen, waaronder talrijke aan de natuur ontleende vormen, zoals bloemen, dieren, schelpen, koffiebonen etc., abstracte vormen als rondjes, vierkanten etc., om nog maar te zwijgen over letters. Eveneens een feit van algemene bekendheid is dat er chocoladeproducten in verschillende (waaronder ook slanke) staafvormen op de markt zijn, hetgeen ook blijkt uit productie 5 van Revillon. De rechtbank acht het voorts een algemeen bekend feit dat deze vormen doorgaans niet als merk worden gebruikt. Het kan zo zijn dat het relevante publiek bij de aankoop van een chocoladeproduct aandacht schenkt aan de vorm, dat neemt niet weg dat dit publiek gewend is aan een veelheid van vormen waar het chocoladeproducten betreft en daarom zal het relevante publiek een andere (nieuwe) vorm niet snel als herkomstaanduiding opvatten.

(…) 4.4.  Nu hetgeen hiervoor is overwogen reeds tot toewijzing van de gevorderde nietigverklaring en doorhaling leidt, behoeven de overige stellingen van partijen in conventie geen bespreking meer.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage,16 april 2008, HA ZA 07-2723,Van Zon tegen Florence Creations B.V.
 “4.2. Naar de kern verwijt Van Zon Florence dat zij niet voldoende tijdig en voldoende stevig rechtsmaatregelen tegen Van den Heuvel heeft genomen om diens aanvoer van Ruby Red op Naaldwijk te stoppen. Volgens Van Zon was Florence daartoe gehouden en vloeit zodanige gehoudenheid voort uit de per 1 september 2004 gesloten productieovereenkomst en de nadere afspraken van 11 mei 2006.” Vorderingen afgewezen.

Lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank Breda, 21 april 2008, LJN: BC9996, Bingham Schiedam B.V.  gedaagde h.o.d.n. Vlaggenmasten.nl.

Oneerlijke mededinging. Mededelingen waarin ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat een concurrent niet langer bestaat of actief is, zijn onrechtmatig. President verbiedt verdere uitlatingen en verplicht gedaagde tot rectificatie.

“4.3. De voorzieningenrechter zal in deze procedure in kort geding evenmin een oordeel vellen over de domeinregistratie door Bingham Schiedam bv van de domeinnaam www.vlaggenenmast.eu nu het Nederlandse recht niet het rechtsbeginsel kent dat een partij die zelf op een bepaalde wijze onrechtmatig handelt jegens een andere partij, zich om die reden ander onrechtmatig handelen van die andere partij moet laten welgevallen. Zo al de registratie van de domeinnaam www.vlaggenenmasten.eu een onrechtmatige daad van Bingham Schiedam bv jegens gedaagde oplevert, doet dit niet af aan de vermeende onrechtmatigheid van het handelen van gedaagde jegens Bingham Schiedam bv.”

Lees het vonnis hier.  

IEF 5803

Van imitatie van die aanduiding of van suggestief gebruik

schneider.gifHvJ EG, 13 maart 2008, zaak C-285/06, prejudiciële vragen in de Duitse procedure Heinrich Stefan Schneider tegen Land Rheinland-Pfalz.

Vragen over het gebruik van de aanduidingen „Réserve”, „Grande Réserve”, „Reserve” en „Privat-Reserve” bij het in de handel brengen van wijn. Omschrijving, aanduiding, aanbiedingsvorm en bescherming van bepaalde wijnbouwproducten. Bescherming van traditionele aanduidingen.Vertaling in andere taal. Gebruik voor wijnen afkomstig uit andere producerende lidstaat.

Bij een controle is komen vast te staan dat Schneider acht soorten wijn produceerde waarvan de etiketten de naam van zijn wijngoed vermeldden alsook de aanduidingen „Grande Réserve” voor twee wijnen in de hoogste prijsklasse, „Réserve” voor vier wijnen in de middenprijsklasse en „Terroir” of „Terroir Palatinat” voor twee wijnen in de laagste prijsklasse. Bij beschikking heeft de Aufsichts- und Dienstleistungsdirektion Trier Schneider verboden de betrokken wijn in de handel te brengen met de Franse aanduidingen „réserve” en „grande réserve”.  Het bezwaar van Schneider, waarin deze zich bereid verklaarde om in plaats van voornoemde aanduidingen, de Duitse aanduidingen „Reserve” of „Privat-Reserve” te gebruiken, is eveneens verworpen. 

Het Hof van Justitie (Vierde kamer) verklaart voor recht:

“1- Artikel 47, lid 2, sub c, van verordening (EG) nr. 1493/1999, houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (…) moet aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een aanduiding betreffende een productie-, bereidings-, rijpingsmethode of de kwaliteit van een wijn uit hoofde van die bepalingen slechts kan worden toegestaan indien deze aanduiding bij de personen waarvoor zij bestemd is, geen aanleiding kan geven tot verwarring tussen deze aanduiding en de aanvullende traditionele aanduidingen als bedoeld in genoemde bijlage (…) Het staat aan de verwijzende rechter om te beoordelen of de in het hoofdgeding aan  de orde zijnde aanduidingen aanleiding tot verwarring kunnen geven.

2- Artikel 24, lid 2, sub a, van verordening nr. 753/2002 (…) moet aldus worden uitgelegd dat ingeval een traditionele aanduiding is vertaald in een andere taal dan die waarin die aanduiding in bijlage III bij deze verordening is vermeld, van imitatie van die aanduiding of van suggestief gebruik in de zin van die bepaling sprake kan zijn, wanneer deze vertaling aanleiding kan geven tot verwarring of tot misleiding van de personen voor wie zij bestemd is. Het staat aan de verwijzende rechter om te onderzoeken of dit het geval is in het bij hem aanhangige geding.

3- Artikel 24, lid 2, van verordening nr. 753/2002 (…) moet aldus worden uitgelegd dat een in bijlage III van die verordening opgenomen traditionele aanduiding bescherming geniet zowel voor wijnen van dezelfde wijnsoort of dezelfde wijnsoorten die afkomstig zijn uit dezelfde producerende lidstaat als die van die traditionele aanduiding, als voor wijnen van dezelfde wijnsoort of dezelfde wijnsoorten die afkomstig zijn uit de overige producerende lidstaten.

Lees het arrest hier.

IEF 5754

Geurig, aangenaam en mild tot pittig

gouda.gifBekendmaking van een registratie-aanvraag in de zin van artikel 6, lid 2 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen.

Beschrijving: „Gouda Holland” is een volvette (48+), natuurgerijpte kaas van het halfharde type. De kaas wordt in Nederland geproduceerd uit van Nederlandse melkveehouders afkomstige koemelk en gerijpt tot een consumentgereed product in Nederlandse rijpingskamers.  De vorm van de kaas is platcilindrisch dan wel blok- of broodvorm met een gewicht van 2,5 tot 20 kg. Onder een platcilindrische vorm wordt verstaan een vorm waarvan de bolle zijkant vloeiend overgaat in de vlakke boven- en onderkant en waarvan de hoogte eenvierde tot eenderde van de middellijn bedraagt. (…) Smaak: geurig, aangenaam en mild tot pittig, afhankelijk van de leeftijd. Komijn mag worden toegevoegd.

Na het doorsnijden van de kaas is ogenvorming zichtbaar, al dan niet gelijkmatig verdeeld. Het zuivel is ivoorkleurig tot geel. (…) Consistentie: het zuivel is iets zacht tot smedig op 4-weekse leeftijd. Naarmate de kaas verder is gerijpt neemt de stevigheid toe en wordt de structuur korter. De kaas is goed snijdbaar.

Lees de bekendmaking hier. Deze bekendmaking geeft het recht bezwaar tegen de aanvraag aan te tekenen.

IEF 5730

Afbreuk aan BOB

parm.gifHvJ EG, 26 februari 2008, zaak C-132/05, Commissie tegen Bondsrepubliek Duitsland.

Bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen. Gebruik van benaming ‚parmesan’ in Duitsland. Niet nakoming van verplichtingen Duitsland niet bewezen.

De Europese Commissie stelt i.c. dat de Bondsrepubliek Duitsland krachtens de artikelen 10 en 13 van verordening nr. 2081/92 verplicht is, ambtshalve de nodig maatregelen te nemen om gedragingen die afbreuk doen aan BOB’s te bestraffen. Volgens de Commissie omvat het ingrijpen van de lidstaten maatregelen op administratief en strafrechtelijk vlak waarmee de doelstellingen van deze verordening op het gebied van de bescherming van oorsprongsbenamingen kunnen worden verwezenlijkt. Producten die niet in overeenstemming zijn met de eisen van de verordening mogen niet in de handel worden gebracht. Volgens het Hof heeft de Commissie echter niet bewezen dat Duitsland haar verplichtingen niet is nagekomen, en het Hof wijst de vorderingen van de Commissie derhalve af.

“78 De controlestructuren waarop de verplichting rust om de naleving van het productdossier te garanderen, zijn derhalve de structuren van de lidstaat waaruit de desbetreffende BOB afkomstig is. De controle op de naleving van het productdossier bij het gebruik van de BOB „Parmigiano Reggiano” is dus niet aan de Duitse controle-instanties.

79 Wel stelt artikel 13, lid 1, sub b, van verordening nr. 2081/92 bescherming van geregistreerde benamingen verplicht tegen „elk misbruik, elke nabootsing of voorstelling, zelfs indien de werkelijke oorsprong van het product is aangegeven of indien de beschermde benaming is vertaald, of vergezeld gaat van uitdrukkingen zoals ‚soort’, ‚type’, ‚methode’, ‚op de wijze van’, ‚imitatie’, en dergelijke”.

80  Dit neemt echter niet weg dat de Commissie in de eerste plaats niet heeft aangetoond dat de Bondsrepubliek Duitsland in strijd heeft gehandeld met de verplichtingen uit verordening nr. 2081/92, en in de tweede plaats geen gegevens heeft overgelegd waaruit blijkt dat maatregelen als de in punt 63 van dit arrest genoemde niet zijn genomen, dan wel dat deze geen bescherming boden van de BOB „Parmigiano Reggiano”.

81 Gelet op het voorgaande moet worden vastgesteld dat de Commissie niet heeft bewezen dat de Bondsrepubliek Duitsland, door formeel te weigeren op te treden tegen het gebruik op haar grondgebied van de benaming „parmesan” op het etiket van producten die niet voldoen aan de eisen van het productdossier van de BOB „Parmigiano Reggiano”, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 13, lid 1, sub b, van verordening nr. 2081/92.”

Lees het arrest hier.

IEF 5159

Herkomstaanduidingenrecht

“Jenever mag alleen nog worden gemaakt in Nederland of België en enkele Duitse en Franse provincies. Ministers van Landbouw geven jenever de status van beschermde geografische aanduiding. (…)  Toenmalig minister Cees Veerman (Landbouw) opperde een jaar geleden bij zijn EU-collega's om jenever tot beschermd product te verklaren. Niemand had bezwaar, ook bij wereldhandelsorganisatie WTO klonk geen protest.”

Lees hier meer (Telegraaf).

IEF 4269

Parmezaan

parm.JPGHvJ EG, 28 juni 2007, zaak C-132/05, Conclusie A-G Mazák. Commissie tegen Duitsland. (Geen Nederlandse versie beschikbaar).

Use of the designation ‘Parmesan’. Failure of a Member State to act ex officio to safeguard a protected designation of origin)

“104. It follows from the above that I do not consider that Article 13(1)(b) of the Basic Regulation, in the light of Article 10 of that regulation, required Germany to prosecute ex officio the marketing of cheese which does not comply with the specification for the PDO ‘Parmigiano Reggiano’ under the designation ‘Parmesan’ on its territory. In particular, the Commission failed to demonstrate that Germany was under an obligation to take such action in the absence of sufficient and appropriate external impetus to do so.”

Lees de conclusie hier.

IEF 4268

Handboek GI

“The European Commission has published on its website a new handbook on Geographical Indications. Geographical indications (GIs) are forms of identification which identify a product as originating in the territory of a particular country, or a region or locality in that country. For a GI product, its reputation for quality or any other characteristic is intimately linked to its geographical origin.

Geographical Indications are a type of intellectual property. They are very important in the EU (…) Wider protection for Geographical Indications from around the world is a key goal for the EU in the ongoing WTO Doha trade negotiations.”  

Lees hier meer.

IEF 4134

Eerst even voor jezelf lezen

1- GvEA EG, 12 juni 2007, zaak T-105/05, Assembled Investments (Proprietary) tegen OHIM /   Waterford Wedgwood (nog geen Nederlandse versie beschikbaar)

Oppositiezaak. Gemeenschapsmerkaanvrage beeldmerk WATERFORD STELLENBOSCH, oppositie op grond van communautaire woordmerk WATERFORD. “Having regard to all of the foregoing, it must be held that articles of glassware and wine are not similar goods. Consequently, there can be no likelihood of confusion between the conflicting marks.”

Lees het arrest hier.

2- GvEA EG, 12 juni 2007, zaak T-339/05, MacLean-Fogg  tegen OHIM (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Weigering om het woordmerk LOKTHREAD in te schrijven als Gemeenschapsmerk voor waren van klasse 6. “It also follows that the mere fact that the neologism contains a spelling mistake in one of its components cannot support the inference that the neologism is unusual given that the relevant public will immediately recognise that misspelling, both phonetically and visually, and will therefore replace the misspelled word ‘lok’ with the word ‘lock’.”

 Lees het arrest hier.

3- GvEA EG, 12 juni 2007, zaak T-190/05, Sherwin-Williams tegen OHIM.

Weigering om het woordmerk TWIST & POUR  in te schrijven als Gemeenschapsmerk voor waren van klasse 21. “In dit verband behoeft slechts te worden opgemerkt dat het Hof reeds heeft geoordeeld dat een woordmerk dat kenmerken van waren of diensten beschrijft, daardoor noodzakelijkerwijs elk onderscheidend vermogen mist, en dat het niet relevant is dat de kenmerken van de waren of diensten die kunnen worden beschreven, commercieel essentieel dan wel bijkomstig zijn.”

 Lees het arrest hier.

4- GvEA EG, 12 juni 2007, gevoegde zaken T-57/04, T-71/04, Budejovický Budvar tegen OHMI / Anheuser-Busch.

Oppositiezaak. Beroep tegen afwijzing oppositie op grond internationale beeldmerk BUDWEISER BUDVAR en van het recht op gebruik van de beschermde oorsprongsbenamingen BUDWEISER BIER, BUDWEISER BIER - BUDVAR en BUDWEISER BUDVAR  tegen Gemeenschapsmerkaanvraag voor beeldmerk dat termen ‚AB’, ‚genuine’, ‚budweiser’, ‚king of beers’ bevat.

De vraag die door Budvar voor het Gerecht aan de orde wordt gesteld, houdt verband met de laatste voorwaarde van artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/94, te weten of in casu afdoende is aangetoond dat de ingeroepen benamingen van oorsprong krachtens het geldende Franse recht het recht verlenen om het gebruik van een later merk te verbieden.

“In casu dient te worden vastgesteld dat Budvar voor de instanties van het BHIM, en in het bijzonder voor de kamer van beroep, geen elementen heeft aangedragen ten bewijze dat door het gebruik van de betrokken geografische benaming specifiek voor de waren van de klassen 16, 21, 25 en 30 waarop het aangevraagde beeldmerk betrekking heeft, misbruik kon worden gemaakt van de bekendheid van de betrokken benamingen van oorsprong of die bekendheid kon worden afgezwakt, gesteld dat het bewijs van die bekendheid op het Franse grondgebied was geleverd. Hieraan dient te worden toegevoegd dat, aangezien het een zuiver hypothetische kwestie betreft, het aan Budvar stond om haar vordering zo nauwkeurig te omschrijven dat het BHIM op alle aspecten van haar aanspraken uitspraak kon doen.”

Lees het arrest hier.

5- GvEA EG, 12 juni 2007, gevoegde zaken T-60/04, T-61/04, T-62/04, T-63/04, T-64/04, Budejovický Budvar tegen OHMI / Anheuser-Busch (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositiezaak. Beroep tegen afwijzing oppositie op grond van de beschermde oorsprongsbenaming BUD tegen de inschrijving als Gemeenschapsmerk van  het woordmerk BUD. “In the present case, the Court finds that Budvar did not produce before OHIM and, in particular, before the Board of Appeal, any evidence to show that the use of the geographical name in question, specifically for the products covered by the word trade mark applied for, was likely to misappropriate or weaken the reputation – assuming it had been established in France – of the appellation of origin concerned. Moreover, as a purely conjectural matter, it was for Budvar to formulate its application with sufficient precision to enable OHIM to provide a comprehensive ruling on Budvar’s assertions.”

 Lees het arrest hier.

6- GvEA EG, 12 juni 2007, gevoegde zaken T-53/04, T-54/04, T-55/04, T-56/04, T-58/04, T-59/04, Budejovický Budvar tegen OHMI / Anheuser-Busch (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositiezaak. Beroep tegen afwijzing oppositie op grond van de beschermde oorsprongsbenamingen  BUDWEISER BIER, BUDWEISER BIER - BUDVAR en BUDWEISER BUDVAR tegen de inschrijving als Gemeenschapsmerk van  het woordmerk BUDWEISER.

“In the present case, the Court finds that Budvar did not produce before OHIM and, in particular, before the Board of Appeal, any evidence to show that the use of the geographical name in question, specifically for the products covered by the word trade mark applied for, was likely to misappropriate or weaken the reputation – assuming it had been established in France – of the appellations of origin concerned. Moreover, as a purely conjectural matter, it was for Budvar to formulate its application with sufficient precision to enable OHIM to give a comprehensive ruling on Budvar’s assertions”

 Lees het arrest hier.

IEF 3994

Staand comité

wiporoze.gifSamenvatting WIPO van de "meeting of WIPO's Standing Committee on the Law of Trademarks, Industrial Designs and Geographical Indications (SCT), from May 7 to 11, 2007:  

Industrial Designs:  This exercise is intended to map the industrial design protection landscape of member states and to explore the borderlines between marks, industrial designs and copyright.

Protection of State Emblems and Names and Abbreviations of Non-Governmental Organizations: At this occasion, the secretariat demonstrated a test version of a new on-line searchable database containing some 2,400 records of protected state emblems and names, abbreviations and emblems of intergovernmental organizations.

New Types of Marks: This exchange, which will continue at the forthcoming 18th session in respect of other types of marks, such as motion marks, position marks, hologram marks, slogans, smell, feel and taste marks, is expected to result in a set of practices for member states relating to the representation of those types of marks in trademark office procedures.

Trademark Opposition: Delegates worked on the grounds of opposition, and examined the experience of SCT members with regard to pre-registration or post-registration opposition. Other issues that were addressed in that context include third-party observations made in the course of opposition procedures, cooling off periods allowing for settlement negotiations, member states' experience with introducing new opposition systems and the effect the abolition of office examination as to prior rights can have on the number of oppositions filed.

Lees hier meer.

IEF 2790

Drink wat klaar is

gls.bmpNa het succes met  'Boerenkaas' (eerder bericht hier) wil Nederland ook 'Jenever' tot een beschermde  geografische herkomstaanduiding verheffen. O.a. De Volkskrant bericht dat Minister Cees Veerman (Landbouw) dinsdag bij collega's van andere EU-landen. naar voren heeft gebracht dat Jenever alleen gemaakt mag worden in Nederland, België en enkele aangrenzende gebieden.

“Geen enkele van zijn collega's maakte bezwaar tijdens de vergadering. Het Nederlands plan gaat dus hoogstwaarschijnlijk door. (…) Naast jenever moet het alleenrecht ook gelden voor likeuren en advocaat. De dranken zijn volgens Nederland typisch voor de Lage Landen. Buiten Nederland en België zou productie alleen mogen in de Franse departementen Nord en Pas de Calais, evenals de Duitse deelstaten Noord-Rijnland-Westfalen en Nedersaksen.

Lees hier meer.