Gedane uitbetalingen van het loon
Als randvermelding. Franchise. Overgang van onderneming. Voorzetting handelsnaam, instaan van Franchisegever voor betaling van lonen van eisers.
Eisers zijn werkzaam bij Health Center Uden. Dit health center heeft Health Center Uden op 1 januari 2008 gekocht van Achmea Health Centers. Tevens hebben zij een franchiseovereenkomst gesloten. Gedane toezeggingen betreft alle financiële zaken naar het hoofdkantoor van Achmea niet zonder meer een overgang van onderneming dan wel (terug) overname op grond waarvan loonbetalingsverplichting zijn overgegaan van HC Uden op Achmea HC.
De vorderingen jegens Achmea Health Centers worden afgewezen en die jegens Health Center Uden toegewezen.
3.4. Voorshands staat het volgende tussen partijen vast.
Achmea Health Centers is in 2001 een health center in Uden gestart. Op 1 januari 2008 heeft Achmea Health Centers het health center verkocht aan Health Center Uden. Tegelijk met de verkoop heeft Achmea Health Centers een franchiseovereenkomst gesloten met Health Center Uden.
In artikel 3 van de koopovereenkomst is onder meer bepaald dat Health Center Uden al het op 1 januari 2008 bij Achmea Health Centers Uden in dienst zijnde personeel overneemt.
In artikel 1 van de franchiseovereenkomst is onder meer bepaald dat Health Center Uden de handelsmerken, de handelsnamen en de logo's van Achmea Health Centers mag gebruiken. In artikel 10 van de ze overeenkomst is bepaald dat Health Center Uden het health center voor eigen rekening en risico exploiteert, dat door Health Center Uden gesloten overeenkomsten met derden nimmer Achmea Health Centers verbinden, en dat Health Center Uden niet bevoegd is op naam en/of voor rekening van Achmea Health Centers te handelen.3.6. Waar in de arbeidsovereenkomsten van de overige eisers "Achmea Health Centers" is vermeld als werkgever, hebben deze eisers daaruit niet zonder meer mogen afleiden dat Achmea Health Centers B.V. de werkgever is. "Achmea Health Centers" (zonder aanduiding van rechtspersoonlijkheid) kan immers niet anders dan een handelsnaam zijn.
Vast staat dat de onderhavige arbeidsovereenkomsten steeds zijn ondertekend door een vertegenwoordiger van Health Center Uden, dat de betreffende eisers arbeid verrichten onder het gezag van personen die bij Health Center Uden werkzaam zijn, en dat hun loonstroken op naam van Health Center Uden zijn gesteld.
Onder deze omstandigheden hebben de onderhavige eisers alleen het gerechtvaardigd vertrouwen mogen hebben dat Achmea Health Centers hun werkgever is (althans dat Achmea Health Centers een toereikende volmacht had gegeven om de arbeidsovereenkomst namens haar aan te gaan), indien zij dat op grond van een verklaring of gedraging van Achmea Health Centers hebben aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten aannemen.
De onderhavige eisers hebben niet aangevoerd dat zij bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst op grond van een verklaring of gedraging van Achmea Health Centers hebben aangenomen dat zij de werkgever was.
De enige door deze eisers aangevoerde omstandigheid die in dit verband relevant zou kunnen zijn is de omstandigheid dat Achmea Health Centers tot en met april 2011 het loon heeft betaald. Bij de door Achmea Health Centers gedane uitbetalingen van het loon is evenwel als kenmerk vermeld "Health Center Uden B.V.".
Alle omstandigheden in aanmerking genomen is de kantonrechter voorshands van oordeel dat de onderhavige eisers niet hebben mogen aannemen - indien zij dat hebben gedaan - dat Achmea Health Centers hun werkgever was.
De voorlopige conclusie is - mede gelet op het feit dat Health Center Uden dat niet heeft bestreden - dat Health Center Uden in ieder geval ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomsten met (ook) deze eisers als werkgever moet worden beschouwd.3.8. Vast staat wel dat Achmea Health Centers bij het sluiten van de koopovereenkomst aan Health Center Uden heeft toegezegd om financiële ondersteuning te verlenen in het geval dat nodig zou zijn. Dat is kennelijk ook gebeurd, aangezien Achmea Health Centers gedurende vele maanden het salaris van eisers heeft betaald.
De kantonrechter is vooralsnog van oordeel dat de gedane toezeggingen en het feit dat Achmea Health Centers gedurende enkelemaanden 'alle financiële zaken van Health Center Uden naar het hoofdkantoor heeft gehaald' (zoals de heer [T] het in zijn e-mail beschrijft) niet zonder meer een overgang van onderneming dan wel (terug) overname inhouden, op grond waarvan de loonbetalingsverplichtingen van Health Center Uden jegens eisers zijn overgegaan op Achmea Health Centers. (De directe betalingen van de lonen door Achmea Health Centers is een opmerkelijke constructie, maar niet geheel onbegrijpelijk in het kader van de franchiseovereenkomst en de toegezegde steun.)
Onvoldoende aannemelijk is daarom dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat op Achmea Health Centers loonbetalingsverplichtingen jegens eisers rusten. De vorderingen jegens Achmea Health Centers worden derhalve afgewezen

Een lezer vroeg ons:
Persbericht
Even kort. Domeinnaamrecht. Merkennaamrecht. WIPO geschillenbeslechting. Woord "unive" wordt wijdverbreid gebruikt, vaak als afkorting van universiteit. Uit klacht valt niet af te leiden dat verweerder op de hoogte had moeten zijn van het merk van klager. Klacht heeft geen kwade trouw van verweerder aangetoond. Klager heeft klacht niet onderbouwd en probeert WIPO Panel te misleiden, dus sprake van kwade trouw van klager. Misbruik van procesrecht. Klacht is afgewezen.
Met dank aan Diederik Stols,
Handelsnaamrecht. Domeinnaamrecht. racehardware.nl. Handel in materialen voor autosport. Sponsor en preferred supplier Dutch Supercar Challenge en maakt reclame rond televisie-uitzendingen. Reclame-uiting gedaagde: "Ben je opzoek naar Race Hardware kom naar braxracehardware.nl". Voor zover geen onderscheidend vermogen, zo stelt verweerder, is i.c. handelsnaam ingeburgerd door gebruik: inschrijving handelsregister, actief middels domeinnaam, zakelijke correspondentie en promotiefilmpjes op YouTube. Vorderingen toegewezen. Dwangdom €5.000 maximum €100.000. 1019h Rv proceskosten €6.651,71.
Modelrecht. Gemeenschapsmodel kinderloopfietsen (
Auteursrecht onderdelen 4.8. Het beroep op auteursrechtelijke bescherming ten aanzien van de afzonderlijke onderdelen van kinderloopfiets van Firstbike (frame, voorvork en zadel) moet eveneens worden verworpen. Firstbike heeft niet aangegeven welke trekken van die onderdelen voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, terwijl Ridder Ride erop heeft gewezen dat vele trekken worden bepaald door de technische functie van het betreffende onderdeel. Voor zover de onderdelen niet-technische trekken hebben die blijk geven van een persoonlijk stempel van [Eiser sub 2], wijken de onderdelen van de Chopper naar voorlopig oordeel voldoende af gelet op de verschillen die Ridder Ride heeft opgesomd, zoals de afwijkende vorm van de gaten van het frame, de breedte van de voorvork en de gaten in de zadelpen. Als wordt gekeken naar de afzonderlijke onderdelen, kunnen die verschillen naar voorlopig oordeel niet worden aangemerkt als ondergeschikte details.
4.11 (...) Aangezien de bewijslast van de gestelde continuering van de leveringen bij Firstbike ligt en er in het kader van dit kort geding geen ruimte is voor nadere bewijslevering, moet er in deze procedure van worden uitgegaan dat Ridder Ride geen Enduro-fietsen heeft geleverd aan ING en dat de verklaring van Ridder Ride over het staken van de handel in de Enduro per 31 januari 2011 dus juist is. Dat gegeven, in combinatie met het – door Firstbike geweigerde – aanbod van Ridder Ride om vast te leggen dat Ridder Ride de Enduro niet meer op de markt zal brengen op straffe van een boete, heeft Firstbike onvoldoende spoedeisend belang bij een verbod.
Kort bericht. De diversiteit aan mogelijke vragen maakt dat niet bij voorbaat kan worden gezegd welke anderen voor de beantwoording van de vraag mogelijk in de gelegenheid moeten worden gesteld om schriftelijke opmerkingen te maken. Het spreekt voor zich dat daarvoor bij de beantwoording van vragen op het gebied van het vennootschapsrecht andere personen en organisaties in aanmerking komen dan bij vragen op het gebied van het auteursrecht. Verder is het afhankelijk van het geschil welke personen partij zijn bij identieke of vergelijkbare geschillen. Indien ook deze personen in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijke opmerkingen te maken, is per prejudiciële procedure verschillend om welke personen het aldus zal gaan.