Geen auteursrechtbescherming voor kinderkleding
Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 20 mei 2015, IEF 14962 (Semtex tegen K c.s.)
Uitspraak ingezonden door Thomas Berendsen, Legal Experience. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Merkenrecht. Semtex is een onderneming in kinderkleding, handeldend onder de naam 'Retour Denim de luxe'. E is bij Semtex uit dienst getreden en is vervolgens met K een eigen bedrijf gestart in kinderkleding (United Brands). Semtex eist het staken van inbreuk op het auteursrecht op kledingontwerpen, het staken van slaafse nabootsing en het staken van oneerlijke concurrentie. Daarnaast eist Semtex de nietigverklaring van een door K te kwader trouw gedeponeerd merk. De voorzieningenrechter acht dat de kledingontwerpen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, geen sprake is van oneerlijke concurrentie en dat de merkenrechtelijke vordering niet voldoende is gesteld.
Denim shirt Floyd
4.11. Immers, het door Semtex ontworpen denim shirt vormt een combinatie van reed op de markt beschikbare elementen, terwijl die elementen op een voor de hand liggende wijze met elkaar zijn gecombineerd. Hieruit volgt naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat die combinatie onvoldoende oorspronkelijkheid bezit om te kunnen spreken van een werk in de zin van de auteurswet.
Girls jeans Feline
4.12. Ten aanzien van de jeans 'Feline' is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat ook ten aanzien van dat ontwerp/kledingstuk heeft te gelden dat er enkel sprake is van elementen die afzonderlijk en in samenhang met elkaar niet origineel zijn en is geen auteursrechtelijke bescherming genieten.
Slaafse nabootsing
4.16. Semtex heet haar vorderingen tevens gebaseerd op de stelling dat Krikke c.s. door het nabootsen van de waistlabel, het denim shirt en de jeans jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld. Vooropgesteld wordt dat nabootsing een onrechtmatige daad kan opleveren jegens degene wiens producten men nabootst, indien die producten een eigenplaats in de markt innemen, degenen die nabootst een andere weg had kunnen inslaan en door dat na te laten verwarring heeft gewicht bij het publiek.
4.18. Wat de gestelde slaafse nabootsing met betrekking van de waistlabels van Semtext betreft moet d vordering worden afgewezen omdat niet is gebleken dat Krikke c.s. deze waistlabels zodanig hebben nagebootst dat di als een product van Semtex zou kunnen worden beschouwd; alleen al door het aanbrengen van een andere merknaam op de waistlabels hebben Krikke c.s. naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoende afstand genomen van het product van Semtex. Hierdoor is onvoldoend aannemelijk dat sprake zal zijn van verwarringsgevaar, hetgeen een van de cumulatieve vereisten is voor een geslaagd beroep op slaafse nabootsing. [...]
Ongeoorloofde concurrentie / handelen in strijd met artikel 7:611 BW
4.22. Dat sprake is van het stelselmatige en substantieel afbreken van het duurzame bedrijfsdebiet van Semtex is voorshands niet voldoende aannemelijk geworden. De door Semtex in dat kader summiere onderbouwing en aangehaalde voorbeelden, zijn mede gelet op het gemotiveerde verweer op dit punt zijdens Krikke c.s. daarvoor onvoldoende. Reeds op grond hiervan zal de hierop gebaseerde vordering sub 3 worden afgewezen.
Depot te kwader trouw
4.23. Krikke c.s. hebben ten verwere gesteld dat Semtex niet heeft voldaan aan haar stelplicht. Dit verweer wordt gehonoreerd. Krikke c.s. hebben onder 6 van de inleidende dagvaarding summier gesteld dat sprake zou zijn van een depot te kwader trouw maar zijn hier in de pleitnota noch bij repliek op teruggekomen, terwijl dit in het licht van het verweer van Krikke c.s. wel van haar had kunnen worden verwacht.
4.24. Dit deel van de vordering zal als niet voldoende onderbouwd worden afgewezen.
De beoordeling in reconventie
5.2.Gelet op hetgeen in conventie is overwogen zal de reconventionele vordering, strekkende tot opheffing van de door Semtex ten laste van United Brands gelegde beslagen tot afgifte worden toegewezen, nu daarvoor de grondslag is komen te ontvallen/ nu daarmee summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van het door Semtex ingeroepen recht.
Twee jaar geleden debatteerde de vereniging in Eye over het wetsvoorstel auteurscontractenrecht. Inmiddels ligt het wetsvoorstel in de Eerste Kamer en is het tijd voor een update. Wat is er sinds het oorspronkelijke voorstel veranderd? Wat zijn de verwachtingen van het wetsvoorstel voor de praktijk? Ook vervolgen wij het debat over het kernbegrip van het wetsvoorstel: de billijke vergoeding.
Auteursrecht. Niet-ingeschreven gemeenschapsmodel. Bewijs. 1019g Rv. Onrechtmatig bewijsbeslag. Anders dan de voorzieningenrechter IEF 14060 is er geen auteursrecht op rotan fietsmanden van Basil. De elementen zijn functioneel en de materiaalkeuze is triviaal. Een verbod is niet toewijsbaar aangezien er geen auteursrecht rust op de Basil Denton en het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel reeds is geëxpireerd, zodat er geen spoedeisend belang uit volgt. Burgers Lederwarenfabriek moet bewijzen dat de Dian-mand op de Ambiente Beurs in Frankrijk publiekelijk is getoond.
Uitspraak ingezonden door Ilse Werts en Wim Maas,
Door: Theo Stockmann,
Modellenrecht. Nieuwheid. Group Nivelles meent dat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat het litigieuze model nieuw was in de zin van artikel 5 van verordening nr. 6/2002. Het onderzoek van de nieuwheid van het bestreden model was onvolledig. Verzoeksters tweede vordering strekt in wezen tot herziening van de bestreden beslissing, zodat de beslissing van de nietigheidsafdeling houdende toewijzing van de vordering tot nietigverklaring wordt bevestigd, in voorkomend geval na wijziging van de gronden van laatstgenoemde beslissing. De beslissing van de derde kamer van beroep van het BHIM wordt vernietigd. Het Gerecht ziet af van de herziening omdat verzoeksters belangen voldoende verzekerd zijn door de vernietiging van de bestreden beslissing.
Mediarecht. Een vader uit Dordrecht plaatste vanaf 24 oktober 2014 filmpjes op Facebook van een gesprek dat hij had met medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming. De medewerkers, die herkenbaar in beeld zijn gebracht, zijn naar aanleiding hiervan veelvuldig bedreigd. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de vader het filmpje steeds opnieuw verspreid. De Staat vordert in rechte dat de video wordt verwijderd en dat de vader alles doet wat in zijn macht ligt om het filmpje verwijderd te houden. De voorzieningenrechter acht de vordering niet onrechtmatig of ongegrond voor en is derhalve toewijsbaar.