Noot bij HvJ Google France / Adwords
Prof. mr. D.J.G. Visser, Universiteit Leiden, Klos Morel Vos & Schaap: Noot bij HvJ EU 23 maart 2010, (zaken C-236/08 t/m C-238/08 - IEF 8692), Google France
“Wanneer levert het gebruik van andermans merk als ‘adword’ (met een daar aan gekoppelde advertentie) merkinbreuk op en wanneer is Google, de verkoper van die adwords, daarvoor mede aansprakelijk?
Het Hof beantwoordt deze vragen betrekkelijk duidelijk en brengt verder lijn in zijn eigen rechtspraak.. De tendens is daarbij duidelijk: het Hof brengt, anders dan we in de Benelux gewend waren, steeds meer onder “gebruik voor waren of diensten”, met name “sub a”, en brengt met “de functies van het merk” vervolgens de gewenste nuances aan. (Zie achtereenvolgens: BMW/Deenik, Arsenal, Opel/Autec, Céline, O2, L’Oréal/Bellure en nu Google France). Dit betekent ook dat de mogelijkheden om gebruik van een merk in de Benelux onder (art. 2.20 lid 1 BVIE) “sub d” te brengen steeds verder worden beperkt. Immers, als iets “gebruik voor waren of diensten” is, kan het niet tegelijkertijd “ander gebruik” zijn in de zin van “sub d”.
Gebruik van andermans merk als adword is volgens het Hof te kwalificeren als “gebruik”, “in het economisch verkeer”, “voor waren of diensten” (ov. 50 t/m 74). Vroeger dachten we dat (bij gebruik van een teken dat identiek is aan het merk) er dan automatisch sprake was van inbreuk “sub a” . Sinds Opel/Autec weten we echter dat vervolgens onderzocht moet worden of er sprake is van gebruik dat afbreuk kan doen aan “de functies van het merk”. Ten tijde van Opel/Autec dachten we dat het (“sub a”) met name of misschien wel uitsluitend om de “herkomstfunctie” van het merk ging.
Lees de volledige noot hier.
Uit het Juryrapport: “Zoals de laatste jaren al meer gebeurd is, kwam de jury tot de conclusie dat de redactie van het BMM bulletin wederom voortreffelijk werk heeft verricht. (…) Daarnaast is er veel bewondering voor de medewerkers van het Bulletin (…) Gesteld kan worden dat het BMM bulletin in de huidige vorm zich kan meten met de beste beroepsverenigingsbladen, waarbij opgemerkt kan worden dat de jury wellicht in haar lof nog te bescheiden is. Zoals gelukkig al sinds lange tijd het geval is, was er ook nu weer een aantal zeer interessante artikelen, die aan het oordeel van de jury werd onderworpen.
Op woensdag 24 maart 2010 organiseert uitgeverij deLex samen met De Gier | Stam & Advocaten een IE lezing voorafgaand aan de Pre Annual INTA meeting in Utrecht.
Vzr. Rechtbank Zwolle-Lelystad, 22 maart 2010, zaak-/rolnummer: 167427 / KG ZA 10-55, Bi-Wear Clothing Company B.V. tegen V. en De Culinaire Makelaar B.V. (met dank aan Remco van Leeuwen,
HvJ EU, 23 maart 2010, gevoegde zaken C-236/08, C-237/08, C-238/08, Google tegen resp. Louis Vuitton c.s., Viaticum c.s. & CNRRH c.s. (verzoek om een prejudiciële beslissing, cour de Cassation (Frankrijk).
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 maart 2010, KG ZA 10-225, Room Seven B.V. tegen Blokker B.V.
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 maart 2010, KG ZA 10-234, Burg Realisation c.s. tegen Vis (met dank aan Hemke de Weijs,
Vzr. Rechtbank Amsterdam, 19 maart 2010, LJN: BL8075, Eiseres c.s. tegen De Auteur en Uitgeverij Prometheus.
Gerecht EU, 19 maart 2010, zaak T-427/07, Mirto Corporación Empresarial, tegen OHIM / Maglificio Barbara Srl