Samenwerking doorontwikkeling ijsmachine ging niet over octrooiexploitatie
Hof 's-Hertogenbosch 8 december 2015, IEF 15511; ECLI:NL:GHSHE:2015:5135 (Ice Care Eindhoven)
Contracten. Octrooi. Ice Care Eindhoven heeft appellanten benaderd om samen een ijsmachineontwerp, door te ontwikkelen. De samenwerking bestaat uit gezamenlijk de octrooiaanvraag bekostigen, de opbrengsten van de exploitatie van het octrooi delen en dat een gezamenlijke vennootschap onderbrengen. Gelet ook op de omvang van de investeringen en financiële belangen heeft appellante bepaald niet aannemelijk gemaakt dat partijen ‘gewoon aan de slag zijn gegaan’: zonder enige vorm van concrete afspraken. De samenwerking, met inbegrip van de gezamenlijke vennootschap, had geen betrekking op de exploitatie van het octrooi. Beëindiging van de bemoeienis van geïntimeerde met de vennootschap hield tevens het einde van de verplichtingen van appellante jegens geïntimeerde in. Beroep wordt afgewezen, compensatie proceskosten van eindvonnis.
Tegenover het consequente betoog van geïntimeerde is het verweer van appellante in de loop van de procedure niet genoegzaam aannemelijk gemaakt. De proceskosten van het eindvonnis worden gecompenseerd.
7.11. De grieven 3, 4 en 5 van [appellante 1] betreffen de uitleg die de rechtbank heeft gegeven aan de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst en de betekenis die in dat verband aan de gezamenlijke vennootschap moet worden toegekend. Uit de toelichting op deze grieven blijkt dat deze uitgaan van het hiervoor reeds verworpen betoog van [appellante 1] dat de samenwerking, met inbegrip van de gezamenlijke vennootschap, geen betrekking had op de exploitatie van het octrooi zodat de beëindiging van de bemoeienis van [geïntimeerde] met die vennootschap tevens het einde van de verplichtingen van [appellante 1] jegens [geïntimeerde] inhield. Met dit betoog is ook niet verenigen dat partijen na de overdracht van de aandelen van [geïntimeerde] in die vennootschap aan [appellante 1] zijn voortgegaan met overleg over de afwikkeling van hun rechtsverhouding waarbij de aanspraken van [geïntimeerde] in verband met het octrooi juist centraal stonden.
7.10. Naar het oordeel van het hof zijn de standpunten die [appellante 1] in de loop van de procedure inneemt onderling tegenstrijdig, waarbij in de visie van [appellante 1] [geïntimeerde] eerst niets van doen heeft met de financiering van de octrooiaanvraag en daarna wel en waarbij in diens visie het octrooi eerst wel een rol speelt in de samenwerking tussen partijen en vervolgens geheel los daarvan staat. Alles bij elkaar heeft [appellante 1] van zijn kant nagelaten een consistent en begrijpelijk relaas te geven met betrekking tot de inhoud van de tussen partijen gemaakte afspraken over de onderlinge samenwerking, terwijl een toereikende onderbouwing daarvan in de vorm van overtuigende bescheiden eveneens ontbreekt. Gelet ook op de omvang van de investeringen en financiële belangen heeft [appellante 1] bepaald niet aannemelijk gemaakt dat partijen ‘gewoon aan de slag zijn gegaan’, waarmee kennelijk is bedoeld: zonder enige vorm van concrete afspraken. Tegenover het consequente betoog van [geïntimeerde] is het verweer van [appellante 1] in de loop van de procedure niet genoegzaam aannemelijk gemaakt zodat het als onvoldoende gemotiveerd gepasseerd dient te worden. Bewijslevering door [geïntimeerde] , waar [appellante 1] op aandringt, is bij deze stand van zaken niet aan de orde. Hetzelfde geldt voor eventuele bewijslevering door [appellante 1] . Een en ander brengt mee dat het ervoor gehouden dient te worden dat tussen partijen (mondeling en/of schriftelijk) een samenwerkingsovereenkomst is gesloten als door [geïntimeerde] is gesteld en dat die overeenkomt is neergelegd in het stuk van 4 april 2007. Het hof komt dienaangaande tot dezelfde conclusie als de rechtbank, zodat de grieven 1 en 2 worden verworpen.
Mediarecht. In De Volkskrant van 19 december 2014 is een artikel verschenen naar aanleiding van een
Persbericht
On 22 January 2016, EPLIT will run a mock-trial under the
Mediarecht. Centraal in dit geschil staan uitspraken van de Jonge Socialisten van de PvdA aangaande een vermeende huisjesmelker. Op de website van de JS is een artikel geplaatst waarin appellant als notoire huisjesmelker wordt neergezet die al eerder veroordeeld is en zou hij boterzuur door het raam van huurder hebben gegooid. Het hof is van oordeel dat beide beweringen voldoende steun vinden in de feiten. De grieven falen en het bestreden vonnis wordt bekrachtigd.
Reclamerecht. Misleidende reclame. Art. 6:194 BW. Partijen zijn elkaars concurrenten fabriceren, leveren en onderhouden zogenoemde luchtwassers, soms gaswasser genoemd en adverteren met BWL-nummers. Robos vordert in kort geding met succes dat Inno+ verboden wordt reclame te maken dat de Junior en inbouwluchtwasser gekwalificeerd zijn als biologische gaswassers en door de overheid zijn erkend [
Handelsnaamrecht. Verzoekster drijft sinds 2003 een advocatenkantoor onder de naam LMR advocaten. Verweerster gebruikt een als merkingeschreven logo van lichtgrijze gestileerde hoofdletters LR advocaten op een rood vlak met een onderschrift. Het hof heeft correct in de visuele waarneming door het publiek van het logo (inclusief het onderschrift) van verweerster in combinatie met de toevoeging ‘Advocaten’, respectievelijk het gebruik op vervolgvellen en van het logo zonder onderschrift en toevoeging meegewogen. HR vernietigt
Eindvonnis na
Als randvermelding. Eiser had een geldlening van 24 miljoen gulden verstrekt aan Flügel Enterprise voor de koop van de economische eigendom van de merken. Gedaagde heeft die lening (en de rente) niet volledig afgelost en beroept zich op verrekening met een aan haar gecedeerde vordering van een van haar dochtermaatschappijen op eiser. Die vordering komt niet vast te staan. Het bewijsaanbod van gedaagde wordt als tardief gepasseerd. Het beroep van gedaagde op artikel 6:140 lid 3 BW slaagt ook niet, omdat sprake is van bijzondere omstandigheden die meebrengen dat toepassing van dit wetartikel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Gebaseerd op het