Parlementslid Sint Maarten verliest rechtszaak over negatieve uitlating VVD-Kamerlid
Vzr. Rechtbank Den Haag 3 april 2015, IEF 14837; ECLI:NL:RBDHA:2015:3776 (Parlementslid St. Maarten)
Mediarecht. Rechtspraak.nl: In een kort geding tussen parlementslid op Sint Maarten en Tweede Kamerlid heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de uitlating van het kamerlid [in september 2014] over mogelijke omkoping weliswaar onrechtmatig is, maar dat hij deze uitlating niet meer hoeft te rectificeren. De uitlating is inmiddels te lang geleden en het parlementslid van Sint Maarten heeft thans geen belang meer bij rectificatie. Ook de gevorderde schadevergoeding is afgewezen.
Uitlating wel onrechtmatig
In haar vonnis heeft de kortgedingrechter overwogen dat een publicatie waarin een politicus in verband wordt gebracht met omkoping zeer nadelig is en dat een dergelijke beschuldiging alleen publiekelijk behoort te worden gedaan indien deze voldoende steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal. Naar het oordeel van de rechter was dat bij de uitlating van het Tweede Kamerlid niet het geval. Bij dit oordeel heeft de rechter er rekening mee gehouden dat de uitlatingen van het Tweede Kamerlid op Sint Maarten serieus worden genomen.
Geen rectificatie
Hoewel de uitlating als onrechtmatig wordt beoordeeld, acht de rechter door het tijdsverloop na de uitlating, die in september 2014 is gedaan, rectificatie niet meer passend, omdat deze uitlatingen sindsdien niet meer in de pers zijn herhaald. Volgens de rechter heeft het parlementslid van Sint Maarten daarom nu geen belang meer bij die rectificatie.
Geen schadevergoeding
Ook de door hem gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen, omdat naar het oordeel van de rechter in kort geding niet kan worden vastgesteld dat er een verband bestaat tussen de uitlating en de gestelde schade.
Mediarecht. Recht om vergeten te worden. Vordering tot verwijdering van verwijzingen in zoekmachine. Invullen volledige naam levert verwijzingen op naar websites met initialen van verdachte van misdrijf. Vooralsnog moet daarom worden aangenomen dat de publicaties die daarvan, zoals gebruikelijk, het gevolg zijn geweest en de publieke belangstelling daarvoor, aan het eigen gedrag van [appellant] te wijten zijn. Belang publiek. Manipuleren van zoekgegevens niet aannemelijk gemaakt. Van opzettelijke beschadiging door autocomplete-toevoeging 'Peter R de Vries' is niet gebleken. Bekrachtiging van vonnis waarbij gevorderde voorzieningen zijn afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Laura Broers en Bas Le Poole,
Mediarecht. Onrechtmatige publicaties. Arthos [eiser] gebruikt OK Huis Nederland als handelsnaam. OK Huis [eisers] lanceren onder hun beheer de website www.mijn-okhuis-ervaring.nl. Feitelijk is hier sprake van een zogenaamd shocklog welke tracht door middel van schokkende en agressieve inhoud veel publiek te trekken, niet gehinderd door enige grens. Eiser heeft onvoldoende gesteld dat de uitingen feitelijk onjuist zijn. Uitingen kwalificeren niet als intimiderend, suggestief en/of grievend. Vordering tot verwijdering negatieve uitlatingen van weblog afgewezen.
Mediarecht. Zie eerder
Mediarecht. Geen rectificatie. Rechtmatige uitlating. Vordering tot rectificatie van de Stichting Oogappel (vrijwilligersorganisatie van vrouwen en meisjes uit etnische minderheidsgroep) tegen de Gemeente Amsterdam, wordt afgewezen. De Gemeente heeft volgens de voorzieningenrechter niet onrechtmatig gehandeld door bij monde van de burgemeester te verklaren dat de subsidie is ingetrokken. Aanleiding van deze kwestie was ambtsbericht van AIVD dat een deelneemster aan activiteiten van de stichting anti-integratief gedachtengoed zou verspreiden.
Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof en Leyla Bozkurt,
Onrechtmatige publicatie. A vordert rectificatie en verwijdering van zijn naam en foto in volgens hem foutieve berichtgeving in een uitzending van het televisieprogramma Opgelicht?! over faillissementsfraude, die nog op de website te zien is. De voorzieningenrechter oordeelt dat A lichtvaardig is blootgesteld aan verdachtmakingen, nu uit de door Avrotros overgelegde stukken niet blijkt dat hij op de hoogte was van het vooropgezette plan van de directeur of van het feit dat leveranciers bewust niet werden betaald. De beschuldigingen vinden dan ook onvoldoende steun in de feiten. Avrotros kan zich, gelet op de verstrekkende gevolgen voor iemand die in de uitzending en op internet wordt genoemd, bovendien niet verschuilen achter de stelling dat zij niet beoogt een strafrechtelijk oordeel te geven.